denkt dat zijn oudste kaarten teruggaan tot
1536.
Bijzonder kaartwerk
Van zijn bijzonder kaartwerk zouden wij wil
len noemen: 1) het Friese Bilt, een kaart die
ook blijkens een art. van Dr. G. Avis, Het
auteurschap van de 16e eeuwse kaarten v. h.
Friese Bilt", in: Tijdschr. v. Geschiedenis, IL
(1934, bladzijde 403) aan Van Deventer
moet worden toegekend. Zij wordt be
waard in het Algemeen Rijksarchief.
2) Een (nu onvindbare) kaart van Delfland,
in 6 bladen, gemaakt tussen 1539 en 1548, een
duur, maar perfect uitgevoerd werk (vgl. art.
Lamberta J. Ruys, De oude kaarten van Delf
land in: Het Boek XXIII (1933—1936), blz.
195 v.). De volledige tekst van de voorwaar
den voor de vervaardiging, vastgesteld
26 april 1539, is nog in het archief van het
Hoogheemraadschap. Er moesten 6 kaarten
worden geleverd; zij zijn al evenmin als de
meeste grote provinciekaarten bewaard ge
bleven. Hij werd betaald met 100 caroli gul
dens. Onder de kwitantie van 22 sept. 1548
komt zijn handtekening aldus voor:
lijkmatig werker, zeker een goed technisch
ontwikkeld man. Zijn minder grote artisticiteit
moest wel opvallen in die tijd, toen men on
der de kartografen nog al eens schilders en
beroepstekenaars ontmoette en toen naast hem
Christ. Sgroten juist veel respect afdwong
door de zeer kunstzinnige uitvoering van zijn
kaartwerk. Wel moest deze het tegen Van De
venter afleggen, waar het ging om weten
schappelijke (landmeetkundige) voortbren
ging (vgl. F. van Ortroy, Chretien Sgroo-
ten, cartographie XVIe siècle, in een art. in:
Annales de l'Académie Royale d'Archéologie
de Belgique 1923, blz. 160 v.). Toch geldt het
bovenstaande eerder de stedekaarten dan de
provinciale, die naar onze smaak althans
kunstzinniger zijn bewerkt (voorzover dit uit
de bestaande kopieën is op te maken).
Natuurlijk spant in dit opzicht de stedenatlas
van Blaeu de kroon. Diens prachtige gravure,
de beschrijving, de kaartversiering overtreft
al het andere.
Voor ons Nederlanders is het wel interessant
te weten, dat zijn provinciekaarten nog veel
eerder uitkwamen dan Philippus Apianus'
„Bairische Landtafeln" van 1568, hoewel deze
meermalen de eerste in hun soort zijn ge
noemd. Ook Saxton's werk (1579) kwam later
op de markt. Voor wat België betreft: de
kaart van het hertogdom Brabant is nog twee
jaar eerder gemaakt dan het „Vlaanderen"
van Pieter van der Beke, die meermalen als
pionier wordt beschouwd!
Blijkens bedoelde „voorwaarden" was Van
Deventer gehouden „te describeren alle
lencten en (de) breten van de duynen in
denselven rinck gelegen tot in de Mase
toe
3) Nog leverde hij in 1552 een kaart aan Ant
werpen, waarvoor hij door de stad 50 gouden
kronen kreeg uitbetaald. Zou dit de „Belgica"
uit de rekeningen van Draeckx kunnen zijn?
en 4) hoogstwaarschijnlijk tussen 1557 en 1575
aan de hertog van Savoie verschillende stuk
ken, die in 1575 voorkwamen in de boedel
van Viglius van Aytta, maar sindsdien zijn
verdwenen.
5) Ook hebben er van Van Deventer's hand
afzonderlijke kaarten van Mechelen bestaan,
hetgeen blijkt uit de oude correspondentie.
Viglius (Wigle) van Aytta, van wie bekend is
dat hij vele kaarten van Van Deventer bezat,
is het met ons eens, dat sierlijkheid niet het
eerste opvalt aan zijn tekenwerk; een groot
artist is hij niet, wel een onverdroten en ge-
De stadsplattegronden
Behalve dit grotere kaartwerk werd hij toch
vooral ook bekend door zijn stedekaarten, een
serie van meer dan 250 plattegronden van N.-
en Z.-Nederlandse steden, eigenhandig gete
kend en gekleurd, alle op dezelfde schaal en
met dezelfde oriëntatie (het noorden boven),
bewerkt ook op gelijke wijze. Zijn opdracht
gever was Filips IE Achter de vervaardiging
stak een algemeen strategisch doel (er is echter
geen gebruik van gemaakt in die zin).
De Belgische kaarten zijn tussen 1884 en 1924
in facsimile uitgegeven onder redactie van
Ch. Ruelens als „Atlas des villes de la Bel
gique". Van de minuten berust de helft op
verschillende plaatsen in Nederland, de andere
helft in Brussel (Wieder en Fruin-Nijhoff
vermelden de juiste plaatsen).
Hoe kwamen die kaarten in België en Ne
derland, nadat ze in de 16e eeuw naar Ma
drid waren gezonden? Op 11 april 1859
279