Bij onze berekening zelf geeft dit geen moei
lijkheden, omdat de gegevens uit de richtings
meting op punt B net in die twee groepen wor
den gesplitst en onafhankelijk van elkaar ge
bruikt.
De examenkandidaten zullen bij goede aanpak
van het vraagstuk er dan ook geen hinder van
hebben ondervonden. Misschien dat de leden
van de examencommissie ons de oorzaak van
het geconstateerde mankement kunnen op
geven?
Opgave 37
Van perceel l9 zijn de volgende gegevens
bekend:
AD 109,96 DE DF 26,03
BC 129,73 CG - CH 30,86
BC 57,2360 (BD) 331,4690
CD 171,3690 (BA) 369,0750
DA 289,4680 L B is ongeveer recht.
GH is een cirkelboog; G en H zijn tangent-
punten. Gevraagd de grootte van perceel 19.
Oplossingen kunnen voor 1 oktober worden
ingezonden aan mej. C. A. C. Best, Walter-
singel 5, kamer 137, Apeldoorn.
Leidingenregistratie
In dit nummer van Geodesia treft U een artikel
aan van J. F. van Weelden getiteld: „Leidin
genregistratie", dat eerder werd gepubliceerd
in Publieke Werken, maart 1968 nr. 3.
Voor hen die zich interesseren voor dit onder
werp willen wij de aandacht vestigen op nog
twee artikelen, nl. de voordrachten, gehouden
op de gecombineerde vergadering van de
Vereniging van Directeuren van Gemeente
werken en de N.L.F. te Utrecht op 29 mrt. j.l.
In het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeet
kunde, juni 1968 nr. 3 zijn deze voordrachten
opgenomen.
1. „De wenselijkheid van een Centrale Lei
dingenregistratie" door Prof. Ir. G. F. Witt
over de behoefte van een centraal georgani
seerde leidingenregistratie, welke taak het Ka
daster goed zou kunnen vervullen. Prof. Witt
is van mening dat de mogelijkheden van me
chanisering der te verwerken gegevens en van
de informatie op korte termijn dienen te wor
den onderzocht.
2. „De problemen waarvoor de gemeentelijke
landmeter zich gesteld ziet" door Ir. R. J.
Rienks. In deze voordracht worden enkele er
varingen en gedachten over leidingenregistra
tie en groot-schalige kaarten doorgegeven.
B.N.
Jaarverslag H.T.S. Utrecht 1967
In mei j.l. verscheen het jaarverslag over 1967
van de H.T.S. voor de Bouwkunde te Utrecht.
Wij ontlenen hieraan het volgende.
Onderwijs
Op 1 augustus 1968 zal de Wet op het voort
gezet onderwijs (W.V.O.) in werking treden.
Deze wet is de uitwerking van de algemene
opzet van de „Mammoetwet" die reeds in 1963
door de volksvertegenwoordiging werd aan
genomen. Op 1 augustus 1967 trad de over
gangswet W.V.O. in werking teneinde de om
schakeling en het experimenteren met nieuwe
178