Alleen op de kaart van Mechelen staat een
„échelle graphique" (400 pas de 5 pieds). Deze
plattegrond is met meer zorg getekend, maar
de minuut bevat niet de stadsnaam.
In het algemeen zijn de huizen rood gekleurd,
de kerken kobalt, het water blauw, de buiten
gebieden geelachtig voor land en groen voor
bouw en tuingronden. Men krijgt de indruk
dat er verschillende kaarten op één vel zijn
getekend en dat daarna het vel in stukken is
geknipt. Misschien ook heeft men verschillen
de tekeningen kleiner gemaakt t.b.v. een doel
matiger opberging.
Uit de opdracht dd. 29 mei 1559 tot betaling
aan Van Deventer van een jaarsalaris etc.
blijkt, dat Filips II „a commandé audict de
Deventer visitter, mesurer et desseigner touttes
les villes Dit bevelschrift bevindt zich in
het Algemeen Rijksarchief te Brussel, evenals
een exemplaar van het vrijgeleide op perka
ment, gedateerd 6 juni 1559.
De kartograaf mocht daar, waar geen wagen
ter beschikking stond, te paard gaan. Hij
mocht zich, waar nodig, bedienen van een
tolk. De opzet van het werk was enorm uit
gebreid: Guicciardini meent, dat het geheel
omvatte 320 ommuurde steden, 230 open ste
den en 12000 burchten en dorpen. Het lijkt
dan ook wel ietwat vreemd, dat Van Deventer
aanvankelijk van mening was, er slechts twee
jaar voor nodig te hebben, te rekenen van
1 april 1558. Natuurlijk had hij daarbij de
revolutietijd niet kunnen voorzien. Hij kwam
eerst kort voor zijn dood in 1575 gereed
Nog enkele bijzonderheden
Omstreeks 15621563 stond hij bekend als
getrouwd met Barbara Smets Romboutsdoch-
ter, geboren ca. 1513 en overleden ca. 1596,
die toen in Mechelen o.m. Hendrik Pontanus
alias Terbruggen kende (waar men zich ook
bezig hield met drukkerijwerkzaamheden).
Deze Barbara verkocht omstreeks 1548 kaar
ten aan het gemeentebestuur. Een akte van 21
febr. 1578 noemt haar dan ook weduwe Mr.
Jacob van Deventer.
Zij reisde in 1577 naar de Keulse magis
traat, die de nalatenschap onder zijn beheer
had genomen, om te bewijzen dat zij wettig
gehuwd was geweest, maar faalde (de be
wuste brief van 27 sept. 1577 zegt dat zij
eindelijk bekennen moest „das sie allein in
concubinatu bei mhergemelt(en) Mathema-
tico gelebtt (hatte), etlich Kind(er), die
verlengst mit Todt abgangenn, getzilt
(deze kinderen zijn alle jong gestorven),
terwijl Viglius in Keulen verklaard had,
dat J.v.D. „von einer verdambter gepurt
(war) und kheine erbgenamen hinterlaszen
(hat)"
(Vermoedelijk bedoelde Viglius alleen de
overleden kinderen, want er verschenen
nog enkele andere familieleden als recht
hebbenden.)
Noch van zijn verschillende verblijfplaatsen
(met uitzondering dan van Mechelen), noch
van zijn levens- en wereldbeschouwing, noch
van zijn kinderen is veel bekend. Hij verbleef
veel ook in de Noord-Nederlandse gewesten:
zo was hij in 1536 en 1545 in Dordt, in 1545
ook in Friesland, in 1548 in Delft, tussen
1539 en 1541 werkte hij voor Delfland.
Joachim Hopper(us) stond al van 1559 af met
Van Deventer in relatie. Hij schrijft op 20 jan.
van dat jaar aan zijn collega te Leuven over
een voor hem door Van Deventer in tweevoud
vervaardigde historische kaart van Friesland.
281
Plattegrond van Leuven door Jac. van Deventer. Hier
studeerde hij.
Foto Rijksuniversiteit Utrecht