knelpunt? In de achterstand bij de kadastre
ring, welke naar verluidt een jaar of twintig
bedraagt, waardoor grote wanorde is ontstaan.
(Landbouw Wereldnieuws, Jg. 17, nr. 35, sept.
1962, biz. 552.)
Grondeigendom en landregistratie
Nog nauwer verband dan met het Kadaster is
er tussen het bestaan van persoonlijk eigen
dom op onroerend goed en de landregistratie.
Onder deze laatste wordt internationaal in het
algemeen verstaan de registratie vanwege de
landsoverheid van de vestiging of de over
dracht van zakelijke rechten op onroerende
goederen. Een dergelijke registratie kan bestaan
uit de „registration of Title" (waarbij het
rechtsfeit wordt geconstateerd en vastgelegd
voor een openbaar ambtenaar, meestal een
rechter zoals in Duitsland), dan wel uit de
registratie van de inhoud van de betreffende
akte in een openbaar register („registration of
Deeds"), bijvoorbeeld door letterlijke over
schrijving van deze akte in een daartoe door
de Overheid gehouden register zoals in België,
of door de opneming van een gewaarmerkte
kopie van de akte in een losbladig openbaar
register van zakelijke rechten, zoals dat in
Nederland het geval is. Zonder het bestaan in
een land van bet persoonlijk eigendomsrecht
op onroerend goed en de hieruit afgeleide zake
lijke rechten heeft dan ook de landregistratie
in zulk een land geen bestaansbasis. De aan
wezigheid in een land van het recht van eigen
dom op vast goed houdt wel niet in dat er ook
een landregistratie is, doch wel dat aan de
Overheid als hoedster van het algemeen belang
de bescherming ook van dit recht is toever
trouwd en dat de rechtszekerheid ook ten aan
zien hiervan moet zijn vastgelegd in de lands
wetten, zodat een ieder kan weten waar men,
voor wat die rechtszekerheid en rechtsbescher
ming betreffen, aan toe is als puntje bij paaltje
komt. In steeds meer landen dragen de daar
aanwezige landregistratie en het kadaster hun
steentje hiertoe bij. Het zou de moeite waard
zijn in een wereld, waar door o.a. de be
volkingsexplosie, de voortschrijdende techniek
en het verkeer de grond steeds sterker in
waarde stijgt, een alomvattend vergelijkend
onderzoek te verkrijgen naar de aanwezige
vormen van landregistratie en kadaster. Uit de
resultaten van dit onderzoek immers zou elk
land waar vormen van particulier grondbezit
aanwezig zijn, profijt kunnen trekken. Inciden
teel zien wij dit laatste in een enkel deel van
Azië, in Amerika en ook in Europa: Nepal en
Iran zochten bij hun kadastrering aansluiting
aan de best-passende methoden van landadmi-
nistratie, elders in gebruik. Japan stuurde een
studiegroep van landmeters naar Europa, o.a.
naar het bureau van het Office International
du Cadastre et du Régime Foncier te Den
Haag, om er de meestuitgebreide informaties
te kunnen verkrijgen voor de verbetering van
het bestaande stelsel. In zuidelijk Amerika
met name o.a. in Chili, Guatemala en El Salva
dor adviseren in het kader van de Duitse
ontwikkelingshulp een aantal deskundigen uit
de Bundesrepublik de overheid bij de totstand
koming van uitgekiende meerdoelenkadasters;
in Thailand is indertijd al door de Bondspresi
dent tijdens zijn bezoek aan dit land Duitse
hulp toegezegd voor de totstandkoming van
een goed georganiseerd Kadaster. Ook in Euro
pa de bakermat van de landregistratie en
het kadaster zien wij een afweging van de
vele gevolgde systemen. Turkije zocht het al
jaren geleden in de enting van de uiterst nauw
keurige en uitgebalanceerde Zwitserse land-
administratie op de Turkse wetgeving en men
taliteit. Zweden werkt aan een grondboekstel
sel en een kadastersysteem waarbij door de in
gestelde Staatscommissie een breed onderzoek
naar de werking van andere Europese systemen
werd opgezet. Een dergelijke beoordeling van
verschillende facetten in de stelsels van land
registratie en kadastersystemen (met inbegrip
van de organisatie van de diensten die deze
systemen en stelsels toepassen) vindt ook regel
matig in Nederland plaats. Een andere han
delswijze zou trouwens heel vreemd zijn, gezien
de omstandigheid dat twee topfiguren van het
Nederlandse kadaster dagelijks te maken had
den met de werkzaamheid van het O.I.C.R.F.
en de Directeur van het Kadaster, wijlen Mr.
Ir. Meelker, als lid van het Comité des Direc
teurs de conferenties meemaakte van de „chefs
van staven" van de Europese kadasters. Alleen
al daarom doet het wat wonderlijk aan (afge
zien nog van de omstandigheid dat de vier ge
lijktijdig in gebruik zijnde Franse kadaster
stelsels èn de Franse wetgeving op het gebied
van de landregistratie ook na lè eeuw nog
lang niet de achterstand op het eenvormig en
tot-de-dag-bije Nederlandse systeem hebben
ingehaald), in „Geodesia" van september 1968
te lezen, dat het wellicht nuttig is „zich voort
durend op het moederland van het Kadaster te
oriënteren of, breder, af en toe jonge en intel
ligente waarnemers naar het buitenland te zen
den om daar hun ogen en oren de kost te
geven".
88