Vul zo volledig mogelijk het formulier in. Er
kan gebruik gemaakt worden van nomogram
Kadaster nr. 74.
Kan voldaan worden aan de nauwkeurigheid
waarmee e en l bepaald zouden moeten wor
den?
3. Leid de vermenigvuldigingsconstante af
voor de rolwagenplanimeter.
In welke verhouding staat deze tot die
voor een poolplanimeter bij eenzelfde arm-
instelling.
Hoe groot is de optelconstante bij de rol
wagenplanimeter.
Landmeetkundige berekeningen II
Tijd: 1 uur.
Benaderde waarden
1. a. Wanneer is een cijfer verantwoord?
b. Druk de betrekkelijke fout van een
benaderde waarde uit in de benaderde
waarde en de juiste waarde.
2. Met de formule
Ya - XA Yb
255,942
vindt men e in dmgr, als de coördinaten
voor de punten A en B zijn uitgedrukt in
km.
Deze formule moet toegepast kunnen wor
den voor een gebied met een straal van
250 km rond het centrum van het coördi
natenstelsel, terwijl de grootst mogelijke
afstand tussen A en B 20 km is.
Als e (bij afronding op 0,1 dmgr) op één
eenheid van de orde 1 nauwkeurig wordt
gevraagd, bepaal dan:
a. een benaderde waarde voor de noemer
en de maximale volstrekte fout daar
van.
b. de vereiste nauwkeurigheid van de ge
geven coördinaten van A en B.
Nomografie
1. a. Noem de voor- en nadelen van een
lijnennomogram t.o.v. een puntenno-
mogram.
b. Welke van de twee soorten nomogram-
men is in de praktijk het belangrijkst?
c. Wat is een projectieve schaal?
2. Stel een puntennomogram samen voor de
formule c (a~\~b) 20.
Construeer het nomogram zo, dat c door
interpolatie kan worden afgelezen uit a
en b. (a: 0—10; b 0—10; c: 1—10)
Landmeten en waterpassen I Tijd: 2i uur.
1. Gegeven: onderstaande figuur ABCD met
de bijvermelde meetcijfers en aanduidingen.
Gevraagd:
a. De figuur ABCD in twee gelijke delen
te verdelen door een lijn PT1T2Q, die
bestaat uit twee rechtstanden verbon
den door een cirkelboog met R
100 m; PS _L AD en SQ CD.
b. De meetcijfers te bepalen nodig voor
de uitzetting van de gevraagde grens
lijn.
2. Beredeneer de benaderingsmethode, die
kan worden toegepast bij vervanging van
een enige malen geknikte grens tussen twee
percelen door een rechte met een gegeven
richting,
a. voor het geval dat de te ruilen perceels
gedeelten ter weerszijden van de nieu
we grens een gelijke grootte moeten
krijgen (de grootte van de percelen in
de nieuwe vorm blijft gelijk);
b. voor het geval dat de te ruilen gedeel
ten, bij verschil in grondprijs ter weers
zijden van de oude grens, een zelfde
waarde moeten vertegenwoordigen (de
waarde van de percelen in de nieuwe
vorm blijft gelijk).
3. Gegeven: Onderstaande figuur.
Gevraagd: Een cirkelboog met overgangs-
bogen (kub. par.) te ontwerpen, bedoeld
als as van een aan te leggen weg, waarop
met snelheden tot 120 km/uur moet kun
nen worden gereden.
De rechtstanden worden gevormd door de
lijnen AS en BS 1/10; i 1/15).
59
200.00