waarbij in de baai een aanlegsteiger werd ge
projecteerd, welke zich ca. 1300 voet ten
Noorden van dit eiland zou uitstrekken. Van
af dit eiland zou een pijpleiding over de bo
dem van de baai naar de aanlegsteiger worden
aangelegd. Bijgevolg viel het meetwerk dan
ook uiteen in drie gedeelten:
a. het gedeelte, dat de landmeetkundige
werkzaamheden op het eiland omvatte.
Dit resulteerde in kaarten 1 2500 en
1 500 met 1 voet hoogtelijnen en coördi
natensysteem, gebaseerd op het Irish Grid
system (Cassini projectie) in voeten.
b. het gedeelte, dat de landmeetkundige en
hydrografische werkzaamheden in de baai
omvatte, resulterende in kaarten 1 1000,
1 5000 en 1 10000 met dieptelijnen van
3 voet en een coördinatensysteem gebaseerd
op UTM (Universal Transvers Mercator)
projectie.
c. het gedeelte, dat leidde tot de samenstelling
van een kaart 1 500, die beide vorenge
noemde systemen omvatte en waarop de
pijpverbindingen tussen de aanlegsteiger
en het eiland werden geprojecteerd.
De metingen van het voorbereidende werk
De betreffende oliemaatschappij had
A. reeds een voorlopige kaart laten maken van
het gebied van Whiddy Island, welke was sa
mengesteld uit luchtfoto's, gemaakt door een
aerocarto firma in Londen, B.K.S. Deze kaart
op schaal 1 2500 bevatte reeds de nodige
paspunten en hoogtelijnen van 5 vt. Ter plaat
se waren de meeste paspunten nog aanwezig.
Bijgevolg kon deze kaart worden uitgebreid
met definitieve vaste stations langs de kust
van het betrokken gebied, welke in coördina
ten en in hoogte bekend werden. (Zie afbeel
ding, waarop het plan van de olieopslagplaat
sen is afgebeeld). Het gehele plan werd achter
eenvolgens op kaart 1 500 gebracht met 1 vt
ïoogtelijnen voor de uitvoering der werkzaam
heden. De polygonen, gelegd voor deze vaste
punten, werden wat betreft de hoeken gemeten
met een Kern DKM 2 en de afstanden met de
tellurometer MRA-2. De vereffening geschied
de op de traditionele wijze, welke resulteerde
in (tot in 1/100 voet nauwkeurig, zowel in de
horizontale als verticale ligging) definitieve
coördinaten van de vaste punten en hoogten
uitgedrukt in het zgn. Dublin Datum, een aan
genomen niveauvlak voor Ierland.
B. De werkzaamheden voor de hydrografische
metingen waren reeds begonnen voordat de
kaart hierboven genoemd, gereed was. Hier
door waren bij het begin alleen ter beschikking
de zgn. zeekaarten van de Engelse admirali
teit. Deze kaarten, waarop de geografische
coördinaten en twee basispunten A en B waren
aangegeven, dienden als basis voor de triangu-
48
Maquette, welke een duidelijk overzicht geeft van de situatie (off- en onshoremet geprojecteerde pijpleiding over
de zeebodem.