in een paspunt. De fotogrammetrie ontdekte
deze fout niet.
De heer Bosman zegt dat de heer Van Mierlo
gelijk heeft wanneer fotogrammetrie klakke
loos wordt toegepast, maar dat bij gebruik van
een wijdmazig puntenveld in de vereffening
betrekkelijk kleine fouten in de terrestrische
punten kunnen worden aangetoond.
Na deze discussie leest de voorzitter de volgen
de vraag voor, die wederom betrekking heeft
op de inleiding van de heer Haarsma nl.:
„In de voordracht is gezegd dat een aantal 2e
orde-punten als zodanig zijn (worden) ver
worpen en in het vervolg zijn te beschouwen
als hoofdpunten.
Is de R.D. hiermee in feite begonnen met de
opzet van een landelijk hoofdpuntennet?
Worden eventueel torens als hoofdpunt be
schouwd?"
De voorzitter licht toe dat de kwestie „hoofd
punten" al enkele jaren punt van gesprek is
en vraagt de heer Haarsma deze vraag te be
antwoorden.
De heer Haarsma meent gezegd te hebben dat
een 2e orde punt kan terugkomen als R.D.-
punt of als kadastraal hoofdpunt.
Spreker vraagt zich af waarom een toren,
mits voorzien van een verzekeringsbout, niet
zowel R.D.-punt als kadastraal hoofdpunt zou
kunnen zijn.
Het bezit van een richtpunt kan voor een
kad. hoofdpunt zijns inziens geen bezwaar
zijn. De heer Haarsma verzekert dat het niet
de bedoeling is, dat de R.D. kadastrale hoofd
punten bepaalt.
De heer Ir. Rietveld vraagt of er misschien
aan kadastrale zijde of door een andere in
stantie een begin is gemaakt met het aanleggen
van een bepaald hoofdpuntennet.
De voorzitter legt deze vraag voor aan de
zaal. De heer Ir. de Ridder treedt nu op als
woordvoerder van het kadaster en zegt dat
het hoofdpuntennet als deel van een complex
van problemen nog steeds een punt van over
leg is en dat met de aanleg van een dergelijk
net nog geen begin is gemaakt.
De volgende vraag is eveneens van de heer
Ir. Rietveld en luidt:
„Het primaire driehoeksnet is indertijd in drie
delen vereffend. Reden daarvoor was de on
mogelijkheid het net als geheel met de hand te
berekenen ten gevolge van het grote aantal
vergelijkingen. Onlangs is dit net in zijn geheel
met behulp van de computer berekend, ge
tuige een korte mededeling in het Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde.
Hoe zijn de resultaten van de oude berekening
vergeleken met de exactere recente bereke
ning?"
De heer Van Mierlo antwoordt dat met behulp
van de rekenautomaat van de Technische
Hogeschool te Delft het primaire net in zijn
geheel is vereffend, dit in het kader van de
Europese vereffening van lokale driehoeks-
netten.
Spreker zegt gehoord te hebben dat de resul
taten verbluffend goed zijn voor wat betreft
de verschillen met de oude berekening.
De voorzitter vraagt zich af of er in de grens
vlakken van de drie samenstellende delen nog
wrijvingen zijn aan te wijzen en vraagt de
heer Haarsma wat hem hiervan bekend is.
De heer Haarsma zegt nu van Prof. Bruins
gehoord te hebben dat deze in het gebied van
de Overijsselse Vecht wrijvingen zou hebben
geconstateerd niet in het le maar in het 2e
orde-net, welke veroorzaakt zouden zijn door
een gebrek aan hulppunten bij de bepaling van
dit 2e orde-net.
Tegenstrijdigheden in het le orde-net zijn vol
gens spreker bij de R.D. niet geconstateerd,
waarbij men niet moet vergeten, dat in de laat
ste vijftig jaren geen metingen in het le orde
net zijn verricht.
De voorzitter vraagt de aanwezigen in de zaal
eventuele ervaringen op dit punt in het gebied
tussen Zwolle en Almelo bekend te willen ma
ken.
Een reactie op deze vraag blijft echter uit.
Een groepje studenten van de T.H. te Delft
zou gaarne de volgende vraag behandeld zien:
„Onze ervaring is dat er een groot aantal R.D.-
punten teveel is in de bebouwde kommen. Je
kunt ze niet allemaal gebruiken bij de nieuwe
methode van puntsbepaling. Bovendien zijn er
volkomen onbetrouwbare R.D.-punten blij
kens het betoog van de heer Van Mierlo.
Heeft U enig idee of, en zo ja, wanneer het
R.D.-net grondig gesaneerd wordt? B.v. door
het meten van een groot aantal grondslagen
volgens de nieuwe methode.
Blijft het Kadaster verworpen punten ge
bruiken?"
De heer Haarsma zegt bij de sanering geen
ander puntsbepalingssysteem te zullen gebrui-