Finland, art. 6: Onteigening voor doeleinden
van algemeen nut, met volledige schadeloos
stelling, zal bij afzonderlijke wet worden ge
regeld.
Duitse Bondsrepubliek (1949, art. 14 sub 3):
Onteigening zal slechts mogelijk zijn voor het
algemeen welzijn, en kan alleen geschieden op
grond van de wet of op basis van een wet die
de schadevergoeding regelt.
In de grondwet van Griekenland (vóór het
optreden van de huidige machthebbers) stelde
art. 17: Niemand zal uit zijn eigendom wor
den ontzet, behalve in geval van algemeen
welzijn welke behoorlijk bewezen moet zijn in
de gevallen die de wet voorschrijft, en altijd
na volledige schadevergoeding, door de recht
bank vast te stellen.
Guatemala, art. 15: Geen onteigening vindt
plaats, uitgezonderd in geval van algemeen
nut of publieke noodzaak.
Van ongeveer gelijke strekking zijn de desbe
treffende artikelen in de Constituties van Ar
gentina (art. 38), België (art. 11), Brazilië
(art. 141 sub 16), Cambodja (art. 7), Chili
(art. 10), Colombia (art. 30), Honduras (art.
74), Indonesië (art. 27), Irak (art. 10), Italië
(art. 42), Japan (art. 29), Jordanië (art. 11),
Koeweit (art. 18), Korea (art. 20 sub 3), Liba
non (art. 15), Lybië (art. 31), Liechtenstein
(art. 35), Luxemburg (art. 16), Mexico (art.
27), Monaco (art. 9). ((Ik begrijp goed dat dit
een droge opsomming is, doch voor latere na
zoeking wellicht voor anderen van belang)).
De grondwet van Noorwegen schrijft bij art.
105 alleen voor: Indien het algemeen belang
van de Staat vraagt dat enig persoon zijn roe
rend of onroerend goed t.b.v. het publiek ge
bruik zal moeten afstaan, dan zal hij de vol
ledige schadevergoeding ontvangen uit handen
van de onteigenaar. De Zweedse grondwet is
in zoverre exceptioneel, omdat daarin de Ko
ning verklaart, niemand uit enig onroerend
privé-eigendom te ontzetten zonder verplicht
proces en vonnis, in overeenstemming met de
bepalingen, voorgeschreven in de Zweedse
wetten en statuten.
Een andere uitzonderlijke bepaling treft men
in Brazilië aan. Daar is in art. 141 sub 16
voorgeschreven dat de schadevergoeding bij
onteigening in geld moet worden betaald. Al
leen in art. 38 van de grondwet van Turkije
treft men nog een zelfde bepaling aan.
Colombia schrijft in zijn grondwet niet voor
dat zoals dat indertijd in Nederland het
geval was bij elke onteigening een wet-ad-
hoc het publieke nut of het algemeen belang
ervan moet vastleggen, doch laat in art. 30
het aan de wetgever over, dit publieke nut en
het algemeen belang in een raamwet te defi
niëren. Op grond van de bepalingen in deze
raamwet kan onteigening via een uitspraak
van de rechtbank plaats vinden. In Ethiopië
kan op basis van art. 43 van de Ethiopische
grondwet door de minister onteigening wor
den bevolen. Dit bevel moet evenwel door de
Ministerraad zijn goedgekeurd en bekend ge
maakt in de Negarit Gazeta, het staatsblad. In
dit afwijkend verband is ook nog op te mer
ken dat art. 60 van die grondwet de confiscatie
van eigendom als straf niet toelaat uitgezon
derd in gevallen van verraad tegen de Keizer
of tegen het Keizerrijk.
In tegenstelling tot de grondwet van de repu
bliek Vietnam (Saigon, 1965), waarin niets
over volks- of eigendomsrechten te vinden
valt, geeft de constitutie van de Democratische
Republiek Vietnam (LIanoi 1959) in art. 11
aan: In de Democratische Republiek van
Vietnam, gedurende de huidige periode van de
overgang naar het Socialisme, zijn de vormen
van de eigendom der produktiemiddelen:
a) staatseigendom, dat is eigendom van het
gehele volk een zinsnede die ook in andere
communistische grondwetten voorkomt),
b) coöperatieve eigendom, dat is collectieve
eigendom van de werkende klasse,
c) eigendom van de afzonderlijke arbeiders,
d) eigendom van de Vietnamese kapitalisten.
Art. 17 is even duidelijk als de desbetreffende
artikelen in de grondwetten van Bulgarije en
Oost-Duitsland. „De Staat verbiedt ten
strengste het gebruik van de private eigendom
voor de ondermijning van het economisch le
ven van de gemeenschap." Onteigening kan
ook in Noord-Vietnam (art. 20) alleen ge
schieden ten algemene nutte binnen de grenzen
en onder de condities, bij de gewone wet vast
gesteld en na voorafgaande compensatie.
Uit deze summiere en onvolledige opsom
ming ziet U, dat een groot aantal landen van
de meest verschillende geaardheid in hun con
stitutie de hoofdlijnen heeft voorgeschreven,
waarlangs de onteigening mag plaats vinden.
Bij de effectuering van deze onvrijwillige
eigendomsoverdracht met name van on
roerende goederen bewijst de praktijk, dat
hierbij de verscheidenheid van nationale land-
registraties en kadastrale administraties een
belangrijke nevenrol vervullen.
Andere aspecten
Ook aspecten van minder betekenis ten aan-
114