kostenbesparing leidt. Ook zal dikwijls de
film door middel van een leesapparaat (fig. 5)
geraadpleegd kunnen worden, zodat het ver
groten op papier achterwege kan blijven. In
dit verband is het wel interessant om te we
ten, dat in Amerika diverse fabrikanten zak-
leesapparaten vervaardigen, die niet groter
zijn dan twee pakjes sigaretten (fig. 6). De lens
zorgt voor een vergroting van 12 tot 16 x van
een 16 mm beeldje. Een groter beeld, zoals bij
de 35 mm film, kan gescand worden. Een
batterij zorgt voor de benodigde energie. Hier
uit mag blijken, dat de microfilm in Amerika
zo algemeen is geworden, dat daar behoefte is
aan dergelijke hulpmiddelen. Voor zover mij
bekend worden deze apparaatjes nog niet in
Nederland geleverd, doch als er vraag naar is,
is er snel genoeg een importeur gevonden.
Overigens is de prijs voor zo'n hulpmiddel
hier gauw te hoog, door de ongunstige dollar
koers, invoerrechten, transport e.d. In Ameri
ka is de prijs ca. 18.
Van een duinkaart van 100 x 130 cm werd een
verkleining 30 x lineair vervaardigd. Bij terug-
vergroting op maatvaste film kon het origi
neelformaat bereikt worden. Er was echter
een maatafwijking. Deze was waarschijnlijk
te wijten aan de minder goede opstelling van
het vergrotingsapparaat, doch uit de proeven
kon opgemaakt worden dat het in principe
mogelijk moet zijn een exacte terugvergroting
te maken. De keuze van de maatvaste film
speelt hierbij eveneens een grote rol, o.a. m.b.t.
het vlakliggen en de reactie op de nabewer
king. Om dergelijke goede resultaten te be
reiken dient het origineel uiteraard ook goed
te zijn, en het moet in doorlicht opgenomen
worden op een film met een hoog scheidend
vermogen en door middel van een prima ca
mera.
Bij potloodoriginelen ontstaat vrijwel altijd
overstraling van de lijnen. Bij de opname moet
hiermee rekening worden gehouden, o.a. door
te zorgen voor een geringere dekking (zwar
ting) van de film. Vergroting op papier levert
dan niet veel moeilijkheden op, daar bij een
korte belichting op het witte papier voldoende
zwarting ontstaat voor een leesbaar beeld.
Bij vergroting op film echter moeten de lijnen
een sterke zwarting hebben, daar anders het
sterke licht van de lichtdrukmachine er door
heen slaat. Wordt toch een filmvergroting ver
eist, dan zal met een tint in de ondergrond ge
noegen moeten worden genomen.
In vele gevallen zullen er duplicaatfilms nodig
zijn. Op halogeenzilverfilm ontstaat van de
negatieve microfilm een positieve kopie, het
geen niet prettig is voor het terugvergroten.
Hier biedt de diazotypie uitkomst, en of
schoon later in mijn betoog dit onderdeel van
de reprografie uitgebreid aan de orde komt,
102
Fig. 5. Fuji lees- en terugvergrotingsapparaat
Fig. 6. Zaklcesapparaat