terweg, de Directie Overijssel met het arr.
Zwolle, de Directie Limburg met de arr. a)
Maastricht, b) Maas en c) de afd. Studiedienst.
De grenzen tussen de arrondissementen zijn
aangegeven op de vier bladindelingen van de
Rivierkaart, nieuwe stijl (zie 8).
Om de bovengenoemde taak naar behoren te
kunnen verrichten zijn kaarten nodig. Deze
worden in opdracht van de Directies ver
vaardigd door de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat, gevestigd te Delft, Kanaal-
weg 3b.
(2) In Nederland bestonden en bestaan nog
een groot aantal peilen, welke gebiedsgewijze
als nulvlak dienst doen, b.v. Rotte peil, Fries
Boezempeil. De peilschalen, welke betrekking
hebben op de kennis van de hoofdrivieren, de
zeegaten en de kust en welke dagelijks worden
afgelezen, zijn grotendeels betrokken en aan
gesloten op het N.A.P.
De meeste van de rivierpeilschalen bestonden
reeds omstreeks 1740 of nog vroeger. Elke
peilschaal had zijn eigen nulpunt oorspronke
lijk gelegen ter hoogte van een of ander be
kende zeer lage rivierafvoer. Op de Duitse
Rijn en haar zijrivieren bestaat nog steeds dit
systeem, dat het voordeel heeft, dat alle ge
tallen klein zijn, geen negatieve getallen voor
komen, de getallen gelijkwaardig en vergelijk
baar ziin.
De slechte toestand van onze rivieren in de 17e
en 18e eeuw (zie boven) in dit lage land was
aanleiding om, in verband met het rivierbe
heer (bevaarbaarheid, eigendom van opkomen
de en aanwassende gronden, aangelegde krib
werken enz.) de peilschalen onderling verge
lijkbaar te maken. Een poging daartoe ging uit
van Cornells Veisen in 1749. Later in 1770
werd nog eens, zonder het werk van Velsen te
noemen, gewezen op de wenselijkheid, het ver
schil der hoogte met betrekking tot de onder
scheiden ,.Peil-Paalen" te geven.
In 1813 kreeg Krayenhoff de opdracht ,,de
peilschalen op een horizontaal vlak te bren
gen", om aan de behoefte aan een universeel
vergelijkingsvlak te voldoen.
Eerst in 1929 werd een begin van uitvoering
aan het betreffende besluit van 1818 gegeven.
Samengelezen uit:
206
1. Boode M. F., De Rivierkaart in gewijzigde vorm.
In: Tijdschrift v.h. Kon. Ned. Aardrijksk. Genoot
schap. 2, LXXXI, 1964 (kartografie nr. 22) bldz.
129—132.
2. Dibbits, H. A. M. C., Nederland-Waterland, een
historisch-technisch overzicht. Utrecht 1950.
3. Hoornenburg 1J. C., Het nut van de Meetkundi
ge Dienst voor het onderhoud, de verbetering en
het beheer van de Rivieren.
In: Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat.
Publicatie ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan.
16 oktober 1956.
Leiden 1956, bldz. 95105 (met o.a. een fotocopie
van een deel van het blad 17 Geysteren van de
Groote Rivierkaart van 1850; idem van blad 15
Geysteren van de Herziene Rivierkaart van 1901;
idem van blad 15 Geysteren van de tweede Her
ziening Rivierkaart van Nederland van 1953 en een
kopie van een luchtfoto van het betreffende blad
uit 1945).
4. Koeman, C. Handleiding voor de studie van de
Topografische Kaarten van Nederland 17501850
(in het bijzonder de hoofdstukken 5 Waterstaats-
kartografie 17501830, en 8, De Rivierkaart van
Nederland 18291864).
5. Meurs, M. H. A. van, Aanwijzing bij het Topo-
graphisch Teekenen en het lezen van gedrukte kaar
ten. Met een atlas van 24 platen, Breda 1889.
6. Rienstra, S., De Algemene Rivierkaart. In Tijds.
v.h. Kon. Ned. Aardr. Genootsch. 2, LXXV, 1958,
(kartografie no. 1) blz. 384386 (met een ver
kleinde afbeelding van de bladindeling der tweede
herziening).
7. Roon, van, De officiële Kartografie van Neder
land in de jaren 17981864. In: Tijds. v.h. Kon.
Ned. Aardr. Genootsch. 2, XLV, 1928, blz. 383
411.
8. Schermerhorn, W., Over de officiële Kartografie
van Nederland. In: Tijds. v. h. Kon. Nederl. Aardr.
Genootsch. 2, XLVI, 1929, blz. 509.
9. Schrikkema, E., Het veelhoeks- en raaipalennet
langs Bovenrijn, Waal, Pannerdens Kanaal, Neder-
rijn, Lek en IJssel. In: Geodesia, 4, 1962, blz.
69—78.
10. Weele, A. van der, De Meetkundige Dienst van
heden. In: Meetkundige Dienst van de Rijkswater
staat, Leiden 1956, blz. 5078.
11. Wemelsfelder, P. JDe betekenis van de Meet
kundige Dienst voor het peilschaalwezen. In: Meet
kundige Dienst van de Rijkswaterstaat, Leiden 1956
blz. 109116 met 1 kaartje en 8 foto's.
In de literatuuropgave bij het opstel van M. F. Boo
de en ook in de Staatsalmanak 1966 blz. 226267
wordt deze naam gespeld: Hoornenborg.