rings- en regelingsprocessen, zoals o.a. het ge val is bij kernreactoren, geleide projectielen en chemische regelingsprocessen. Bij de digitale rekenautomaten wordt de informatie door cij fers voorgesteld, meestal in een binair systeem, een tweetallig positioneel stelsel waarbij de éénheden voorgesteld worden door een 0 of een 1 en de plaats van de éénheid, gerekend van rechts naar links, een macht van 2 repre senteert, de «-plaats stelt dus een macht van 2("—voor, overeenkomstig het bij ons ge bruikte tientallig stelsel waar de positie van de éénheid een aantal malen een macht van 10 aangeeft. Dit binaire systeem sluit ten nauwste aan bij de elektrische grootheden, die twee discrete toestanden kennen, zoals een positieve of een negatieve lading, de magnetisering in één van de twee richtingen van ferrietkernen, dan wel aan- of afwezigheid van een elektrische im puls op een bepaald moment. Deze waarden worden in getalvorm gedefi nieerd, zijnde de éne waarde een 0 en de andere een 1. Er zijn aan beide systemen natuurlijk voor- en nadelen verbonden. Een zeer belangrijk voor deel van het digitale systeem is de gemakke lijke toegankelijkheid in grote archieven met gegevens met een minimum aan handelingen, vandaar dat dit systeem steeds meer toepas sing vindt bij administratieve en wetenschap pelijke problemen, waarbij men te maken heeft met grote hoeveelheden informatie. Het werkingsprincipe van de digitale rekenautomaat In talloze beroepen wordt de rekenautomaat (computer) toegepast, zonder dat degene die met de leiding van het werk belast is een hape ring of storing zou kunnen opheffen en meest al ook niet eens de automaat bedienen kan. Een werkleider die het principe van de in structie die aan de automaat gegeven wordt begrijpt, kan met de technicus of programmeur spreken en laatstgenoemde spreekt dan weer op zijn beurt met de automaat in een taal die de robot verstaat. Dit laatste „gesprek" geschiedt in de machine taal van de automaat en bestaat uit een be paalde reeks van opdrachten, uitgedrukt in een gecodeerde combinatie van letters en cijfers, gedefinieerd in het tweetallig stelsel. Teneinde conversatie van buitenstaanders, niet „computerdeskundigen", met de automaat mo gelijk te maken heeft men meer probleem-ge richte talen, zg. symbolische talen samenge steld, die min of meer machine-onafhankelijk zijn. De autojnaat begrijpt deze taal door tussen komst van een tolk, de zogenaamde compiler, een in de machine-taal gesteld vertaalprogram ma die het in de symbolische taal gestelde pro gramma omzet in de machinetaal. Deze symbolische talen, die zich met de voor uitgang van de techniek steeds verder ontwik kelen, zijn in betrekkelijk korte tijd te leren. Enige van deze, in het Engels gestelde, pro grammeersystemen die grote toepassing hebben gekregen zijn: ALGOL 60, Formula TRANslation (FORTRAN), COmmon Sussiness Oriented Language (COBOL). De eerste twee genoemde worden veel gebruikt bij technische en wetenschappelijke problemen, omdat de wiskundige omschrijving in de pro gramma's aansluit aan de gebruikelijke wis kundige notatie, laatstgenoemd programmeer systeem vindt veel toepassing in de admini stratieve en commerciële sector. Tot een algemene programmeertaal zal het wel niet komen gezien de veelheid van automaten, welke elk hun typische eigenschappen hebben en de zeer uiteenlopende aard van de proble men. Een rekenautomaat bestaat hoofdzakelijk uit de volgende componenten: de instructie-eenheid of besturingsorgaan het geheugen het rekenorgaan: deze drie componenten worden onder de naam van centrale een heid aangegeven; één of meer invoerorganen één of meer uitvoerorganen. De kern van de rekenautomaat is de instruc tie-eenheid, welke bepaalt welke handeling de automaat in de volgende tijdseenheid zal uit voeren. Hierin staat de opdracht, die aan het geheugen is ontleend. De opdrachten worden tevoren door een in- voerorgaan, meestal een band- of ponskaart lezer of een magnetische bandlezer, ingelezen, en doorgegeven aan het geheugen, waar zij worden opgeslagen, evenals de informatie, waarmede moet worden gerekend. Dit geheugen noemt men het werkgeheugen van de centrale eenheid en zij bestaat uit fer rietkernen, die door stroomdraden tot een be paalde matrix gevlochten zijn. Daarnaast kent men ook externe geheugens om grote hoeveel heden informatie op te slaan, informatie welke 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1969 | | pagina 6