1 1500), welke bovendien de banen bevatte, die door het meet- en baggerschip gevolgd dienden te worden. Het is noodzakelijk voordat het eigenlijke werk begint de beide stations (red en purple) zodanig te corrigeren, dat de uitgezonden pa tronen der zenders overeenkomen met de ge- kaarteerde banen in het gebied waar geope reerd wordt. Dit kan gebeuren door verschil lende Hi-Fix gegevens te vergelijken met de conventionele plaatsbepalingen, uitgevoerd met de sextant. Wanneer dit is gebeurd, is men zeker, dat alle schepen aflezingen op elk punt registreren, welke gelijkwaardig zijn. Nauwkeurigheid en het stabiliteitsonderzoek Er zijn twee belangrijke factoren, welke een rol spelen in nauwkeurigheid en stabiliteit van een Hi-Fix systeem: 1. De basis-stabiliteit van de uitgezonden pa tronen en van de ontvanger, welke een concrete aanduiding is van de herhaalbaar heid van het systeem, d.w.z. van de nauw keurigheid waarbinnen men kan terugke ren naar een positie, waarvan de Hi-Fix coördinaten bekend zijn. 2. De absolute nauwkeurigheid, waarmede men de verschillen kan vaststellen tus sen de geodetische coördinaten van een punt, verkregen door Hi-Fix waarnemin gen en geodetische coördinaten, verkregen door middel van de meer conventionele manier. In een tropisch land, zoals Nigeria, waar zwa re plaatselijke stormen kunnen optreden, ver oorzaken deze soms zodanige radiostoringen, dat deze grote invloed hebben op de door de Hi-Fix uitgezonden signaalsterkte. Gelukkig komen deze storingen alleen in een bepaald gebied voor en dan nog slechts enkele malen per jaar. Gedurende de experimentele periode van het Hi-Fix systeem in 1963 bleek dat minder dan l°/o van de operationele uren verloren ging door onbruikbaarheid van het Hi-Fix systeem, welk verlies zeer redelijk is te noemen. De standaardafwijking in 1963 tussen het theoretische patroon en het uitgestraalde pa troon bedroeg 0,017 der stroken, welke afwij king zich laat vergelijken met een 0,01 nor maal, verkregen in meer gematigde gebieden. De absolute nauwkeurigheid zal altijd iets minder zijn dan de inwendige, omdat laatstge noemde niet de fouten omvat, welke het gevolg zijn van onjuist aangenomen voortplantings- snelheid en eventuele variaties in deze snelheid. Om een precisiesysteem als het Hi-Fix te controleren is het noodzakelijk om de plaats bepalingen van diverse dieptepunten met be hulp van theodolieten (voorwaartse insnij ding) na te gaan. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat bij een duidelijk zicht en met behulp van enige goed opgeleide sextantwaarnemers, het mogelijk is hiermede een aantal zeer betrouwbare waar nemingen te verzamelen. Gedurende 1963 werden er iedere maand sex tantwaarnemingen verricht over de gehele lengte der geul, daarbij gebruik makend van de bakens „Fouche", „Lighthouse" en „Sail". De „Hi-Fix" waarnemingen werden berekend uit de gegevens, verkregen met behulp van de sextant, en deze werden vergeleken met de waarnemingen van de genoteerde „Hi-Fix"- coördinaten. Voor de beide patronen gaf dit de volgende resultaten: a. Purplepatroon. Van de 150 waarne mingen gedurende de periode november 1962 tot december 1963 was het maximum verschil tussen de berekende en waargeno men „Hi-Fix-coördinaten 0,05 van een strook in het noordelijke gedeelte van de geul, 0,03 in het middelste gedeelte en een minimum 0,04 in het zuidelijke gedeelte. Het gemiddelde van alle waar nemingen van het „purple" patroon was 0,015 van de stroken en de standaardaf wijking van het verschil tussen de sextant en de „Hi-Fix" waarnemingen was 0,025 van de stroken. b. „Red" patroon. Voor dit patroon werden totaal 149 waarnemingen verricht. In het noordelijke gedeelte der geul werd een ver schil van 0,08 van een strook geconsta teerd, in het middengedeelte 0,02 en in het zuidelijke gedeelte 0,09 van een strook. Het gemiddelde van de verschillen in het „red" patroon was 0,04 van de stroken en de standaardafwijking 0,03 der stroken. De veranderingen in de verschillen langs de geul zijn voor het grootste deel te wijten aan het feit, dat de zendgolven zich over landge- deelten moesten voorplanten. Doordat een en ander tijdig werd onderkend, konden na een volledige controle deze fouten worden verbeterd door de kaarten in deze ge deelten der geul enigszins te wijzigen. Een grotere nauwkeurigheid der plaatsbepa- 222

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1969 | | pagina 6