de beantwoording van de schriftelijk ingedien
de vragen nog brandende kwesties aan het
forum willen voorleggen.
Allereerst krijgt het woord de heer Bloemen-
daal, die zich afvraagt of er in de toekomst
nog een invoering van nieuwe meetmethodie
ken bij de R.D. te verwachten is. Naar de
mening van de vragensteller zijn de bij de R.D.
gebruikelijke methoden nog dezelfde als in de
tijd van onze grootouders. Wel is het instru
mentarium vernieuwd en eveneens zijn de
heliotropen vervangen door nieuwe appara
tuur.
De heer Bloemendaal vraagt de heer Haars-
ma naar zijn visie omtrent de meetmethoden
van de toekomst, speciaal ten aanzien van
fotografische registratie, trilateratie, nieuwe
centrale punten als b.v. Lelystad in de nieuwe
polder.
Spreker zou gaarne over een en ander worden
ingelicht.
De heer Haarsma antwoordt dat voor wat be
treft de geodetische metingen overgestapt zal
worden naar de moderne apparatuur. Volgens
de inleider ligt het in de bedoeling een figuur
in het zuiden van het land vol te meten met
de geodimeter, waarbij gemeten zal worden
tussen de le orde-punten onderling.
De bedoeling hiervan is een controle uit te
oefenen op de basis, die in België bij Brugge is
gelegd.
Voor wat betreft de lagere orde-metingen
meent spreker ervan overtuigd te zijn dat een
goedkopere meting dan een richtingmeting
met de theodoliet niet mogelijk is, maar dat
daarnaast bij de verdere verdichting ten behoe
ve van de paspuntbepaling en bij de invoering
van de nieuwe methode b.v. de geodimeter
zeker ingeschakeld zal worden.
Naar de mening van de heer Haarsma zal bij
de centralisering van de metingen ook de R.D.
een steentje bijdragen in de geodimetermetin-
gen ten behoeve van de moderne puntsbepa-
ling.
De heer Bloemendaal vraagt zich af of de geo-
dimetermeting dienst kan doen als toetsing
voor minder betrouwbare punten.
De heer Haarsma zegt bij de aansluiting van
de basis op de Afsluitdijk de indruk te hebben
gekregen dat de methoden ongeveer gelijk
waardig zijn. Er is een driehoek met de geodi
meter volgemeten, waaruit de hoeken zijn af
geleid. Een bepaalde hoek bleek een te grote
afwijking te hebben. De geodimetermetingen
hebben inderdaad de hoek aan kunnen wijzen,
waarin genoemde afwijking voorkwam.
Naar aanleiding van de bewering van de heer
Haarsma dat meldingen van storingen hoofd
zakelijk van de Top. Dienst werden ontvan
gen, vraagt de heer Wegereef zich af of aan
het gestelde in de I.K. wel kan worden vol
daan. Spreker meent dat meldingen van de
landmeetkundige ambtenaren van het Kadas
ter nauwelijks te verwachten zijn omdat deze
functionarissen in hun dagelijkse praktijk na
genoeg niet in de gelegenheid zijn, storingen in
de R.D.-punten te constateren.
De heer Haarsma zegt dat het niet op zijn
weg ligt hierover een antwoord te geven, maar
dat naar zijn mening de verhuizing van Delft
naar Den Haag misschien toch wel een rol in
deze kwestie speelt.
De heer Ir. Drent merkt op, dat hij vrijwel
uitsluitend heeft horen spreken over de geodi
meter en dat de tellurometer vrijwel niet is
genoemd. De vraagsteller betwijfelt of nu wel
wetenschappelijk is aangetoond dat de geodi
meter veel beter is en beter werkt in alle klima
tologische omstandigheden dan de telluro
meter.
De voorzitter antwoordt dat de geodimeter op
korte afstand, nl. van 1 km tot 1500 meter
zeer betrouwbaar blijkt te zijn, terwijl de tel
lurometer op korte afstand alleen in daartoe
geschikt terrein deze betrouwbaarheid geeft.
Boven deze afstand, b.v. bij 15 a 20 km, geeft
de tellurometer zeer goede resultaten. Op de
korte afstanden wordt terecht de geodimeter
ingezet, hoewel in de toekomst een nieuw, hier
toe ontwikkeld type van de tellurometer ook
op de korte afstand zeker een plaats zal krij
gen, nl. het instrument met een draaggolf van
8 mm.
Bij dit instrument is de kans op reflectie sterk
verkleind, zodat de betrouwbaarheid op korte
afstand voldoende zal kunnen zijn, hetgeen
echter nog moet blijken.
De heer Van Mierlo vult aan dat het nadeel
van de tellurometer is dat de z.g. ^-grootheid
soms sprongetjes vertoont, hetgeen naar hij
hoopt, bij de nieuwe MRA-4, die binnenkort
op de markt komt, niet meer het geval zal zijn.
De tellurometer heeft het voordeel dat bij
praktisch alle weersomstandigheden gemeten
kan worden, hetgeen bij de geodimeter niet
mogelijk is.
Het meten met de geodimeter wordt bepaald
door het zicht. Uit de cijfers, die spreker heeft
117