Samenvattingen van de congreslezingen
De Voerstraalmethode,
door Ir. W. A. Claessen
De toepassing van de voerstraalmethode met
behulp van optische afstandmeters ten be
hoeve van de detailmeting is de laatste jaren
toegenomen. Komt dit voor een deel door het
drukker wordende verkeer, waarvan men bij
deze methode minder hinder ondervindt dan
bij de conventionele methode, de hoofdoorzaak
moet worden gezocht in het feit dat de voer
straalmethode zich uitstekend leent voor een
automatische verwerking van de meetgege
vens.
Reeds geruime tijd wordt aanvaard dat in
heuvelachtig terrein de voerstraalmethode met
behulp van optische afstandmeters kan con
curreren met de methode van het lijnenver-
band; dit zelfs zonder een automatische ver
werking van de meetgegevens. Om na te gaan
of dit ook in vlak terrein het geval is,
maar dan mét een zo volledig mogelijk auto
matische verwerking van de meetgegevens,
zijn in 1965 en 1966 de nodige onderzoekingen
gedaan.
De nauwkeurigheid en de tijd- en kostenbe
sparingen zijn bij de proeven onderzocht, ter
wijl tevens gegevens zijn verkregen over de
beste samenstelling van de meetploeg, de con
trole op de metingen, de wijze van afleveren
van de eindresultaten, enz.
Met behulp van informatiebladen, waarop de
waarnemingen en verdere gegevens in het ter
rein worden aangestreept, wordt de automati
sering zo ver mogelijk doorgevoerd. Met opti
sche bladlezers kunnen namelijk de gegevens
op deze bladen rechtstreeks in de computer
worden ingevoerd of op ponskaarten worden
overgebracht.
Zijn de coördinaten van alle punten berekend,
dan kan men weer door middel van een infor
matieblad de gemeten eigen maten controleren,
de grootten van de opgenomen percelen bepa
len en de informatie voor de automatische
kaartering krijgen.
De proeven hebben aangetoond dat ook in
vlak terrein de voerstraalmethode m.b.v. op
tische afstandmeters een aanvaardbare me
thode is. Mits men de gegevens automatisch
verwerkt en mits men het object zorgvuldig
kiest.
Latere bijhoudingsmetingen, volgens de con
ventionele methode, blijken zeer goed mogelijk.
Op de ingeslagen weg zal men behoedzaam
verder moeten gaan. Meer nog dan naar de
invoering van instrumenten met een automa
tisch registratie-systeem, zal moeten worden
gezocht naar middelen om de tijd, besteed aan
de metingen ten behoeve van de punten van de
detailveelhoeken, te beperken.
Probleemanalyse van computertechnische en
meettechniscbe facetten van leidingen regis
tratie, door Ir. M. J. Hoek.
Tal van instellingen gebruiken de openbare en
particuliere grond om hierin voorzieningen
voor het transport van energie, die in een mo
derne maatschappij noodzakelijk zijn op te
bergen.
Van landmeetkundige zijde is herhaalde malen
gewezen op de noodzaak van een registratie
op uniforme wijze door middel van meetge
gevens en kaarten.
Op het ogenblik knutselen tal van bedrijven
en diensten zelf aan de opmeting en vastleg
ging van de ondergrondse leidingen in kaarten,
ieder op hun eigen wijze, terwijl er meestal
geen enkel verband bestaat tussen de metingen
van de verschillende diensten.
In gemeenten is het geen zeldzaam verschijnsel
dat elk bedrijf (gas-, elektriciteits- of water
leidingbedrijf) zijn eigen gang gaat. Van een
coördinatie is geen sprake.
Voor zover door bedrijven en diensten een
registratie van de ondergrondse leidingen
wordt bijgehouden is door personeelstekort
praktisch overal een grote achterstand in de
registratie ontstaan. Vooral het registreren
op kaarten van de verzamelde informatie lijdt
onder de grotere belangstelling van het per
soneel voor ontwerp- en informatiewerkzaam
heden.
Aangezien jaarlijks de financiële gevolgen van
storingen veroorzaakt door graafwerkzaam
heden groter worden, wint de mening terrein
dat ernstig aandacht moet worden besteed
aan registratie van kabels en buizen.
145