III2-2 IB 10 11 IIP lllllü het scheidend vermogen als vergelijkingsmaat staf zonder meer hanteren (fig. 2). ik llllliL5 uf llllö III— m 1-8 1-4 1-6 Het contrast van het origineel werd zoeven genoemd als medebepalend voor de kwaliteit van de film. In figuur 3 ziet U, hoe bij voort- a A A A A 'K A A A A gezette belichting de latente zwarting zich in de emulsie uitbreidt tot onder de lijn van het origineel, welke plaats op de film glashelder dient te blijven. Ook de volgende afbeelding (fig. 4) toont aan, dat in de emulsie de zwar ting niet omgekeerd evenredig is met het ori gineel, maar dat al snel een lichte sluier in het heldere deel van de film optreedt. Dit houdt dus in, dat onze originelen zo contrastrijk mo gelijk moeten zijn, om het optimale resultaat te verkrijgen. Vooral bij potloodlijnen en niet- dekkende inktlijnen zal een hoeveelheid licht door deze lijnen gaan en de opname nadelig beïnvloeden. Verder dient rekening gehouden te worden met de verkleiningsfactor. Het is momenteel mogelijk, tekeningen van ruim een m2 30 x lineair te verkleinen, zodat het filmpje slechts Voooste deel van het oppervlak van het origineel beslaat, maar daarbij moeten we be denken, dat ook de fijnste haarlijntjes deze zelfde verkleining ondergaan. Een lijn van 1/io mm wordt dus V300 mm, terwijl het scheidend vermogen in het gunstigste geval ca. 150 is. De in oude archieven bewaarde originelen kunnen we niet meer veranderen maar het is frappant, wat met de huidige apparatuur en de film van dergelijke originelen te maken is. De reprografie gaat een steeds belangrijker schakel vormen in de moderne werkmetho diek. De tekenaars zouden er zich bewust van moeten zijn, dat hun werk als regel geen eind- produkt is, doch dat de reprograaf er ook nog het nodige aan dient te verrichten. Een goed eindprodukt van de tekenkamer stelt de re prograaf in staat ook weer iets moois en vooral iets bruikbaars af te leveren aan de volgende schakel in het proces. De laatste maanden zijn er verschillende proe ven gemaakt, o.a. van white opaquebladen met potloodlijnen, gematteerde films van duinkaarten, dus met hoogtelijnen, vergeelde lichtdrukken, mooie inkttekeningen, pijl- schaalboeken, acuut- en radexcalques, waarin geradeerd en opnieuw getekend was, inge kleurde lichtdrukken enz. De meeste origine len waren van de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat, doch om een goed inzicht te krijgen van de huidige mogelijkheden werden ook originelen van andere diensten gebruikt. De resultaten waren in alle gevallen bevredi gend en in enkele gevallen zelfs verbluffend goed. Het is mogelijk om van vrij slechte ori ginelen na verkleining een terugvergroting op papier te maken, die behoorlijk leesbaar is. Vaak zal kunnen worden volstaan met een terugvergroting tot het halve origineelfor maat, hetgeen natuurlijk tot aanmerkelijke 101 NATIONAL BUREAU OF STANDARDS MICROCOPY RESOLUTION TEST CHART Fig. 2. Testorigineel 117 I Fig. 3. Latente zwarting bij voortgezette belichting Fig. 4. Sluier in een helder deel van de film

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 3