del van de testkaart werd geconstateerd, dat
het verlies aan scheidend vermogen binnen de
10% ligt, d.w.z. dat het scheidend vermogen
van 165 lijnen na duplicering nog boven de
150 lijnen bleek te liggen. Dat wil zeggen, dat
om twee lijnen nog gescheiden te kunnen weer
geven, de afstand veranderd is van 6 micron
tot 6,7 micron (1 micron Viooo mm). U be
grijpt wel, dat een dergelijk gering verschil
slechts door middel van een speciale testkaart
is aan te tonen.
Tenslotte nog in het kort iets over de opberg-
mogelijkheden. Als een bepaalde informatie
niet dan na lang zoeken kan worden gevon
den, deugt het systeem niet. Afhankelijk van
de reden voor het microfilmen en de omvang
van het bestand, kan een keuze gemaakt wor
den uit eenvoudige ladenkasten - waarin de
films in hun geheel worden opgeborgen -, ord
nersystemen en een grote variatie systeem- en
ponskaarten. Enkele specimens ziet U afge
beeld in figuur 9.
Resumerend mag ik wel stellen, dat de micro
film ook voor de cartografie vele mogelijkhe
den in zich bergt, zowel voor archivering, als
voor informatie en communicatie.
Als tweede onderwerp van mijn causerie is
het vermenigvuldigen van kaarten in kleine
oplagen aan de orde gesteld. Ook hier geldt,
dat vele wegen naar Rome leiden. Wanneer
het om de reproduktie van een bestaande
kaart gaat, zou men simpelweg een kleurenne-
gatief kunnen vervaardigen en daarvan het
gewenste aantal kleurvergrotingen kunnen
maken. Afgezien van de kosten, die toch nog
vrij hoog liggen, zal de kwaliteit over het al
gemeen niet voldoen. Enerzijds is het moeilijk
de kleuren goed in balans te houden, ander
zijds komt de tekst vrij wolkerig door. Dit is
waarschijnlijk te wijten aan de drielaags film,
waarbij zich bovendien tussen de eerste en
de tweede laag nog een geelfilter bevindt. Re
cente proeven met een kleurendiafilm op een
microfilmcamera, die uiterst scherpe zwart
wit films van bijzonder goede kwaliteit pro
duceerde, gaven een teleurstellend resultaat,
zodat de weg via kleurendia-kleurennegatief-
kleurvergroting niet aan te bevelen is.
De verder te bespreken procédés gaan alle
uit van positieve films, d.w.z. dat per kleur
een zwart-wit film gewenst is. Dit vergemak
kelijkt de bespreking, omdat de voorbereiden
de werkzaamheden - en de daarmee gepaard
gaande kosten - voor deze procédés gelijk blij
ven.
Alvorens op de verschillende mogelijkheden in
te gaan, wil ik U het volgende idee voorleggen.
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat
bij enkele kaarten zoveel mogelijk gegevens en
dus zoveel mogelijk kleuren bijeengegaard
worden om zo'n kaart geschikt te maken
voor een groot aantal gebruikers, waarschijn
lijk om daarmee een hogere oplaag en aldus
een lagere prijs per kaart te bereiken. Ener
zijds wordt het voor de gebruiker van een be
paald gegeven minder prettig zo'n kaart te
raadplegen, anderzijds treedt veroudering
sneller op, nl. wanneer één soort informatie
verandert. Dit resulteert hier in, dat van de
totale oplaag van 500 of 1000 exemplaren
toch slechts een beperkt deel daadwerkelijk
gebruikt wordt en dat de rest na verloop van
tijd vernietigd wordt. Wellicht is het moge
lijk, door middel van de te bespreken procédés
op een basiskaart - een soort grondplan dus -
uitsluitend de gewenste gegevens in een ge
wenste kleur aan te brengen en het aantal re-
produkties te beperken tot het direct benodig
de aantal, b.v. 5 of 10 exemplaren. Natuurlijk
is dit niet met alle kaarten mogelijk, maar U
kunt voor Uzelf uitmaken, of er bij U toe
passingsmogelijkheden zijn.
Zeefdruk
Hoe liggen de mogelijkheden bij zeefdruk?
Per kleur is een zeef nodig en er komt heel wat
kijken om zo'n drukvorm te vervaardigen.
De zeef of het screen - het Nederlandse blad
van de zeefdrukkers heet „Silkscreen" - be
stond aanvankelijk uit een gaas, dat gevloch
ten was van vrouwenharen; later werden
plantenvezels gebruikt en daarna bleek na
tuurzijde een prachtig resultaat te geven. Na
tuurzijde is echter bijzonder kwetsbaar. Een
zandkorrel onder het gaas brengt een onher
stelbare vernieling teweeg. Fosforbrons en
staal bleken ook te voldoen. Nu spreekt de
prijs een woordje mee, want dergelijke sereens
zijn duur, terwijl het gevaar van butsen en
putten zeer reëel is. Maar in deze moderne
tijd is er wel een kunstvezel te vinden. Op de
eerste plaats is daar nylon. Zeer slijtvast, ech
ter niet maatvast en dan willen de cartografen
het al niet meer. Dan een kunststof met voor
rek, geleverd o.a. onder de naam Estal Mono.
Dit is behoorlijk maatvast, zodat tijdens het
zeefdrukken geen ruimte in het gaas ontstaat.
De bewerking komt in het kort hierop neer:
Op een houten of metalen raam (fig. 10)
wordt het gaas gespannen. Dit is gemakkelij
ker gezegd dan gedaan, want het gaas moet
volkomen strak zitten. De draden mogen niet
104