gascar, studie in Rwanda, landmeetkundige werkzaamheden van een aanzienlijk gebied in Saoudie-Arabië, een recreatieproject ter groot te van 400 ha bij Bordeaux. Op het gebied van de milieu-hygiëne was Grontmij ook in 1967 actief. Zo werd octrooi gevraagd op een vinding voor een drijvende afvalwaterzuiveringsinstallatie en een drijvend poldergemaal. Eveneens werden op het gebied van het onderzoek van de ontwikkeling en toepassing van kunststoffen verdere vorderin gen gemaakt. De verwachtingen voor 1968 zijn gunstig. Een toename van de bouwsom tot 148 miljoen ligt binnen de mogelijkheden. Met betrekking tot de werken op het gebied van de ruimtelijke ordening stelde Ir. Westerhof dat daarbij een benadering en onderzoek nodig is van proble men van zeer uiteenlopende aard. De open ruimten tussen de stedelijke gebieden zullen in de toekomst vele belangen moeten dienen. De planning en fasering van dergelijke breed op gezette en gecompliceerde projecten, zal zeer zorgvuldig moeten geschieden, zowel t.b.v. de stadsuitbreiding, de landbouw, zandwinning, aanleg van waterpartijen, recreatie in het alge meen, wegenbouw, winning van drink- en in dustriewater en de milieu-hygiëne. Zij maken een her-oriëntatie noodzakelijk van allen die bij dit proces op enigerlei wijze betrokken zijn. „De uitdaging, die deze opgave voor ons in houdt, kan alleen aanvaard worden, wanneer het mogelijk blijkt te zijn de bestaande goede, op wederzijds vertrouwen gebaseerde samen werking met overheidsinstanties, onderzoekin stellingen, stedebouwkundigen, architecten, verkeersdeskundigen, bouwbedrijven, finan ciers en collega-ingenieursbureaus verder uit te bouwen", aldus Ir. J. J. Westerhof. Algemene ledenvergadering V.T.A.K. 1968 Op 26 april j.l. werd de algemene ledenverga dering van de „Vereniging van technische ambtenaren van het Kadaster" te Utrecht in „Ariston" gehouden. Ongeveer 250 leden woonden de vergadering bij. De heer D. Wesselink trad af als secretaris. De voorzitter sprak zijn grote waardering uit voor het vele werk dat de heer Wesselink voor de vereniging heeft verricht en bood hem als afscheidscadeau een tas aan. In zijn plaats werd als bestuurslid gekozen de heer van Wijk. De heer H. A. M. Tijsmans, secretaris van de Stichting Nederlands Genootschap voor Land meetkunde, stelde zich, nu hij aftredend is, niet meer herkiesbaar. In zijn plaats werd ge kozen de heer C. Jsendoorn, die door VTAK zal worden voorgedragen als bestuurslid van het N.G.L. Bij het punt „Bespreking Stichting N.G.L. en het tijdschrift Geodesia" werden van verschil lende kanten suggesties gedaan met betrekking tot het kiezen van onderwerpen voor het vol gende N.G.L.-congres; zoals ruilverkaveling en ruimtelijke ordening, leidingenkadaster en automatisering. De heer P. J. van den Berg, penningmeester van het N.G.L., deelde op verzoek van de voorzitter mee dat de commissie uit de N.L.F. en het N.G.L., die zal rapporteren over het rapport „De N.L.F. en haar toekomst", reeds meerdere malen heeft vergaderd en dat naar zijn mening over ongeveer vier maanden het eindrapport kan worden verwacht. In de com missie hebben behalve spreker zitting: de he ren B. M. de Bruin (V.V.L.), J. E. Harder (C.L. en G.I.), E. Schrikkema (V.M.D.R.) en I. J. Tamminga (K. en L.). Nadat de vele voorstellen van de verschillende afdelingen waren behandeld, sloot de voorzit ter om ongeveer 17.00 uur de vergadering. B.N. va ei en uit het 151

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 23