Uit het voorgaande blijkt dat de waarnemer zeer kritisch ten aanzien van zijn metingen dient te zijn en dat men het beste resultaat verkrijgt indien mogelijk meer dan drie sta tions ingeschakeld zijn. Bijzonder belangrijk bij dergelijke metingen is de communicatie, waarvoor door de Studie dienst reeds eerder portofoons werden aan geschaft. Ieder station is dus per portofoon te bereiken, terwijl het contact tussen de sche pen per mobilofoon loopt. Niet besproken in dit artikel is de monitor, waarmee de stand van het Hi-Fix patroon in de ruimte gecontroleerd en gecorrigeerd wordt. Op de decometeraflezingen worden de bij de monitor geregistreerde afwijkingen als correcties toegepast. Voor ons is dit verder niet van essentieel belang. Organisatie Het zal inmiddels duidelijk zijn, dat deze ijk- metingen een grote inzet aan personeel vergen. Zo werden door de Studiedienst Baflo de vol gende schepen ingezet: Manta 2 man), Mira 5 man), Dr. Ir. Joh. van Veen (meet- schip 8 man) en de volgbootjes „Pollux" en „Castor". Door de afdeling Landaanwinnings- werken werd eenmaal voor transport gezorgd met behulp van de „Jafanka". De Meetkun dige Dienst leverde 6 ploegen van 3 man. Vijf hiervan bemanden de meetstations en één oloeg was gesplitst voor diverse werkzaam heden. Voor een dergelijke „expeditie" waar dus 33 man aan hebben deelgenomen, is het beslist noodzakelijk een behoorlijk werkschema op te zetten. In eerste instantie moeten we bepalen vanuit welke stations de punten ingemeten moeten worden en hoeveel punten op een be paald station moeten worden gemeten, alvo rens de betreffende waarnemer naar een vol gend station dient te worden verplaatst, voorts welk schip dit moet verzorgen, waarbij voor het Waddengebied altijd de moeilijkheid geldt, of dit in verband met het tij wel mogelijk is. Veel geulen zijn niet eerder te bevaren dan met bijv. half tij. Tussentijdse improvisatie moet dan ook altijd mogelijk zijn wanneer vroeger of later van station dient te worden gewisseld, terwijl er zorg voor moet worden gedragen dat de nauwkeurigheid van de me ting daar niet onder lijdt. Daar voor deze ijkmetingen vier dagen waren uitgetrokken, moesten er voorzieningen voor voeding en slaapgelegenheid worden getroffen. Voor zover het de stations 390, 400 en 410 be treft, werd dit door de Dienst Landaanwin- ningswerken geregeld, evenals het vervoer daar ter plaatse per tractor. De Duitse kustwacht te Borkum bood ons al daar vervoer aan, terwijl voor de opstelling van station 380 gebruik gemaakt mocht wor den van de „Signalturm". Daar de metingen in het vakantie-seizoen vie len, moest op Schiermonnikoog gekampeerd worden. Hiervoor werd door de reserve-ploeg kampement gemaakt op een kampeerterrein, terwijl deze ploeg tevens voor de aanvoer van etenswaren zorg droeg. Daar alle ploegen in Delfzijl aan boord gingen en er van oost naar west gemeten werd, moesten er tevens een aan tal auto's van Delfzijl naar Schiermonnikoog worden getransporteerd om aldaar vervoer te hebben. Op 21 augustus werd met deze meting gestart, waarbij in eerste instantie vanuit Delfzijl de stations 300, 310 en 380 t/m 400 werden be mand. Naarmate de meting vorderde, schoven de vrijgekomen ploegen op naar het westen. Deze transporten dienden dus per schip te gebeuren, hetgeen in het Waddengebied met z'n vele on diepten, soms een bijzonder langdurige kwestie was. Ter illustratie: de bemanning van station 400 moest verplaatst worden naar Schiermon nikoog en heeft daar plm. tien uur over ge daan in verband met ongunstig tij. Daar der gelijke problemen reeds lang onderkend wa- 241 Foto 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 13