c. Het rechthoekige terrein PQRS, ter grootte van 1,40 ha (zie figuur), moet worden geëga liseerd. Er is een ruitennet 20 x 20 m uitgezet en gewaterpast vanuit één standplaats, welke is opgenomen in een enkele doorgaande water passing tussen de bouten III en IV (zie B). C-l Bereken de hoogten van de terreinpunten Al t/m E7 t.o.v. N.A.P. C-2 Bereken het aantal m3 grondverzet, als het terrein wordt geëgaliseerd onder een oost-west-helling van 2 °/oo (4 cm op 20 m), aflopende van west naar oost. A C D E 5 12 3 4 5 6 7 Deze figuur is tot ca. de helft verkleind. Doorgaande waterpassing Achterbaak Voorbaak Afstand (m) Zijslagen Hoogte midden midden achter voor in cm t.o.v. N.A.P. III 1488 54 a 2364 81 a 1243 83 b 1798 74 b 1656 86 A—1 107 —2 118 —3 127 —4 138 —5 149 —6 159 A—7 165 B—1 110 —2 119 —3 122 —4 134 —5 147 —6 164 B—7 169 C—1 118 —2 130 —3 143 —4 146 —5 150 6 157 C—7 169 D—1 114 —2 129 —3 131 —4 147 —5 158 —6 170 D—7 177 E—1 121 254 r P 4 r> SCHAAL 1 1000

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 26