Onze toekomst: Steeds meer mensen, steeds minder ruimte. Hoe delen wij deze ruimte zo goed mogelijk in? In elk geval met behulp van betrouwbaar kaartmateriaal De landmeetkundige afdelingen van de Heidemaatschappij kunnen U bij het vervaardigen daarvan helpen. in de eerste plaats het meten van de aanslui tingen van ons primaire net aan het Duitse en het Belgische. Hierbij is weer de methode van Schreiber ge bruikt en er is gemeten met Wild T3 theodo lieten. De heliotropen zijn nu vervangen door schijn werpers, aangesloten op het lichtnet, terwijl tijdschakelklokken voor een automatische be diening zorgen. Ondanks deze vereenvoudiging blijven de eer ste orde-metingen kostbaar, zolang we op gun stige atmosferische omstandigheden aangewe zen zijn. De metingen op zo'n station vergen gemiddeld een maand. Wat betreft de basismetingen hebben we ge assisteerd bij de interferentiemetingen op de ijkbasis Loenermark en een meetploeg geleverd voor de invardraadmetingen voor de basissen bij Meppen en op de Afsluitdijk. Bij de laatste basismeting was ons aandeel ech ter veel groter. Naast de hoge kosten hebben we ook een belangrijke verantwoordelijkheid gedragen. Ook de astronomische metingen behoren tot ons werk. We hopen het volgend jaar het dubbel La- place-punt Ubagsberg-Tongeren te meten. Om misverstanden te voorkomen moet ik nog vermelden dat het diepere denkwerk, dat aan de uitvoering van veel van de geodetische me tingen is verbonden, wordt verricht bij de Af deling Geodesie van de T.H. in Delft. Wat ik U van deze geodetische metingen te weinig heb verteld, zal op een prettige ma nier worden opgediend in de film over de basismeting op de Afsluitdijk, die U direct zult zien. Maar ik hoop wel voldoende gezegd te heb ben om te bewijzen dat de Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting bestaat en mis schien zelfs om aan te tonen dat hij reden van bestaan heeft. KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE HEIDEMAATSCHAPPIJ 35 VERENIGING TEN ALGEMENE NUTTE

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 13