H.T.S.-er Landmeten
den. En indien er niet voldoende punten zicht
baar aanwezig zijn, dan kan gezocht worden
naar snijpunten van rechtlijnige elementen als
trottoirranden, afrasteringen ed. Natuurlijk
moeten de knik- en snijpunten van goede kwa
liteit zijn; de rechtlijnige elementen die het
punt bepalen dienen elkaar scherp tot lood
recht te snijden. In de figuren 2 en 3 zijn zowel
goede als minder geschikte punten aangegeven.
Ontbreken de bovengenoemde mogelijkheden
geheel en al, dan kunnen nog de door middel
van een enkel punt in het kaartbeeld aange
duide objecten als grondslagpunten in aanmer
king komen. Tot zodanige objecten behoren
grensstenen, hectometerpalen, lantaarnpalen,
e.d. Echter begint nu de kwaliteit van het ge-
kaarteerde een rol te spelen. Tot nu toe heeft
de praktijk laten zien dat de nauwkeurigheid
van gekaarteerde palen in het algemeen van
een mindere orde is dan die van de reeds ge
noemde knik- en snijpunten. Worden de ver
bindingslijnen van de palen als meetlijnen ge
bruikt, dan laten de in de kaart gemeten leng
ten en de overeenkomstige afstanden op het
terrein verschillen van 20 tot 70 cm per 100
meter zien. In hoeverre dergelijke verschillen
door de cartograaf geaccepteerd kunnen wor
den, hangt uiteraard af van de belangrijkheid
van de objecten welke aan de als meetlijn ge
bruikte verbindingslijn zijn vastgelegd.
De veelzijdigheid van situaties rondom ontbre
kende fragmenten in de kaartering maakt het
praktisch onmogelijk regels vast te stellen om
trent het inrichten van de aanvullende metin
gen. Het komt hierbij voornamelijk aan op het
meetkundig inzicht van degene die de naver-
kenning moet verrichten. Vanzelfsprekend
geldt als bij iedere detailmeting dat ook bij het
opnemen van ontbrekende fragmenten in de
kaartering aandacht besteed dient te worden
aan controles in de meting. En dit met des te
meer zorg naarmate het nog op te nemen ob
ject of de op te nemen situatie belangrijk is.
Het meten van een eindmaat in een lengte
meting blijft vereist. Niet alleen geeft dit de
zo nodige controle op begin- en eindpunt van
de meetlijn, maar biedt ook de mogelijkheid
om bij het toepassen in de kaartering even
tueel te kunnen indelen. Verder kan het in de
lengtemeting opnemen van een tweede reeds
gekaarteerd punt meer zekerheid betekenen.
Bij een als meetlijn te gebruiken verlengde van
een gevel b.v. levert het opnemen van beide
hoekpunten van de gevel zekerheid omtrent
het al of niet overeenstemmen met de reeds ge
kaarteerde hoekpunten.
Naschrift
Bovenstaande beschouwing over het naverken-
nen is geschreven in 1963. Publikatie is toen
door persoonlijke omstandigheden achterwege
gebleven. Bij het nalezen zal menigeen consta
teren dat thans na vijf jaar het naverkennen
weer aan betekenis heeft ingeboet. Geleidelijk
aan zijn de betrouwbaarheid en de volledig
heid van het langs fotogrammetrische weg tot
stand gekomen kaartbeeld verder toegenomen,
en wel zodanig dat in de praktijk meer en meer
het resultaat zonder naverkenning voldoende
gebleken is. Het kan zin hebben om na te gaan
of een eventuele gewenste voltooiing van het
kaartbeeld langs een meer economische weg tot
stand gebracht kan worden, b.v. door het no
dige terreincontact te combineren met het
grondslag-meten dat aan de kaartering vooraf
gaat. Dus weer voorverkennen, maar nu in be
perkte zin. Moge dit spoedig belicht kunnen
worden in een hierop volgend artikel!
v.d.Br.
163
De werkgroep Satellietgeodesie bij de onder
afdeling der Geodesie neemt deel aan de
uitvoering van enkele internationale ruimte
lijke triangulatieprojecten. Hierbij worden de
in hun baan bewegende satellieten vanaf het
aardoppervlak met grote nauwkeurigheid ge
fotografeerd.
Ten behoeve van deze werkzaamheden wordt
gezocht een:
die voornamelijk zal worden belast met de
verwerking van de fotografische waarnemin
gen en met het beproeven van nieuwe appa
ratuur. Hij zal tevens worden ingeschakeld bij
het waarnemingswerk dat 's avonds en 's
nachts wordt uitgevoerd.
Vereist: belangstelling voor onderwerpen op
astronomisch, alsook op mechanisch en
rekentechnisch gebied. Leeftijd 2535 jaar.
Aanstelling en salariëring zal afhankelijk van
opleiding, leeftijd en ervaring geschieden in
het rangenstelsel der technische ambtenaren.
A.O.W.-premie komt voor rekening van de
Technische Hogeschool. Directe opneming in
het pensioenfonds.
Schriftelijke sollicitaties te richten aan het
Hoofd van de Afdeling Personeelszaken,
Julianalaan 134 te Delft, onder vermelding van
nr. B 6805/48356 in de rechterbovenhoek van
de sollicitatiebrief.