Het verschil wordt 70 maal per sec. berekend. Tevens wordt aan de servoversterker, die de servomotor van de tekentafel bedient, opgege ven de grootte van het verschil. Daardoor kan de snelheid van de servomotor worden ver kleind, naarmate de gevraagde waarde en de positie op het tekenbord dichter bij elkaar komen. Bij de eenvoudigste uitvoering beweegt de tekenkop zich eerst in een richting van 50 gra den met de x/y-as, totdat de gevraagde x of y is verkregen; daarna verplaatst zij zich in een richting aan de y- of x-as totdat de gewen ste x/y-waarde is bereikt. De bewegingen langs de x- en de y-as van de kaarteertafel, die door de servomotor worden teweeg gebracht, heb ben dus een gelijke snelheid. Men kan ook een apparatuur toegevoegd krijgen waarmee li neair kan worden geïnterpoleerd, evenals dit bij de hierna volgende te behandelen instru menten het geval is. De Gerber, de Graphomat en de Coragraph en de teken-Coradomat zijn elektronisch be stuurde rekenmachines. Hierbij is het systeem van de snelheidsbesturing toegepast. De ma chine bepaalt de x- en y-verschillen, en zet deze om in analoge spanningsverschillen. Met behulp van deze verschillende spanningen worden servomotoren gevoed, die de tekenkop gelijktijdig in x- en y-richting verplaatsen. In de beide richtingen (x en y) kan de machine kiezen uit een vast aantal snelheden; bij een bepaalde combinatie van snelheden zal de tekenkop een richting met een bijbehorend azimut doorlopen. Aldus wordt de berekende vector omgezet in een getekende vector. Zijn de snelheden in x- en y-richting gelijk dan maakt de richting die wordt gevolgd een hoek met de y- of x-as van 50 graden. Moet van punt A naar punt B een lijn worden getrokken, dan worden door interpolatie een groot aantal tussenliggende punten berekend. De nauwkeurigheid van de machine wordt o.m. bepaald door het aantal punten dat op 1 rrm voorkomt. Stel dat men stappen neemt van 0.1 mm dan zal een coördinaat altiid moeten worden afgerond naar die waarde die het dichtst bij de volle tiende mm ligt. D.w.z. dat men in het ongunstigste geval al een fout van 0.1 mm introduceert; bijvoorbeeld: x i 576,44 mm en x« 678,55 mm, zodat Xn xA 102,11 mm. Bij afronding ontstaat xA/: 576,4 mm en Xn/; 678,6 mm, zodat xm xAk 102,2 mm. Zou voor de y-waarden zich iets dergelijks voordoen, dan zou men in de lengte AB al een fout van 0,14 mm krijgen, afgezien nog van de verdere onvolkomenheden in de machi ne. Vandaar dat men deze stappen tenminste 1/16 mm of 0,06 mm maakt. Men kan voor eenzelfde machine de stap kleiner maken door vermindering van de snelheid, waarmee de kaarteerkop door de servomotoren wordt voortbewogen in x- en y-richting. De schaal van de kaart wordt dan kleiner; het program ma moet dienovereenkomstig worden gewij zigd. De hogere nauwkeurigheid vraagt dan echter meer tijd, waardoor de kosten eveneens stijgen. Evenals bij de Coradomat worden steeds de posities van de tekenkop vergeleken met de ge gevens uit de besturingsmachine. Terloops wordt hier nog de aandacht erop ge vestigd, dat de toepassing van een gering aan tal intervallen per mm tengevolge heeft, dat de getrokken lijn een trapjes-lijn wordt, iets wat wij voor de tekeningen waarmee wij in de landmeetkunde werken, niet kunnen toela ten. (Voor het tekenen van lengte- en dwars profielen zijn deze trapjeslijnen, die gepro duceerd worden op de zgn. plotters wel toe laatbaar.) Voor verdere details van de constructie der machines moge ik hier verwijzen naar ver schenen publikaties in tijdschriften en in brochures van de firma's. 2.2 Onderwerpen van onderzoek Het onderzoek, door ir. Ebbinge ingesteld be stond uit het nagaan van de nauwkeurigheid betreffende: 1. het tekenen van een cirkeltje rond het ge prikte punt bij de Graphomat; 2. de reproduceerbaarheid van 8 gekaarteer- de punten die op het plan ver uiteen liggen; 3. de kaartering van een ruitlijnennet; 4. de kaartering van een figuratie, die op zes verschillende plaatsen op het plan is her haald. (In zijn scriptie is de volgorde der behandelde punten een andere.) 2.2.1 De excentriciteit tussen het gekaarteer- de punt (te kaarteren door stift 2) en het mid delpunt van de cirkel (door stift 3 getekend) ontstaat bij de Graphomat op de volgende ma nier. (De tekenkop is bevestigd aan de be weegbare y-wagen). (figuur 1). Het punt wordt eerst geprikt door stift 2. Is 54 Zie literatuuropgave.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 12