F/a 3.
ling is uit het oogpunt van het baggeren en
het hydrografisch werk meer gewenst voor de
richting loodrecht op de te baggeren geul dan
in de lengterichting.
Bij een verschuiving der stroken van 0,05 bij
het „purple" station en 0,08 bij het „red"
station in het noordelijke gedeelte, bedraagt de
zijdelingse afwijking loodrecht op de lengte
richting der geul 12 voet.
De maximum zijdelingseafwijking in het mid
dengedeelte der geul is 20 voet, bij het zuidelij
ke gedeelte 30 voet.
Vele landmeetkundigen zullen bij het lezen
van deze cijfers wel met hun ogen knipperen
over dit soort nauwkeurigheid, maar men
dient daarbij wel te bedenken, dat dit maxi
mum fouten zijn; bovendien kan men er van
overtuigd zijn, dat de variaties van dag tot
dag bij zulk baggerwerk binnen de grenzen
der nauwkeurigheid liggen, welke bij zulk
werk als eis worden gesteld.
Deel II
Was de vorige geul, waarvoor de kaart werd
samengesteld, slechts 8,50 m (25 voet) diep, de
snelle ontwikkeling van de capaciteit der
tankers noodzaakte de Nigeriaanse autoritei
ten de betrokken geul te verbreden, te verdie
pen en te verlengen, vooral om Bonny als
oliehaven te laten dienen voor grotere tankers.
Een geul werd ontworpen, zoals aangegeven
in het desbetreffend dwarsprofiel (fig. 3),
waarop het oude en nieuwe profiel zijn aan
gegeven. De consequentie was, dat er onge
veer 15 miljoen m3 (20.000.000 kub.yrds)
grond zouden moeten worden verwijderd. Bo
vendien diende het werk in een snel tempo te
worden uitgevoerd. De diepte werd verhoogd
tot 12,20 m (40 voet).
Het werk werd uitgevoerd door een combi
natie van aannemingsmaatschappijen en het
geheel werd opgezet als een militaire operatie,
waarbij niet alleen gedacht werd aan het tech
nisch gedeelte van het werk, maar ook de so
ciale problemen van het personeel dat hieraan
meewerkte, niet werden vergeten.
De plaatsbepaling
Binnen drie maanden nadat het contract was
aanvaard, moest begonnen worden en in 1963
begonnen de drie „hopper-zuigers" hun werk.
De bodem bestond grotendeels uit hard zand.
De plaatsbepaling van de zandzuigers was ge
heel gebaseerd op het Decca Hi-Fix systeem,
zoals in het bovengenoemde 1ste deel is om
schreven.
Tevoren werden beide zijden van de te bag
geren geul gemarkeerd door boeien om het
scheepvaartverkeer erop te attenderen, dat in
deze zone baggerwerkzaamheden werden ver
richt.
De te baggeren geul werd in lengterichting
verdeeld in verschillende vakken van bepaalde
breedte en wel zoals aangegeven in fig. 3 en 4.
De breedte van de vakken boven de hellingen
van de te baggeren geul was 22,5 m (75'),
boven de nieuwe bodembreedte 15 m (50').
Het werkelijk te baggeren gebied strekte zich
bijgevolg uit over de vakken respectievelijk
begrensd door de positielijn 68 en oostelijk
door de positielijn 44.
De vorengenoemde vakken in de lengterich
ting werden - gezien de lengte van deze vak
ken van ruim 14 km - wederom verdeeld in
gebieden (secties) van 450 m (1500') breedte
tot een totaal van 32.
i - jC
fig4-
223
VWV:
Zs<9 ctn
g/. s {soomj
ÓO TTltJXS'J
/9<S>7n tro'J
•a-4
Dwarsprofiel van de te baggeren geul en de bestaande (licht gearceerdewaarop tevens de grenslijnenzijnde de po-
sitielijnen 42—68 van de gebieden zijn aangegeven. Deze getallen vindt men wederom terug op de verdeling in