5. In het voorgaande is enige malen het woord peiling gebruikt, d.i. het bepalen van de verticale afstand tussen de bodem van de rivier en de wateroppervlakte. De peilingen in de rivier worden verricht ten opzichte van de peilschalen, welke behalve op verscheidene plaatsen langs de rivieren ook aan de kust en langs de zeegaten zijn opgesteld (2). In 1939 werd de zorg voor het op juiste hoogte brengen van de Rijkspeilschalen gecentrali seerd bij de Algemene Dienst van de Rijkswa terstaat, en wel bij de Hydrometrische afde ling. Het veldwerk en alles wat met het N.A.P.-vlak als zodanig te maken heeft wordt verricht door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Sindsdien bestaat er voor de Rijkspeilschalen eenheid van hoogte; alle waar den gelden t.o.v. het Normaal Amsterdams Peil. De ervaring met de controle, door waterpas sing naar bestaande peilmerken, heeft uitge wezen, dat er slechts weinig „vaste" peilscha len werkelijk betrouwbaar zijn. Aanvaringen, afnemingen en verplaatsen voor onderhoud, opvriezen, zakkingen, zettingen, bodemda ling, scheefkomen zijn even zovele oorzaken voor het veranderen van het nulpunt. Een vrij intensieve bewakingsdienst aangaande de peilschalen - ruim 200, waarvan 80 peil- schrijvers - is geen overbodige luxe. De plaats van de peilschalen langs onze grote rivieren is vastgelegd t.o.v. de in gebruik zijnde telling der kilometerraaien, gemeten langs de as van de rivier; die aan de rivier monden, de Noordzeekust, het Waddengebied en het IJsselmeer en die buiten de kustlijn moeten worden ingemeten met de sextant of theodoliet in het stelsel van de Rijksdriehoeks meting. 6. De toestand van de punten van het drie- hoeksnet langs de grote rivieren was in 1951 van dien aard, dat het net niet meer aan de eisen van een behoorlijke meetkundige grond slag voldeed; bovendien was het raaipalenstel- sel ernstig gestoord. In de plaats van het oude net van driehoekspunten en het gestoorde raai- palenstelsel kwam een nieuw veelhoeks- en raaipalennet, in opdracht van de Directie Bo- venrivieren gemeten door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Over een af stand van 700 km zijn reeds meer dan 8000 punten verzekerd door betonnen palen met tegels. Op het ogenblik (1967) is in uitvoering het veelhoeks- en raaipalennet langs de oevers van de Boven- en Beneden Merwede, Nieuwe Merwede, Amer, Dordtsche Kil, Noord, Oude Maas en Spui. Voor de Bergsche Maas is dit werk reeds uitgevoerd. Na ongeveer het jaar 1957 werd voor de kaar- tering uit luchtfoto's niet meer de calqueerste- reoscoop gebruikt, maar werd deze vervangen door de nauwkeuriger werkende beeldenpaar- kaarteermachine, de Wild A-6, die tot onge veer 1961 werd gebruikt. De boven in 4 beschreven wijze waarop de ri- vierkaart werd vervaardigd, voldoet echter al geruime tijd volgens de Directies van de Rijkswaterstaat en het Hoofd van de Meet kundige Dienst niet meer aan de eisen van de tegenwoordige tijd, voor wat betreft de wijze van samenstelling van de kaart en de manier van verspreiding die volgens hen ondoelmatig, kostbaar en tijdrovend zijn en daarom een snelle vernieuwing van de bladen in de weg staan. Nieuwe drukken van de kaartbladen van de tweede herziening zullen niet meer worden ge maakt. Voorzover voorradig, zijn de bladen 1 10.000 verkrijgbaar bij de Staatsuitgeverij, Christoffel Plantijnstraat, nr. 1-9, 's-Gravenhage. Zo is hiermede een einde gekomen aan de kar- tografisch fraaist uitgevoerde officiële kaart in Nederland, die schoon van lijn en schrift met de hand werd vervaardigd. Van de drie uitgaven van de Rivierkaart zijn gelukkig volledige series bladen in het archief van de Meetkundige Dienst van de Rijkswa terstaat te Delft aanwezig. Zij zijn zovele be wijzen van het vakmanschap van onze gra veurs en later van de tekenaars op technisch- kartografisch gebied uit die tijd. Gedrukte bladen van de oorspronkelijke uit gave door Goudriaan-Van der Kun en die van de eerste herziening zijn bij de Meetkundige Dienst ingebonden in dertien atlassen. De bla den van de tweede herziening zijn compleet aanwezig, maar (nog) niet ingebonden. 7. Bij de nieuwe opzet van het kaartwerk van de grote rivieren worden 159 kaartbladen op de schaal 1 5000 geconstrueerd, terwijl de schaal van de overige 199 kaartbladen van de gedeelten benedenstrooms van Krimpen aan de Lek, van Gorinchem en van Moerdijk 1 2000 is. Door het gebruik van deze schalen is het nodig geworden bij de constructie uit de lucht foto's de Wild A-6 te vervangen door machi nes van de eerste orde, te weten de Wild A-8 en de Santoni III. De opnameschaal van de 203

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 7