to-tape") zijn overgebracht. De computer moet daartoe eerst „geprogrammeerd" worden. N.B. De kaartbestanden blijven, ter verwerking van mutaties, bewaard! 52. Aantekening bij percelenlijst (18) en naamkaart (22). Ook deze formulieren zijn in gericht als ponsdocument. Dit blijkt uit het feit dat in de kop verwezen is naar de kolommen van de ponskaart (veld), waar een eronder vermeld gegeven is te vinden, of terecht moet komen. Ze zijn t.z.t. „ponsdocument-muta ties". De onderste regel van 18 is een „consort- perceel". 53. Aantekening bij leggerextracten (19 en 20). Hierbij is een scheiding aangebracht tussen „tenaamstelling" en „percelen". Zg. „namen legger" (biilage 19) en „percelenlegger" (bij lage 20). Bij „percelen" is alleen de „hoofd eigenaar" (HVN 01) van het betrokken artikel nog eens vermeld, a.h.w. als „adres" van de bijbehorende percelen. Het leggerextract is nodig voor twee doelein den. 1. Om een controle op de vastlegging der ge gevens te krijgen (een verkeerd aangestreept of geschreven artikelnummer verraadt zich pas in deze fase). Men moet daartoe de extracten (visueel) met de leggerartikelen vergelijken. 2. Om mutaties in het bestand te kunnen aanbrengen. Onze mutaties worden van /eggermutaties overgenomen. 54. Aantekening bij stemmingskaart (21a). De „grootte van het artikel" (som der groot ten van de op dat artikel geboekte percelen) is met het „aandeel" vermenigvuldigd om de „stemgerechtigde grootte" (st.ger.gr.) te krijgen. De „verwijzingen" rechts worden ge bruikt. om. ter voldoening aan het gestelde in Art. 42, lid 2, sub 2° van de Ruilverkavelings- wet vruchtgebruikers enz. en bijbehorende bloot eigenaren naar elkaar te kunnen verwij zen. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het AVN (punt 20). De verwijzing wordt, via het programma, teweeg gebracht d.m.v. de gelijk heid van het cijfer in de „eenhedenpositie" uit de code van de bij dit detail betrokken zake lijke rechten (vgl. bijlage 7). Gezorgd wordt dat voor de vruchtgebruiker enz. de st. ger. gr. in de daarvoor bestemde kolom wordt afge drukt en voor de bijbehorende bloot eigenaar op diéns kaart in de kolom „niet-stemgerech- tigde grootte" (Niet st. ger. gr.). Dergelijke bijeenbehorende kaarten worden via het AVN (zie boven) naar elkaar verwezen. Vg. Bijlagen 21b en 21c. Op 21c komt ook nog een „con- sortgrootte" van 30 ca voor. Voor het „Aan deel" op de betrokken regel, zie het „N.B." van Bijlage 7! In 21 d beelden we ook nog de stemmingskaart af van de „hoofdeigenaar" uit Artikel Horst 9105 (Peters). Op dit Artikel kwam een perceel(totaal) van 10.00 are voor. De „C" bij (de „ZR-kaart" van) Mevrouw Caspers (21c) zorgde ervoor dat t.a.v. Peters de „artikelgrootte" van 10.00 are eerst met 30 ca verminderd werd, tot 9.70. En daar het aandeel 1/1 is, bedraagt de ..st.ger.gr." ook 9.70! 55. Na de stemming: de schatting! Daartoe moeten eerst schattingsgegevens ter beschik king staan. Deze worden op plans („Werk plan I") per perceel genoteerd in de vorm van schattingsgrenzen én schattingsbedragen („klassebedragen" in guldens per are). N.B. Schattingsgrenzen behoeven alleen te worden ingetekend voorzover ze niet met per ceelgrenzen samen vallen. Ligt een perceel ge heel in één schattingsklasse, dan behoeft slechts het klassebedrag in het perceel te worden ge noteerd en verder in het perceel niets te worden ingetekend. 56. Tevens moeten bij deze werkwijze per perceel „gebruiksgegevens" (pachtgegevens) op dezelfde manier ter beschikking staan (en tegelijkertijd!). Dwz.: gebruiksgrenzen, voor zover niet samenvallend met perceelgrenzen, en R-nummers van gebruikers (voorzover geen eigen gebruik in het geding is). Alles ook weer oo het werkplan! Het resultaat vertoont een beeld als dat van perceel Horst E 2764 (Ruil verkaveling 01, „De Lollebeek"), afgebeeld in bijlage 23. N.B. Bij „eigen gebruik" is geen R-nummer in het betrokken perceelsgedeelte vermeld. Men zou dit ook wel kunnen doen, volledigheids halve, maar vooral ter controle op het vergeten van het noteren van een R-nummer! 57. Tegelijk moeten, om een efficiënte verwer king mogelijk te maken, pachtregistratie (C.D. Reg.R. 20), hypotheekregistratie (R 16) en ser vituten- (en andere bijzondere rechten-)regi- stratie (R 26) aanwezig zijn. Men moet der halve zijn voorbereiding vaak anders inrichten dan bij de „klassieke" methode! 58. Is aan bovenstaande voorwaarden (punt 55 t/m 57) voldaan, dan wordt het beginsel toegepast vermeld in punt 25: voor elk detail een aparte kaart. Dit betekent: a. Voor personen. Aanvulling van de reeds aanwezige gegevens met coderingen die het pachterschap (c.q. hypotheekhouderschap) be- 168

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1969 | | pagina 4