grondeigenaar uit hun gebied zoveel mogelijk
weren. Artikel 36 van de Grondwet van 1933
stelt dat binnen vijftig kilometers van de
Staatsgrenzen het aan vreemdelingen verboden
is, in bezit te hebben enig zakelijk recht op
land, water, mijnen, direct of indirect, persoon
lijk of collectief, onder bedreiging van inbe
slagname ervan, zonder compensatie, ten voor
dele van de Peruaanse Staat.
Buiten Centraal- en Zuid-Amerika zijn er in
feite weinig landen die in hun grondwet een
verbod ah het bovenvermelde hebben opgeno
men. Een van deze landen is Afghanistan,
waar de Constitutie van 1962 in de eigendoms
paragraaf stelt, dat vreemde mogendheden en
hun onderdanen niet gerechtigd zh'n tot het
bezit van onroerend goed in Afghanistan.
Evenals in Mexico wordt hier evenwel een uit
zondering gemaakt: onder goedkeuring van de
regering mogen onroerende goederen op basis
van wederkerigheid worden aangekocht door
en ten behoeve van de buitenlandse diploma
tieke diensten, alsmede door en ten behoeve
van de internationale organisaties waarvan
Afghanistan lid is. Op welke wijze de controle
op d? naleving van dit grondwetsartikel ge-
bi'ft en of hierbij de landregistratie is inge
schakeld. is mij nog niet bekend.
Onder de landen welke ook onder bedoelde
sroep Staten vallen, behoort Syrië. Hoewel in
de Constitutie van 1950 niet van een verbod
wordt gesproken, is in art. 21 gesteld, dat de
gewone wet de condities en de grenzen zal
vastleggen van het recht van eigendom in han-
de'"> van vreemdelingen.
Andere beletselen
Voorbeelden geven aan dat ook bij de afwezig-
he:d van een voorschrift in de Constitutie de
eigendom van onroerend goed in handen van
vreemdelingen aan banden kan worden gelegd.
Zo in Zwitserland, waar de grondwet van de
Confederatie geen speciale aandacht schenkt
aan het eigendomsrecht. Blijkens gegevens aan
het OTCRF zijn bij de gewone wet bepaalde
be'etselen g°steld voor de overdracht van
grondbezit aan vreemdelingen. De Dienst van
h~t- 7witserse Grondboek is dan ook ingescha
keld bii de controle hierop. Vóór de behande
ling van overdrachten van zakelijke rechten in
de registers van de landregistratie moeten deze
op dit b°letsel worden gecontroleerd.
Nationalistisch China (Tai Wan) kent in de
grondwet van 1947 evenmin een eventuele
belemmering op dit punt. In de „Land Law"
art. 18 wordt evenwel voorgeschreven, dat
alleen dié vreemdelingen mogen bezitten of
verkrijgen de zakelijke rechten op onroerende
goederen, van welke het vaderland diploma
tieke betrekkingen met deze republiek onder
houdt en voor zover in het betreffende land
aan onderdanen van Tai Wan dit recht even
eens is toegestaan. In de constitutie van Ier
land moge (art. 43 par. 1 sub 1) staan dat de
mens op grond van zijn existentie het natuur
lijk recht op eigendom bezit van „external
goods", dit neemt niet weg dat in hoofdstuk
45 van de Land Act 1965 is voorgeschreven,
dat een „Land Commission" de absolute con
trole uitoefent over de verkrijging van bouw
land door vreemdelingen. Deze Land Act her
innert elders ons intussen aan de voormalige
wet op de verkrijging van landbouwgronden
van Nederland, waarin de overdracht van be
paald omschreven gronden aan stringente be
perkingen onderhevig was. In de Ierse wet is
de stelregel: Iedere koper die een zakelijk
recht verkrijgt op landbouwgrond en die niet
is een „qualified person" in de zin der wet, is
uitgesloten van verwerving van zulk een recht.
Wat hiervóór van Zwitserland werd opge
merkt, geldt ook voor Tsjechoslowakije.
In de grondwet van dit land geen restricties,
doch inlichtingen uit deze Staat wijzen erop
dat de verkoop van grond aan vreemdelingen
verboden is. Controle op dit verbod wordt uit
geoefend door de rechtbanken, gemeenteraden
en staatsnotarissen (belast met de opmaking
van akten van overdracht van onroerend
goed).
Uganda, de jonge Afrikaanse staat, stel even
eens geen beletselen in de Constitutie, doch op
grond van de „Land Transfer Act" is de ver
werving van een zakelijk recht op onroerend
goed door vreemdelingen (met uitzondering
van hypotheek) niet mogelijk zonder toestem
ming van de Minister voor Natuurlijke Hulp
bronnen.
Een heel ander soort van beletsel wordt in de
grondwet van Liberia gesteld, namelijk het be
letsel voor de verkiezing van een volksverte
genwoordiger, van senatoren en van de Presi
dent. Liberia is bij mijn weten het enige land
waar in de grondwet de verkiezing van deze
ambtsdragers is gekoppeld aan het grondbezit
van de kandidaat. In art. 2 hoofdstuk 2 van
de Constitutie van 1847 is vastgelegd dat nie-
piand lid van de „provinciale staten" kan zijn,
die niet ten minste twee jaren inwoner is van
die provincie en die niet de eigenaar is van on
roerend en onbezwaard goed ter waarde van
minstens duizend dollar, gelegen in de provin
cie waarin de kandidaat woont. Artikel 2
91