rekeningen die ten slotte zullen leiden tot de
gewenste geodetische informatie, via het op
stellen van de voorwaarden en het uitvoeren
van een vereffeningsprocedure.
Het resultaat is dan een aantal vereffende
richtingen, in een aardvast systeem tussen een
aantal stations. Deze richtingen kunnen bij
voorbeeld worden gebruikt voor het bereke
nen van carthesische coördinaten van die
waarnemingsstations, in dat aardvaste stelsel,
en na invoering van een schaal.
Nu worden er in Delft waarnemingen ver
richt in het kader van drie internationale pro
jecten, te weten:
le. Het Geos-A project; dit programma
wordt door NASA gecoördineerd; ge
fotografeerd werden lichtflitsen, uitge
zonden door de Geos-A satelliet, welke
thans niet meer flitst. Eind 1967 zal een
nieuwe satelliet van hetzelfde type wor
den gelanceerd.
2e. Het Echo-project; bij dit programma
worden alleen door Europese stations
waarnemingen gedaan op de Echo-bal
lonsatellieten; de organisatie valt onder
verantwoordelijkheid van de A.I.G.
3e. Het Pageos-project; hierbij worden in
samenwerking met de U.S. Coast and
Geodetic Survey waarnemingen gedaan
op de Pageos ballonsatelliet.
De berekening van de voorspellingen van het
Geos-project vond plaats in de U.S.A.; ook
alle overige berekeningen zullen daar plaats
vinden.
In Europa hebben vijf stations deze kleine
satelliet kunnen fotograferen, t.w. Haute Pro
vence (Fr.), Zimmerwald (Zwitserland), Riga
(U.S.S.R.), Malvern (Engeland) en Delft.
Deze stations namen zo veel mogelijk waar,
gaven dan hun waarnemingen op en ontvingen
"daarna bericht over de platen welke zinvol
konden worden uitgemeten.
Het Echo-project is het Europese triangulatie
project, hieraan nemen tot nu toe 19 stations
verdeeld over 9 landen deel. De voorspellin
gen worden centraal berekend en wel in
Slough in Engeland. De beschreven reducties
en transformaties etc. moeten door ieder sta
tion afzonderlijk worden gedaan. De laatste
fase van de berekeningen vindt dan weer cen
traal in Slough plaats. Er zijn door het reken
centrum nu 10 groepen van 5 a 7 simultane
waarnemingen aangewezen voor de eerste be
rekeningen en hierbij komen 3 opnamen voor
die in Delft zijn gemaakt; met de uitwerking
ervan per station, is reeds begonnen en de ver
wachting is dat de eerste proefberekeningen in
Slough over enkele maanden zullen kunnen
aanvangen.
Wat betreft het Pageos-project, het meeste
hiervan gebeurt in combinatie met het Echo
project, doch ook dit project verkeert nog in
het begin-stadium. Tot nu toe (september '67)
zijn 65 succesvolle waarnemingen (uitmeet-
bare platen annex tijdregistratie) verricht op
de satellieten Echo I en II en Pageos, waarvan
er minstens 18 simultaan bleken te zijn met
een of meer andere Europese stations. Op de
flitsende satelliet Geos-A zijn 10 geslaagde
waarnemingen gedaan.
Een vijftiental platen werd uitgemeten op een
Zeiss-comparator welke ter beschikking werd
gesteld door het International Training Centre
for Aerial Survey te Delft. De geschatte nauw
keurigheid van de afzonderlijk berekende rich
tingen naar satellietposities is beter dan 1"
sexagesimaal (standaardafwijking). Indien de
opeenvolgende onderbrekingen op éénzelfde
plaat door een mathematische kromme worden
benaderd blijken ook dan de schattingen van
de standaardafwijking uit de residuen der af
zonderlijke onderbrekingen kleiner te zijn dan
1". De tijdregistratie heeft een standaardaf
wijking van ongeveer 0.3 ms. De rekenpro
gramma's welke in eerste instantie nodig zijn
voor het uitvoeren van de geschetste bereke
ningen per station zijn nu voltooid. Verder is
het uiteraard de bedoeling om binnen niet al
te lange tijd ook al die berekeningen te kunnen
uitvoeren die tenslotte de geodetische informa
tie leveren.
Daarnaast gaat de vernieuwing van de appa
ratuur verder; naast de reeds gestarte verbete
ring van diverse delen van de apparatuur zal
in de nabije toekomst worden begonnen met
het modificeren van een K-50 camera vo°r
welk doel een geheel eigen werkplaats is in
gericht.
Tevens is een begin gemaakt met een ontwerp
(door Rademakers N.V. te Rotterdam) van een
nieuwe montering van de camera. Tenslotte
kan nog worden vermeld dat ook wat betreft
ligging en inrichting van het observatorium
veranderingen nodig zijn; er wordt uitgezien
naar een meer geschikte plaats voor een geheel
nieuw observatorium, bijv. in het midden van
het land.
83