binnenbetonrand, de meetlijn in baan 1 ligt
30 cm daaraan evenwijdig. De overige meet
lijnen liggen steeds 1,25 m evenwijdig verder
naar buiten. De meetlijnen in de banen noe
men we secundaire meetlijnen. Bij het projec
teren krijgt men te maken met het begrip
projectiecoëfficiënt. Kort omschreven is dit
het getal waarmee we een lijnstuk van een
secundaire meetlijn moeten vermenigvuldigen
om de projectie op de hoofdmeetlijn te vinden.
In een cirkelsector bestaat het volgende ver
band tussen straal van een secundaire meet
lijn en de straal van de hoofdmeetlijn.
R hoofdmeetlijn ..rr.
7TT- projectiecoemcient.
R secundaire meetlijn
In de sectoren zijn de coëfficiënten breuken.
In de vakken en A» is de coëfficiënt 1.
Men kan voor zichzelf nagaan dat in totaal 12
verschillende coëfficiënten in de berekening
gebruikt worden, de coëfficiënt 1 niet meege
rekend.
Om de maat van het punt X te vinden doen
we het volgende. We verdelen de hoofdmeet
lijn in stukken volgens de aangegeven vakken
en sectoren.
Stel de omtrek van een cirkel is 2nr; een cir
kelboogstuk van een cirkelsector met een mid
delpuntshoek van 60° heeft de lengte van
1/3nr. Aan het begin van een sector of vak
weten we nu steeds de lengte van de hoofd
meetlijn door optelling van de voorafgaande
stukken (gerekend met algemene finish als
nulpunt en tegengesteld aan de looprichting).
Hetzelfde passen we toe op de secundaire
meetlijnen.
Door berekening weten we nu de lengte van
alle meetlijnen aan het begin van een sector
of vak.
Terug naar het punt X waarvan we de maat
op de hoofdmeetlijn zoeken. We bevinden ons
in de zesde loopbaan bij de startlijn van de
400 m in sector BA. De afstand startlijn tot
finish in de meetlijn van deze baan gemeten
moet 400 m zijn. We zijn hier dicht bij de sec
torovergang van C2 naar BA. De lengte van
de secundaire meetlijn aan het begin van BA
is nl. 399,209 m. Het verschil in booglengte
bedraagt 0,791 m. Dit stukje booglengte pro
jecteren we naar de hoofdmeetlijn door ver
menigvuldiging met de juiste projectiecoëffi
ciënt. We krijgen daarmee een kleiner getal nl.
0,656 m. Dit laatste getal tellen we op bij de
lengte van de hoofdmeetlijn aan het begin van
sector BA. Daarmee is de maat van het punt X
gevonden.
Wat hierboven is uiteengezet vinden we nog
eens systematisch weergegeven in het hoofd
van het berekeningsformulier.
Afgezien van enkele complicaties bij sommige
loopnummers is de berekening elementair en
door de herhaling van steeds weer dezelfde
bewerkingen op den duur wel eentonig. Het
rekenwerk is uitgevoerd met een „Brunsviga"
rekenmachine.
Op deze wijze zijn circa 235 meetcijfers ver
kregen, corresponderend met 470 te plaatsen
merktekens. Het rekenwerk vergt tenminste
een week werk. Men kan alle berekeningsbla
den het beste bijeenhouden als document voor
eventueel later geconstateerde fouten. De re
kenmethode heeft controlemogelijkheden. Te
vermelden valt verder dat de nummering van
de merktekens eerst verkregen kan worden na
dat men alle meetcijfers heeft berekend en ge
rangschikt.
Het plaatsen van de merktekens
De baan Rozenoord werd gemarkeerd met
plaatjes roestvrij staal (ingeslagen numme
ring) met cementspecie 1 3 bevestigd in een
draineerbuisje en achter de rand geplaatst. Als
voordeel kan genoemd worden: geen onder
houd aan de plaatjes en snel te plaatsen
(grondboor). Voor het uitzetwerk hebben we
nodig een lijst waarop in drie kolommen per
vak en sector genoteerd worden:
1. Het nummer van het merk.
2. Het nummer van het berekeningsblad.
3. Een meetcijfer.
Breng eerst de 40 m ijkstreepjes aan en deel
zonodig in. Overtuig U van het juiste meet
cijfer. streep af en plaats het merk. Werk eerst
de hele binnenbetonrand af en breng de maat
dan over naar de andere baanrand. Uit de
lijst valt op te maken wanneer we de theodo
liet moeten verzetten boven een ander middel
punt.
Leidraad voor het gebruik van de merken
De betekenis van elk genummerd merk vatten
we samen in een duidelijk leesbaar tabelletje
(zie fragment leidraad). De leidraad kunnen
we samenstellen aan de hand van de bereke
ningsbladen.
Controle van de merken
Met de leidraad kunnen we kalkstrepen aan
brengen voor de eerste wedstrijden. Bij een
136