degenen, die de grond bewerken. We hebben
reeds hiervóór gezien, dat bij de wet wordt be
paald hoeveel land particulieren mogen bezit
ten, en ook in welke gevallen niet-agrariërs
eigenaar kunnen zijn van in-cultuur-te-bren-
gen gronden. De praktijk is tevens, dat er in
Bulgarije een zgn. „socialistisch percelen
kadaster" aanwezig is. (Kondo P. Kondor,
Sotsialistisj Partsellenkatastar, Sofia 1962).
Ook bij de grondwet van Tsjecho-Slowakije
is de grondeigendom geregeld. In afdeling 8 is
vermeld dat binnen de algemeen bij de Wet
gestelde grenzen iedere ingezetene in het
grondgebied van de republiek eigendom van
onroerend goed mag verwerven. En in afd. 9
heet het: Persoonlijk eigendom mag uitsluitend
bij de wet worden beperkt Niemand mag
misbruik maken van zijn eigendomsrechten
ten nadele van de gemeenschap. In deze com
munistische Staat treft men eveneens een Ka
daster aan.
Bezien wij de grondwet van de Duitse Demo
cratische Republiek van 3 augustus 1950, dan
blijkt ook daar de private eigendom in de Con
stitutie beschermd, hoewel grootgrondbezit
boven 100 hectaren niet geoorloofd is. Art. 24
garandeert aan de boeren de eigendom van
hun land. Dat, bij de commassificatie van het
boerenland en de coöperatieve bewerking er
van naar Russisch voorbeeld de afzonderlijke
eigendom van de particuliere boer slechts kan
worden nagegaan aan de hand van de registers
en plans van het Oostduitse Wirtschaftskatas-
ter, is een tweede.
Ook in Hongarije wordt in de Constitutie
(art. 8 sub 2) de particuliere eigendom erkend,
al stelt men vast (trouwens heel logisch) dat
deze eigendom niet zodanig mag worden ge
bruikt, dat dit gebruik ingaat tegen het publiek
belang.
Hongarije kent eveneens een landadministratie.
In Roemenië beschermt art. 36 van de grond
wet het recht van persoonlijk eigendom. Als
objecten van dit recht wordt o.a. genoemd het
woonhuis met de grond waarop dit staat.
Welke vorm van landadministratie er thans in
Roemenië bestaat, is mij niet bekend. Vóór de
oorlog bestond er een Kadaster.
In de in 1963 gewijzigde grondwet van
Polen wordt in art. 12 gesteld: De Poolse
Volksrepubliek erkent en bevordert, op de
grondslag van de bestaande wetten, de indivi
duele eigendom en het recht op grondbezit, op
huizen en andere produktiemiddelen in het
bezit van boeren, handwerkslieden en kleine
zelfstandigen. In art. 13 krijgt dan de rest een
beurt: De Poolse Volksrepubliek garandeert
de burgers volledige bescherming van het per
soonlijk eigendom en het recht van vererving
van deze eigendom.
In dit land bestaat van oudsher een grond-
administratie, die na de oorlog ook voor
andere dan belastingdoeleinden is ingericht.
Joegoslavië garandeert in art. 18 van de grond
wet de private eigendom. Uitvloeisel van het
bestaan hiervan is de aanwezigheid van een
goed georganiseerde landadministratie, het
Katastr, waarover ik een jaar of twintig ge
leden in het Orgaan van de Vereniging van
Technische Ambtenaren van het Kadaster
mocht berichten.
Mij onbekend is de aanwezigheid van een Ka
daster in een der staten van de Unie van Socia
listische Sovjet Republieken. Het bestaan ervan
zou niet zo heel verwonderlijk zijn, want ook
in de U.S.S.R. kent men het privé-grondbezit.
In art. 5 tot 7 van de Constitutie van de
Oekraïnische Socialistische Sovjet Republiek
van 1965 wordt wel gesteld, dat het land „is
staatseigendom d.w.z. eigendom van het gehele
volk", maar tegelijkertijd wordt aan elke af
zonderlijke huishouding van de collectieve
boerderij het recht toegekend, o.a. een klein
perceel bouwland als zijn persoonlijke eigen
dom te bezitten en te gebruiken. In art. 10
wordt onder de persoonlijke eigendomsrechten
van de ingezetenen o.a. het huiseigenaarschap
genoemd. In nagenoeg dezelfde bewoordingen
wordt in de grondwet van de U.S.S.R. zelve
(art. 7) gewag gemaakt van de privé-eigendom
dan wel van ondergeordend beheer van een
klein perceel gezinsland. Eenzelfde opmerking
is te maken over de Constitutie van 1960 van
de Byelorussische Socialistische Sovjet Repu
bliek (Minsk e.o.). Ook de Chinese Volks
republiek (grondwet 1954, art. 8) erkent het
„recht van de boeren" om land te bezitten. Of
dit met deze Aziatische landen zo gesteld is,
dat bedoelde particulieren ook het recht heb
ben, hun privé-eigendom aan land of huis aan
anderen over te dragen, is mij uit de tekst van
de grondwetten die ik onder ogen kreeg, niet
gebleken. Wel spreekt art. 6 van de grond
wet van de Mongoolse Volksrepubliek over het
recht van de inwoners van deze communisti
sche republiek op de private eigendom van o.a.
woonhuizen en van het recht van vererving
van particuliere eigendom.
Onaantastbaarheid van privé-eigendom
In vele grondwetten wordt in de betreffende
paragraaf de onaantastbaarheid van het
eigendomsrecht als zodanig uitdrukkelijk
93