Hoogtekaart van Nederland* door J. Ooms, chef van de Topografische Af deling van de Topografische Dienst, Delft. Van verschillende zijden is er op aangedron gen meer bekendheid te geven aan de Hoogte- kaart van Nederland, die door samenwerking van de Meetkundige Dienst van de Rijkswa terstaat en de Topografische Dienst tot stand komt. Nu deze kaartenserie ongeveer voor de helft gereed en leverbaar is, lijkt het ogenblik gunstig om hierover nadere informaties te ver strekken. V oorgeschiedenis Hoewel Nederland in vergelijking met de om ringende landen als zeer vlak kan worden ge kenmerkt, is het er in het verleden toch nooit van gekomen een volledige en homogene hoog tekaart samen te stellen, welke aan redelijke eisen van nauwkeurigheid voldoet en tevens toegankelijk is voor ieder die in hoogtegege- vens geïnteresseerd is. Deels komt dit voort uit het feit, dat tussen de verschillende in hoogtemeting geïnteresseerde instanties in de praktijk dikwijls heel weinig samenwerking bestond, terwijl uitwisseling van gegevens tot de uitzonderingen behoorde. Het ongelijk ge richt zijn der belangen zal hierbij dikwijls wel een rol hebben gespeeld. Daardoor kon het voorkomen, dat bepaalde gebieden in de loop der jaren meerdere keren, andere gebieden in het geheel niet werden gewaterpast. Als gevolg hiervan is in het verleden nogal eens tijdro vend en kostbaar werk verricht, hetgeen bij meer samenwerking voorkomen had kunnen worden. Door de Rijkscommissie voor Geode sie is hierover opgemerkt, dat het uitgeven van een hoogtekaart van het hele land in een behoefte zou voorzien en veel hoogtemetings- arbeid zou besparen, indien de resultaten van de vele reeds uitgevoerde hoogtemetingen voor alle belanghebbenden toegankelijk waren. Een eerste poging de in ons land beschikbare hoogtegegevens te verzamelen en op calques te verwerken is ondernomen door de Algemene Dienst van de Rijkswaterstaat (zie Ir. P. van der Burg, T.A.G. 1958, pp. 381-383). Hoewel dit een belangrijke stap voorwaarts was, bleef het toch een bezwaar dat deze gegevens niet gecontroleerd werden, terwijl de topografische ondergrond, waarop de hoogtegegevens wer den overgenomen nogal verschillend was en niet aan hoge eisen van nauwkeurigheid vol deed. Ook waren er geen voorzieningen getrof fen ten aanzien van de nog niet gewaterpaste delen van ons land, de reproductie en de ver koop der kaartbladen. Op 19 juni 1958 vond een bespreking plaats tussen het Hoofd van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat en de Directeur van de Topografische Dienst, waarbij de mogelijkheid en wenselijkheid werd overwogen van de uit gave van een hoogtekaart van het gehele land, die 1. aan de vereiste graad van nauwkeurig heid voldeed, 2. als kaartenserie een eenheid vormde en 3. aan de wensen van een zo groot mogelijke kring van gebruikers zou voldoen. De gedachte ging daarbij uit naar een kaart, waarvoor de topografische kaart op schaal 1:10 000 als ondergrond zou kunnen dienen en waarop de dichtheid der hoogtepunten on geveer 1 punt per hectare zou bedragen. Over wogen werd een vorm van samenwerking waarbij het verzamelen en controleren van reeds aanwezige hoogtegegevens, alsmede het waterpassen van gebieden waarvan nog geen hoogtegegevens bestonden, door de Meetkun dige Dienst van de Rijkswaterstaat zou ge schieden, terwijl de Topografische Dienst het verwerken van deze basisgegevens tot een re produceerbaar origineel en de verkoop van 142 Dit artikel werd eerder gepubliceerd in K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift II (1968) Nr. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 14