de driehoekspunten volgens het systeem van de Rijksdriehoeksmeting alsmede andere geo detische gegevens, als de wijze waarop de kaart is geconstrueerd (b.v. „is over de gehele oppervlakte geconstrueerd uit luchtfoto's met behulp van de stereo-planigraaf"); wanneer de fotografische opname is uitgevoerd; en wan neer de laatste verkenningen, bijmetingen en vlaktewaterpassing werden verricht en ten slotte nog andere waterstaatkundige gegevens. Bovenstaande is ontleend aan het blad Storm- polder (vijfde uitgave) 1954. De titel van het blad luidt verder: Serie II Neder-Rijn, Lek, Rotterdamse Waterweg, c.a. Blad no. 16, te vens Serie IIA Hollandsche IJssel c.a. Blad no. 7 (Tweede herziening). Het blad is gecon strueerd en gedrukt op de schaal 1 5000. In de jaren 1924-1931 werden de bladen ver vaardigd door het Geodetisch Bureau van Ir. W. Schermerhorn, welks werk in het laatst ge noemde jaar werd voortgezet door de Meet kundige Dienst van de Rijkswaterstaat (Di rectie Algemene Dienst met Schermerhorn als adviseur) 6). Maakte het genoemde bureau reeds gebruik van moderne methoden van opneming, b.v. met behulp van de tachymeter, omstreeks 1931 werd, op advies van Prof. Schermerhorn, de luchtfotogrammetrie toegepast bij het kaarteren uit ontschrankte luchtfoto's; daar mede was de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat de eerste Nederlandse instel ling, welke van deze moderne opnamemethode gebruik heeft gemaakt. Door eenvoudig cal queren van het ruimtebeeld van twee elkaar voor 60 overlappende foto's, met behulp van de calqueerstereoscoop, verkreeg men de in lijnen omgezette foto; de calques werden daarna samengevoegd op een aluminium plaat, aan beide zijden beplakt met hoogwaardig te kenpapier. Van het zo verkregen in potlood vervaardigde minuutblad werd een fotocopie gemaakt, waarmee men, ter aanvulling en e.v. bijmeting, het terrein inging; correcties of aan vullingen werden er op aangegeven en aange meten, waarna deze gegevens op het minuut blad werden overgenomen. Met deze naverkenning ging een vlaktewater passing gepaard voor het verkrijgen van de noodzakelijke hoogtegetallen. De dieptegetal len van de rivier verkreeg men uit peilingen (2), door de met het rivierbeheer belaste Rijks waterstaatsdiensten uitgevoerd. Van het aangevulde en gecorrigeerde minuut blad werd nu een calque in inkt vervaardigd op codatrace, met arabische gom geplakt op het aluminium-minuutblad om het rekken en krimpen van het codatrace tegen te gaan ge durende het calqueren. De inktcalque werd nog weer aangevuld met de beschrijvingen, welke uit de hand werden uitgevoerd, en was dan gereed als basis voor reproduktie. Deze ge schiedde bij de Topografische Dienst te Delft onder toepassing van foto-lithografie; m.a.w. „het minutieuze tekenwerk is verplaatst van de litho-graveur van de T.D. naar de tekenka mer bij de Meetkundige Dienst" (zie fig. 5, kaartfragment van het blad Geysteren van 1953 bij het opstel van Hoornenburg, tegen over blz. 102). De minuutbladen worden be waard in het archief van de Meetkundige Dienst, een klein aantal stenen bij de Topogr. Dienst. In 1937 werd de rivierkaart onderverdeeld in vijf series met 132 bladen, waarvan enkele tot twee series behoren, zie boven blad Stormpol- der en de bladindeling van de tweede herzie ning van de Rivierkaart, schaal 1 400.000, 1937, bijgewerkt tot 1957 of de verkleinde re produktie er van bij het opstel van Ir. Rien- stra tegenover blz. 384. De schaal van de kaart is 1 10.000, behalve de bladen van de Rotterdamse Waterweg en van de Hollandsche IJssel beneden Gouda, welke op schaal 1 5000 zijn gepubliceerd. Deze tweede herziening was in 1961 met het laatste blad nr. 5 Zutphen, serie IV - IJssel voltooid, terwijl intussen van verschillende bladen reeds een tweede, derde, vierde, vijfde en zelfs zesde uitgave (nl. van blad 15 Dor drecht, serie I) is verschenen. De rivierkilometrering waarvan in het slot van 2 sprake was, is in 1939 gewijzigd: als nulpunt voor de Boven-Rijn, Waal, Panner- densch Kanaal, Neder-Rijn, Lek en Gelderse IJssel werd overeenkomstig de Duitse kilome- trering het punt genomen, waar de Boven-Rijn, bij de brug over de rivier bij Konstanz, de Bodensee verlaat; hierdoor is onze oude ki- lometerraai 000 geworden kilometerraai 858. De plaats van de raaipalen is niet veranderd. In verband met het afsnijden van een aantal bochten voor de Maasverbetering is in het zelfde jaar hier een nieuwe kilometrering inge voerd, lopende van het 0-punt bij Vise in Bel gië tot 261.830 bij Lage Zwaluwe. 202 W. Schermerhorn, Ontstaan en groei van de Meet kundige Dienst tegen de achtergrond van de maat schappelijke ontwikkeling. In „Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat". Leiden 1956, blz. 4—50.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 6