geoefend, deze sanctioneert slechts verdragen. Alle grond waarop niet door anderen recht van eigendom wordt uitgeoefend is domein van de staat. Het staatsgebied wordt verder fiscaal belast, wat eigenlijk al een proclamatie tot ge meenschapseigendom is. De Hoge Raad kwam in 1914 dan ook tot deze juiste conclusie: „Het privaatrecht leeft bij de gratie van de Staat. Vrijwillige prijsgeving brengt dat recht terug in de macht van de Staat, die in zelfbeperking dat recht weg schonk." Wordt de enkeling daardoor een modus in het bestaan van de staat of is iedere persoon lijke existentie een modificatie van het existe ren van het „men"? Dit zijn vragen waarop ik het antwoord schuldig moet blijven. De 17e eeuwse econoom Smith ging nog uit van de enkeling. Het vormen van een gemeenschap noemde hij zelfs „no part of his intentions". Hiertegen wil ik opmerken dat de mens let terlijk alles aan de gemeenschap te danken heeft. Individuele vrijheid is vrucht van een ver voortgeschreden differentiëringsproces der samenleving. De maatschappij is iets bovenorganisch, een sensorium (zelfbewustzijn) maakt het zelf. Door privaatrechtelijke belangen publiekelijk bewust te maken worden tegenstellingen op geheven en de mens ontwikkelt zich noodza kelijkerwijze tot een gemeenschapsmens. Bezit is van nature a-sociaal. Publiciteit is een so cialiserende factor en een methode om het tot een sociaal fenomeen te maken. Het is dan niet uitsluitend meer voor mij zo, maar ook voor anderen. Dit vereist een normaal individueel aanpassingsvermogen en een collectief regula tiemechanisme teneinde het sociale evenwicht (homeostasis) te bewaren. Overheidsbemoeiing zonder eigendom is te collectief. Grondgebruik zonder kadaster is te subjectief. De belangrijkste getuige wordt zo de overheid, een getuige die onomkoopbaar en onpartijdig is, indien zijn ambtenaren ten minste genoeg verdienen. Het justificatieproces De H.T.W. noemt de overgang van het con crete naar het abstracte bij grenzen idealisatie. Boekhoudkundige bewerking van rechtsfeiten bewerkt hetzelfde verschijnsel, dat ik tevens justificatie wil noemen. l'Idéal vient du réel tout en le dépassant. Toegegeven, de levende werkelijkheid gaat de kadastrale afbeelding verre te boven, maar wat obscuur is wordt door ons clair gemaakt. Het kadastrale repertoire van rechten heeft zowel een administratief als juridisch karak ter. Bezit eveneens door levering openbaar ma ken heeft het voordeel dat dan iedereen wil lens en wetens bezitter wordt. De exploitatie van landbouwkavels vraagt er eenvoudig om geëncadreerd te worden. De sociale dynamiek van het grondgebruik worde dus gehouden aan publikatie van de titels (possession vaut titre). Het kent dan dezelfde geschiedenis-in- zevenmijlslaarzen als de eigendom: feit, ver drag, wet, registratie (facto, pacto, lege, ca- pitastrum). Het grondbezit in zijn totaliteit, met een voorwerpelijke belangstelling van de belanghebbenden, geniet dan een onderwerpe- lijke behandeling door de overheid. Door eenvoudige descriptie (o.a. van pacht- vonnissen; er zijn meer pachtprocessen dan eigendomsprocessen) ontstaat zo een actueel vademecum van het perceelsgewijze grondge bruik en de gecombineerde kadaster/grond- kamer verkrijgt vanzelf autoriteit inzake af gegeven informaties en certificaten. Op de duur weet elke cliënt wat de waarde van een inschrijving is. Het sociale leven is er rijp voor om een systematisch grondgebruikboek te gaan hanteren. Een waterschap dat wil we ten welke landgebruikers hun sloten laten ver vuilen moet de delinquenten in de boeken kunnen vinden. Er moet algemene gelegenheid gegeven worden tot inzage (statistici, eco nomische adviesbureaus, bij onteigening van de pachter door Rijk, Provincie, Gemeente, utiliteitsbedrijven enz.). Botsende: belangen van vrije individuen moeten tot Ausgleich worden gebracht. Zij moeten corresponderen (cor hart). Het kadaster is dan het gevoelige, klop pende hart van de samenleving en weet zich mede verantwoordelijk voor de afzonderlijke goederen waarvan de individuen eigenaar en en pachter pretenderen te zijn. Dergelijke verhoudingen bestaan in verande ring en de kaart is de voorstelling ervan. Het is onmogelijk dat hierbij het zich-gelijke voor het nooit-zich-gelijke goed zij. Het nooit rust houden der menselijke dingen impliceert een beweeglijk kadaster teneinde de rijke golvin gen en schakeringen van het sociale leven te kunnen volgen. D.w.z. dat het stelsel tegelijk vast en veranderlijk moet zijn: statische star heid is uit de boze. Dit kost natuurlijk manmaanden maar in order to make things just fine moeten we maar wat monnikenwerk er voor over hebben. Kriebelwerk blijve achterwege. Ook de grond kamer trekt voor los land de grens bij 25.00 aren, waaronder geen schriftelijke vorm en 221

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 25