BALANS RUILVERKAVELINGSWET
Het jongste nummer van het Tijdschrift voor
Kadaster en Landmeetkunde (84e jaargang,
nr. 5, 1968) is geheel gevuld met het omvang
rijke rapport 1150 blz.) van de Werkgroep
Balans Ruilverkavelingswet.
De werkgroep, die op 5 januari 1965 met haar
werkzaamheden begon, heeft de volgende sa
menstelling: Prof. ir. G. F. Witt, voorzitter;
Ir. A. Govers, Ir. G. Homan (Nederlandse
Landmeetkundige Federatie); Prof. mr. P. de
Haan, Mr. J. C. Somer, Mr. N. M. Zijp (Ver
eniging voor Agrarisch recht): Ir. C. Bosman,
B. J. Franke en Ir. C. D. Viehoff (Studiekring
voor Cultuurtechniek van het Kon. Genoot
schap voor Landbouwwetenschap). Als secre
taris trad op Mr. D. L. Rodrigues Lopes, we
tenschappelijk medewerker aan de Technische
Hogeschool te Delft, terwijl het rapport is
geschreven door Prof. De Haan.
De werkgroep kreeg tot taak te onderzoeken
of de Ruilverkavelingswet 1954 wijziging be
hoeft en, zo ja, op welke punten.
Als algemene gezichtspunten vallen omtrent
de inhoud van het rapport te vermelden: 1. de
vooropstelling van het agrarisch belang, 2. de
coördinatie van de ruilverkaveling met de
ruimtelijke ordening, 3. een versnelling van
de procedure, 4. het streven naar een grotere
mate van rechtszekerheid, 5. een verder gaan
de democratisering, 6. een vereenvoudiging
van de administratieve afwikkeling en 7. een
betere afstemming op de praktijk.
De werkgroep komt tot de conclusie dat een
algehele herziening van de Ruilverkavelings
wet op korte termijn moet worden voorbereid.
Het rapport vermeldt in totaal 85 conclusies
en aanbevelingen. Het is ter kennismaking toe
gezonden aan de Ministers van Landbouw,
Financiën en Justitie, de voorzitters van de
beide Kamers der Staten-Generaal, de Com
missie voor de Landbouw van de Tweede Ka
mer, de fractievoorzitters van de Tweede Ka
mer, alsmede de Centrale Cultuurtechnische
Commissie.
De werkgroep heeft de resultaten van haar
onderzoek niet mede neergelegd in een ont
werp voor een nieuwe Ruilverkavelingswet,
„omdat een principiële bezinning op de grond
slagen van het ruilverkavelingsrecht haar
vooralsnog belangrijker leek dan een uitwer
king in juridisch-technische details, die ge
makkelijk de aandacht van de hoofdzaken
zouden afleiden."
B.N.
Verslag O- en S-Fonds 1967
Het bestuur van de Stichting Ontwikkelings-
en Saneringsfonds voor de Landbouw heeft
het verslag over de werkzaamheden in 1967
gepubliceerd.
In het verslagjaar waren vier bijdrage-regelin-
gen in uitvoering en werden drie principe
besluiten genomen voor nieuwe bijdrage-mo-
gelijkheden.
Bedrijfsbeëindiging
Aan het einde van het verslagjaar heeft het
bestuur een nieuwe beëindigingsvergoedings
regeling vastgesteld. In het kader van het
voorbereidend beraad hieromtrent heeft het
bestuur de lopende beëindigingsregelingen I
en II resp. met ingang van 1 oktober 1967 en
1 februari 1967 opgeschort. De afwikkeling
van de ingediende aanvragen vond normaal
voortgang.
Beëindigingsregeling I
Ultimo 1967 waren 11.394 aanvragen voor
een beëindigingsvergoeding onder de bedrijfs
beëindigingsregeling I ingediend. Hiervan
Werden 5269 aanvragen goedgekeurd. Afge
wezen of ingetrokken werden 4877 aanvra
gen. In 1967 werden 1330 aanvragen inge
diend tegenover 2325 in 1966 en 3389 in 1965.
Rekening wordt ermede gehouden dat de
minder gunstige conjuncturele situatie en de
afnemende mogelijkheden voor alternatieve
werkgelegenheid buiten de landbouw mogelijk
remmende factoren zijn geweest. Als gevolg
van het verminderde aantal aanvragen daal
de ook het aantal goedkeuringen, namelijk van
2158 in 1966 tot 1231 in 1967. De leeftijds
opbouw van de aanvragers met wie in 1967
een overeenkomst is gesloten is gunstiger dan
in voorgaande jaren. Het duidelijkst blijkt dit
uit de groep van 60 jaar en ouder, die in
1964/1965 67 in 1966 48 °/o in 1967 38
vertegenwoordigde. Van de in het verslagjaar
beëindigde bedrijven is 36 °/o kleiner dan 5 ha,
behoort 45 tot de groep 510 ha en is
19% 10 ha of groter. Dit betekent wederom
307