gS
1
IT
O
a
st
Elektro-Optische Afstandmeter Zeiss SM 11
Het is begrijpelijk dat de industrieën die vroe
ger de landmeetkundige instrumentenmarkt
beheersten, de uitdaging van nieuwkomers op
het gebied van de afstandmeting niet kunnen
negeren. Als nieuwkomers beschouw ik in dit
verband Tellurometer Ltd. uit Zuid-Afrika
met de gelijknamige microgolf-afstandmeters
en AGA uit Zweden met de elektro-optische
Geodimeters. In de afgelopen jaren legden
Wild met de Distomat, Ertel met de Distame-
ter en Jena Optik met de EOS, hun kaarten
op tafel, maar Zeiss (Oberkochen, West-Duits-
land) liet nog op zich wachten. Tot, voor in
siders misschien niet onverwacht, maar
voor velen toch als een verrassing, in het
najaar van 1967 de Zeiss electro-optische af
standmeter SM 11 in Duitsland werd geïntro
duceerd. Ik meen dat hier van een troefkaart
kan worden gesproken.
De Zeiss SM 11 werd speciaal voor meting van
lengten van 25 cm tot ruim 500 meter ontwik
keld. Volgens de fabrieksaankondiging is de
nauwkeurigheid constant op deze afstanden,
gekarakteriseerd door een standaardafwijking
van 5 mm. Het meetprincipe is hetzelfde als
tot nu toe in andere electro-optische instrumen
ten werd toegepast: het faseverschil tussen de
uitgezonden en de door middel van een reflec
tor teruggekaatste golven wordt gemeten, en
met behulp van de bekende voortplantingssnel-
heid van het licht omgerekend in lengtemaat.
Voor de lichtmodulatie werden tot nu toe in
dergelijke instrumenten indirecte methoden ge
volgd, bijvoorbeeld met behulp van een nogal
kwetsbare Kerr-cel. In de laatste jaren zijn
door toepassing van de eigenschappen van
halfgeleidermaterialen nieuwe mogelijkheden
ontstaan. Zeiss past deze toe door als lichtbron
een gallium-arsenide luminescentiediode te ge
bruiken, waardoor een directe methode is ge
vonden voor het uitzenden van gemoduleerd
licht. Deze diode is practisch onverslijtbaar en
een lange levensduur is dus gewaarborgd.
Doordat dit licht niet coherent en gebundeld is,
als bij een laserdiode, moet bundeling door de
optiek worden verkregen. De golflengte is
ongeveer 950 nanometer 0,95 /<m) en ligt
dus in het infrarode deel van het spectrum.
De modulatiefrequentie wordt door een
kwartsoscillator verkregen, die in een thermo
staat op constante temperatuur wordt gehou
den. Hieraan is een met de hand instelbare
mogelijkheid toegevoegd om aanpassing van
de frequentie aan de luchttemperatuur en
-druk te regelen, waardoor achteraf geen cor
recties nodig zijn.
De reflectoren bestaan uit drie of meer in een
houder gevatte prisma's. Daar de uitgezonden
lichtintensiteit niet groot is, moeten voor af
standen tot 200, 350 en 550 meter, respectieve
lijk 3, 7 en 17 prisma's gebruikt worden. De
opstellingen van het instrument en van de pris
mahouders zijn volledig aangepast aan de ge
leide centreringsinstallatie van de firma Zeiss.
Beide zijn bovendien onder hellingen gericht
in te stellen, waarbij het meetcentrum boven
het opstelpunt blijft. De prismahouder kan
tevens dienst doen als richtsignaal voor de
hoekmeting.
Het faseverschil tussen het uitgaande en het
gereflecteerde signaal wordt gemeten door een
teller, die ook door de reeds genoemde kwarts
oscillator geregeld wordt.
Uit 1000 metingen wordt automatisch een ge-
92