4. Gevraagd: op schaal 1 50 een halve dwarsdoorsnede van een plattelandsweg, waarvan het volgende gegeven is: M.V. 0 K.W. 2.00 Verhardingsbreedte 5 m Verharding: tussenlaag 0,07 dik (warm grindzandasfalt), deklaag 0,05 dik (grof dicht asfaltbeton). Wegsloten: bodembreedte bodemdiepte 0,60. Opmerking: Gebruik van het Polytechnisch zakboekje is toegestaan. Recht Tijd: 2i uur 1Welke regelen geeft de wet omtrent het be stuur van gemeenschapsgoederen? Noem twee uitzonderingen hierop. 2. Behandel de boedelscheiding (hoofdregel, vorm, voorschriften, gevolgen). 3. Wat is het verschil tussen een vrije gemeen schap van eigendom en een gebonden? Noem voorbeelden van deze laatste vorm. 4. Welke vereisten stelt de wet voor verja ring van onroerende zaken? Licht deze toe. 5. Welke hoofdregel geldt bij inschrijving van hypotheken? Welke uitzondering bestaat hierop? Is het noodzakelijk om de akte van cessie van hypotheek te laten inschrijven? 6. Welk percentage van het totaal der Rijks uitgaven vormen de uitgaven voor het Mi nisterie van Financiën? Hoe geschiedt de behandeling van de rijks begroting in de Staten-Generaal (punts gewijs opsommen). Wat is de functie van de Algemene Reken kamer? 7. Behandel de binnentredingsbevoegdheid ingevolge: a. de onteigeningswet, b. de belemmeringenwet privaatrecht. 8. Geef een vergelijking van het positieve stelsel en het negatieve stelsel van over heidsadministratie van onroerend goed ten aanzien van de essentiële juridische punren. Wat verstaat men onder de „öffentlicher Glaube". Hulptechnieken Tijd: 2i uur A. Geodetische astronomie. 1. Zoek sterren die geschikt zijn voor een breedtebepaling uit meridiaanshoogten voor een plaats met cp 5°HB 2?» 3h 40m (West van Greenwich). Tijdzone 4 uur verschil met GMT 9 mei 1969 zonetijd 19h 30m ongeveer. 2. a. Bij de simultane lengte- en breedtebe paling wordt de formule cos z sin <p sin cos cp cos <5 cos t gebruikt. Laat zien hoe in deze formule de 2 wordt ingevoerd, b. Hoeveel sterren heeft men bij deze me thode minimaal nodig? B. Kartografie. Gegeven de centrale (gnomonische) projectie, raakvlak in N.P. In de afbeelding wordt een x-y assenstelsel aangebracht, y-as in de richting van Green wich, x-as hier loodrecht op. a. Bepaal de coördinaten in de projectie van een punt met breedte en lengte cp en 2. b. Bepaal de vergroting in de meridianen en in de parallelcirkels en laat zien dat de afbeelding noch conform noch equivalent is. c. Bepaal de vergelijking van de lijn in de projectie die de afbeelding is van de grote cirkel door de punten P, cp 45°, 2 30°) en Po cp bgtg2, 2 90°). C. Fotogrammetrie. Fotogrammetrische uitwerkingsinstrumenten moeten worden gerekend tot de analoge com puters. Immers zij realiseren ruimtelijke pro jectieve meetkunde om een foto (fotopaar) te kunnen herleiden tot een kaart. In de ontschrankingstoestellen moeten daartoe foto en kaart, in de beeldenpaarapparaten fotopaar en kaart in een bepaalde onderlinge stand worden geplaatst, die afhankelijk is van opnamesituatie en kaartschaal. Men noemt deze onderlinge stand de uitwerk- situatie. Deze wordt in de praktijk veelal zui ver empirisch bereikt, d.w.z. geheel „op het oog", uitgaande van de benodigde correspon derende punten in foto en kaart. Vragen: a. Behandel de uitwerksituatie voor een ont- schrankingsapparaat met het accent op de theoretische analyse van het probleem. 190

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1969 | | pagina 26