Op 19 mei 1969 had een voor de Nederlandse kartografie gedenkwaardige gebeurtenis plaats. Op deze dag namelijk heeft dr. ir. C. Koeman het ambt van gewoon hoogleraar in de karto grafie aanvaard; een hoogtepunt ongetwijfeld in het leven van de ordinaris, maar ook een mijlpaal in de historie van de Nederlandse kartografie, omdat het voor het eerst in haar geschiedenis is, dat een leerstoel voor deze we tenschap aan een van de Nederlandse univer siteiten wordt gevestigd. Vanaf deze plaats past het ons als dagelijkse bedrijvers van een van de basistechnieken voor de kartografie, Prof. Koeman met zijn uitver kiezing tot eerste ordinaris van de leerstoel in de kartografie onze gelukwensen aan te bieden. Prof. Koeman heeft aan zijn inaugurale rede de titel gegeven: Het beginsel van communi catie in de kartografie" De definitie van de kartografie als vakdisci pline en als wetenschap vindt spreker in de omschrijving „medium voor communicatie door middel van grafische symbolen". De wezenlijke betekenis van de kartografie voor onze samenleving is nauwelijks in enkele kernachtige bewoordingen uit te drukken; wel is dit mogelijk voor de functie van kaarten, die in één enkel woord kan worden omschre ven, namelijk in - om wat zij bedoeld zijn te geven - „communicatie". Dit algemene thema in de communicatieleer: „hoe zeg ik wat tot wie", betekent in de kar tografie: „de kartograaf die als kaartmaker via grafische symbolen informaties verschaft over met het aardoppervlak in ruimtelijke re latie verkerende voorwerpen, welke infor maties bestemd zijn voor een breed publiek." In zijn verdere betoog gaat de spreker in op de beantwoording van de vragen: „hoe, wat, wie". In het „hoe" komen de raakvlakken naar vo ren, die de kartografie heeft met de weten schappen, die er fundamenteel aan ten grond slag liggen, dan wel op technisch gebied als ondersteunend kunnen worden gekenschetst. De in de tegenwoordige tijd gestelde vraag Prof. Koeman, hoogleraar in de kartografie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht „hoe zeg ik wat tot wie" kan men ook in de verleden tijd stellen: „Hoe zei men wat tot wie". Voegt men aan deze vraag toe het bij woord van tijd „wanneer", dan is de histo rische kartografie in haar verbinding met de geschiedeniswetenschappen tot zijn recht ge komen. De spreker gaat nu in op wat ons uit het verleden als antwoord op deze vragen is overgebleven. In dit verband uit hij tevens zijn bezorgdheid over de houdbaarheid niet alleen van het historisch waardevolle kaartmateriaal, maar nog meer van de geestprodukten - en vooral van het materiaal, waarop deze wor den vastgelegd - die in de tegenwoordige tijd worden vervaardigd. Misschien kunnen de natuurwetenschappen in dit opzicht aan de nieuwe wetenschap de hel pende hand reiken. De zeer interessante tekst van de inaugurele rede van professor Koeman is in druk ver schenen bij Theatrum Orbis Terrarum te Am sterdam. Een exemplaar van deze uitgave is ons ter opname in de bibliotheek toegezonden. Belangstellende lezers kunnen het op de hun bekende wijze bij de bibliotheek ter inzage op vragen. J. v. E. Nieuw hoofdkantoor Keuffel Esser Co. 14 juni j.l. heeft de reeds 102 jaar bestaande Amerikaanse fabriek van technische, repro- grafische en landmeetkundige apparaturen en toebehoren Keuffel Esser Co., kortweg K E genoemd, haar nieuwe hoofdkantoor in Morristown New Yersey geopend. In Nederland geniet K E de meeste bekend heid door haar Stabilene en Herculene teken en graveerfilms. In de Verenigde Staten echter omvat hun pro gramma meer dan 10.000 produkten voor technische en wetenschappelijke beroepen. 184

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1969 | | pagina 20