Jx
a
ttL_
£tb_
XI
XI
We zien dat de histogrammen een symmetri
sche vorm hebben; een maximum in het mid
den, naar weerszijden eerst langzaam, dan snel
en tenslotte weer langzaam afnemend.
Aangezien de oppervlakte gelijk is, wijst een
vlakker histogram op een grotere spreiding
en een hogere standaardafwijking.
Een grote afwijking van de normale verdeling
wijst op een abnormale waarnemingsreeks door
een fout bij de waarneming of in het instru
ment.
Een dergelijke abnormale afwijking zien we bij
histogram 5 van de oude Wild T2. Plotseling
slaan zes waarnemingen links en rechts heel
ver uit buiten het normale verloop. We kun
nen ook aan de drie standaardafwijkingen
zien, dat er iets abnormaals is geschied: 32,3;
6,9; 17,0.
Aangezien de 32,3 en de 6,9 door écn land
meter, de 17,0 door een andere landmeter is
bepaald, is het aannemelijk dat het hier om een
instrumentafwijking gaat.
Vermoedelijk ontstaat ten gevolge van de
ouderdom van het instrument af en toe een
afwijking.
De Kern DKM 2 van 1955 en 1967 geven een
overeenkomstig beeld.
We zien echter een aanmerkelijk verschil tus
sen enerzijds de Wild T2 en Jena 010 en an
derzijds de Kern DKM 2.
Dit doet het vermoeden rijzen, dat het aflees-
systeem debet is aan dit verschil.
Immers, bij de coïncidentieaflezing bij de Wild
en Jena instrumenten coïncideert men twee
beelden (één streep van de rand met een an
dere streep 200 gr verder op de rand gelegen).
De index is hierbij van geen betekenis.
m-n
140
schaa/X-os 3gno OIO (bj '66)
2o/ttf^C. m C/7T
S c/taa/o/>/3.
/Otvaarn. - /cm
//r*f h/aarnem/ngren
Qd
JO 2* JO a O O /X to 21 IS
Fig. 1
WildT2 (b.j. ¥>7)
ié 2* 20 /6 /X
/M IO 2
Fig. 2
Kern DKM 2(bj.'67)
/x to t+ to
Fig. 3
Kern DKM 2 (bj'55)
r-n XTJ-t-TIU
ét té to /2
IX
O /t 20 t* té JX jé
Fig. 4
WildT2 bj *30)
n-n-i
■té jt té t*
Fig. 5