Ponskaarten in punten liJ
door Ir. H. L. Rogge, hoofdingenieur van het Kadaster te Eindhoven.
Inleiding. Nadat gedurende enige jaren proe
ven waren genomen met de toepassing van het
„Ponskaartensysteem" op een drietal ruilver
kavelingen (t.w.: „De Lollebeek" in Limburg,
„Dalen" in Drenthe en „Ziewent-Harreveld"
in Gelderland), is thans door hogerhand be
slist, dat voor de (administratie van) ruilver
kavelingen in de provincies Limburg en Dren
the uitsluitend ponskaarten zullen worden
„ingezet". Schrijver dezes is met de organisatie
van deze toepassingen belast. Hij heeft daar
over voor Cultuurtechnische Dienst (C.D.) en
Ruilverkavelingsdienst van het Kadaster, reeds
enige malen voordrachten gehouden. De hier
volgende „77 punten" vormen een uitwerking
van zo'n voordracht.
Het kwam de redactie van „Geodesia" waar
schijnlijk voor dat, behalve het personeel van
de betrokken Ruilverkavelingsbureaus in de
genoemde provincies, ook andere lezers van dit
blad in het „Ponskaartensysteem" geïnteres
seerd zouden zijn. Vandaar: dit artikel!
Behandeld worden voornamelijk de toepassin
gen van ponskaarten m.h.o. op de „Stemming"
en de „Schatting" in Ruilverkavelingen. De
laatste wordt nog gevolgd door de, tegelijk met
die der „Schattingsuitkomsten" plaats hebben
de, tervisielegging van de z.g. „Lijst van
Rechthebbenden". De verwerking der „Wen
sen" (de „Toedeling") wordt maar even aan
geroerd, omdat de uitwerking van dit onder
deel van het totale probleem der mechanisatie
van de ruilverkavelingsadministratie nog in
een te pril stadium verkeert. Daarover dus, om
met „Oubol" van „De Groene" te spreken, een
volgende keer!
1. Grondgedachte. In een Ruilverkavelings
administratie komen twee soorten gegevens
voor:
a. die t.a.v. personen („subjecten").
b. die t.a.v. percelen („objecten").
2. Soms zijn alleen persoonsgegevens nodig
(bijv. Naamlijst ex. art. 34 van de Ruilverka-
velingswet).
Soms zijn alleen percelen nodig (bijv. Percelen-
lijst; Grootte van het blok).
3. Vaker wordt gevraagd het verband tussen
personen en percelen. Bijv. „Stemmingslijst"
(volgt uit art. 42 van de wet), of: „Lijst van
Rechthebbenden" (art. 55 van de wet).
4. Dit verband is te vinden in de kadastrale
legger.
5. Dezelfde gegevens komen in de administra
tie voor in wisselende verbanden.
D.w.z.: in steeds andere groeperingen (in we
zen: sorteringen). In de „Stemmingslijst" en
in de „Lijst van Rechthebbenden" zijn dezelfde
personen en percelen anders gegroepeerd.
6. Een naam (persoon) komt in de administra
tie 25 a 30 keer voor; een perceel 20 a 25 maal.
Logische gedachte: 1 maal vastleggen, n maal
gebruiken.
7. Vastlegging geschiedt in een „informatie
drager". Deze moet (zie punt 5) gemakkelijk
„sorteerbaar" zijn.
8. Een informatiedrager die aan de eis van
punt 7 voldoet, is de ponskaart.
Een ponskaart is een stuk karton van (8.2 X
18.7 cm), dat in 80 kolommen is verdeeld.
In elk daarvan kan één cijfer, letter of teken
d.m.v. één of meer ponsingen worden vast
gelegd. In iedere kolom kan op 12, in rijen
gerangschikte, plaatsen een ponsing worden
aangebracht: 0 t/m 9, en daarboven in nóg
twee rijen, resp. genoemd 11-rij en 12-rij.
9. Een cijfer wordt weergegeven door één
oonsing, en wel in de overeenkomstige rij. Een
letter door twee ponsingen, en wel door ge
bruik te maken van een cijferponsing (zg.
„onderponsing") plus een nul-, 11- of 12-pon-
sing (zg. „bovenponsingen").
131