positief (2) op cronarfilm gemaakt van de be
staande film van de kaart 1:10 000. Cronar
film is een polyestermateriaal, dat aan hoge
eisen van maatvastheid voldoet en bestand is
tegen atmosferische invloeden zoals tempera
tuur en vochtigheid. Dit gerasterde diapositief
(2) wordt vervolgens ingepast op de basis-
hoogtekaart (1) van de Meetkundige Dienst.
Als de maat van beide stukken goed is, wordt
ingepast op de hoekpunten van het blad; in
dien de maat iets afwijkt wordt het gerasterde
diapositief (2) plaatselijk ingepast op de topo
grafie van de eronderliggende basishoogte-
kaart (1), dit om een zo groot mogelijke nauw
keurigheid van de plaats der hoogtegetallen
in de kaart te verkrijgen.
Alvorens tot definitieve reproductie van de
hoogtekaarten over te gaan is bij de Topogra
fische Dienst onderzocht welke methode van
weergave der hoogtegetallen op de kaart het
meest aanbeveling verdient: met de hand ge
schreven getallen, met een stempelmachine ge
plaatste getallen, of in boekdruk gemonteerde
getallen. Laatstgenoemde methode bleek, zo
wel om economische als om esthetische rede
nen, de beste te zijn. Met behulp van een Ha
dego-zetmachine zijn vervolgens alle hoogte
getallen die op de hoogtekaarten kunnen voor
komen (globaal zijn dat de getallen tussen
6.8 m en +322.3 m) gezet en op negatieven
vastgelegd. Van deze negatieven kunnen langs
fotografische weg naar behoefte contactaf-
drukken worden vervaardigd op zgn. strip
film. Dit is een zeer dun filmmateriaal, dat
van een dikkere basis kan worden „afgestript"
en door middel van een speciaal daarvoor be
stemd apparaatje aan de achterzijde van een
waslaag kan worden voorzien. Om kleven en
uitdrogen van de waslaag te voorkomen,
wordt deze met dun transparant schutpapier
(pergamin) afgedekt. Wil men nu een deel
van de stripfilm (b.v. een hoogtegetal) op het
gerasterde diapositief (2) overbrengen, dan
snijdt men met behulp van een mesje of scher
pe radeernaald het betreffende getal uit de
stripfilm (het schutpapier blijft dan achter) en
plakt het op de juiste plaats in het gerasterde
diapositief (2), dat van tevoren is ingepast op
de eronder liggende basishoogtekaart (1).
Deze montagewerkzaamheden worden in de
regel uitgevoerd door meisjes, die in het mon
teren van stripfilm grote vaardigheid hebben
verkregen. De tijd die nodig is voor de mon
tage van een vol gemeten blad dus ongeveer
6200 hoogtegetallen bedraagt gemiddeld
iets meer dan twee weken. Van het op deze
manier van hoogtegetallen voorziene diaposi
tief wordt in een vacuümraam een afdruk ver
vaardigd op ozalidpapier. Op deze ozalidaf-
druk vindt vervolgens bij de Topografische
Dienst een eerste correctie van de kaart plaats.
Na het uitvoeren van deze correcties wordt op
nieuw een ozalidafdruk gemaakt en wordt de
gehele kaart, inclusief het randschrift dat op
de hoogtegegevens betrekking heeft, opnieuw
gecontroleerd, ditmaal door de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat. Als ook de uit
deze controle voortvloeiende correcties zijn
uitgevoerd, wordt langs fotografische weg van
de montage een definitieve vastlegging op cro
narfilm vervaardigd. Van deze film kunnen
met behulp van een lichtdrukmachine naar
behoefte ozalid-afdrukken worden gemaakt,
die, nadat de bladen in de snijmachine op de
juiste maat zijn gesneden, gereed zijn voor
levering aan belanghebbenden.
Wanneer is de gehele hoogtekaart leverbaar?
De volledige Hoogtekaart van Nederland zal
uit 655 bladen op schaal 1:10 000 bestaan.
Door de in uitvoering zijnde en nog geplande
landaanwinningswerken kan dit aantal in de
toekomst mogelijk nog iets groter worden.
Momenteel zijn ongeveer 330 bladen gereed
en leverbaar. Het ligt in de bedoeling, dat de
gehele hoogtekaart omstreeks 1974 gereed zal
zijn.
Het is moeilijk te zeggen in welke volgorde de
nog te meten bladen gereed zullen komen, daar
dit van verschillende factoren afhangt die
ieder jaar opnieuw moeten worden bezien.
Vermoedelijk zullen de gebieden met geringe
cultuurtechnische waarde en de sterk geacci
denteerde delen wel het laatst aan bod komen.
Ten gevolge van de klink waaraan de nieuwe
IJsselmeerpolders onderhevig zijn, zal het
uitgezonderd de Noordoostpolder en de Wie-
ringermeer nog wel enkele tientallen jaren
duren voor van deze gebieden hoogtekaarten
kunnen worden samengesteld.
Op figuur 3 is aangegeven welke bladen thans
voltooid zijn en welke bladen vóór eind 1969
gereed zullen komen. Door vergelijking van
figuur 3 met de algemene bladwijzer van de
topografische kaart op schaal 1 25 000 in de
catalogus van de Topografische Dienst, kan
worden nagegaan van welke gebieden nog
hoogtekaarten moeten worden vervaardigd.
Of het, na het gereedkomen van de hele hoog
tekaart, noodzakelijk zal zijn de kaartbladen
regelmatig bij te houden valt thans nog moei
lijk te zeggen. De toekomst zal moeten leren
148