zijn, d.m.v. de optische bladlezer op ponskaar ten over te brengen. Het invullen van deze formulieren aan de hand van de veldwerken gaat snel. Voor de grootteberekening heeft men niets anders te doen, dan na het aanstre pen van het perceelnummer, op de linkerhelft van het formulier de puntnummers aan te ge ven, die men bij het volgen van de omtrek van het perceel in een richting ontmoet. Linksom of rechtsom doet er niet toe. De berekening begint bij het eerste aangestreepte punt en eindigt waar dit punt nogmaals voorkomt. Is tussen twee punten een afstand met de band gemeten, dan wordt deze eigenmaat in de rechterhelft ingevuld naast het laatste van de twee opvolgende punten waarop de afstand betrekking heeft. Boven de eigenmaat is door het aanstrepen van codes aan te geven wat de tekenstift van de kaarteertafel boven de ver schillende punten, of op de weg tussen opvol gende punten, heeft te doen. Het heeft zin de controle op de invulling van de formulieren te laten doen door de ploegleider. Hij leest zijn eigen veldwerk het vlotst en kan tevens de hele perceelvorming nog eens nalopen. Zijn de ge gevens van deze formulieren op ponskaarten overgebracht, dan is de controle van de eigen- maten mogelijk. Hierbij is ook nodig de mag neetband met alle coördinaten, die het hoofd programma heeft geleverd. Uitgevoerd wor den hier een lijst met fouten en een magneet band met de gegevens van de veldwerken. Na weer het verbeteren van de fouten en het vervaardigen van ponskaarten met verbete ringen is men aan het laatste programma toe. Hiervoor zijn de invoergegevens de zojuist genoemde ponskaarten met verbeteringen ge vonden in het voorlaatste programma en de banden met coördinaten en gegevens van de veldwerken. Dit laatste programma levert ons een lijst met perceelnummers met de bijbehorende bereken de grootten en de berekende afstanden tussen de opeenvolgende hoekpunten van het perceel. Deze lijsten kunnen zo worden geleverd, dat ze bij de in de praktijk gangbare boeken van berekening kunnen worden opgeborgen. Ver der levert dit programma een magneetband met tekeninstructies of ponskaarten met deze instructies. Het zal U opgevallen zijn dat in ieder pro gramma bij de uitvoer een of twee magneet banden met gegevens zijn. Hiermee kan men soms onmiddellijk het volgende programma ingaan als men daarbij voegt de ponskaarten met de verbeteringen van geconstateerde fou ten. Steeds wordt dan afgevraagd of van be paalde gegevens verbeteringen beschikbaar zijn. Is dit het geval, dan werkt men hiermee verder. Hierdoor is de hoeveelheid extra werk door fouten tot een minimum teruggebracht. Vaak komt het echter voor dat de voorgaande fase opnieuw moet geschieden. De tekentafels kunnen de resultaten in pot lood of inkt afleveren, ook kan er worden gegraveerd. Wenst men een kaart in inkt, dan is het zeer gewenst eerst een proefkaart te ma ken. Hiermee kan de visuele controle van de punten in de kaart plaats vinden. Hieronder vallen niet alleen de reeds genoemde punten in niet scherp aangegeven grenzen, maar ook hoekpunten van gebouwen. Vooral in het laatste geval demonstreren zich nog wel eens fouten. Gelukkig zijn deze fouten onmiddel lijk in de kaart te zien. Heeft men de fouten verbeterd, dan kan de kaarteertafel de kaart direct in inkt zetten. De door de kaarteertafels in inkt vervaardigde kaarten zijn nog niet fraai te noemen. Wer kelijk zwarte lijnen heb ik nog niet kunnen ontdekken. Verder levert het ene apparaat waarvan ik de resultaten heb gezien, geen lij nen van constante dikte en zijn de aansluitin gen niet fraai. Bij een ander apparaat waren te veel lijnen niet strak. Deze bezwaren komen wel voornamelijk naar voren als met de mi nimale lijndikte is gewerkt. Ik geloof dat men beter de kaart in potlood kan afleveren. Een tekenaar kan een heel wat fraaier resultaat afleveren. Bovendien kan nu met één kaarte- ring door de kaarteertafel worden volstaan en kunnen de fouten (voornamelijk bij de op name van gebouwen gemaakt) het snelst en goedkoopst worden hersteld door niet meer de elektronische apparatuur in te schakelen. Het is duidelijk dat, naast de automatische verwerking van de waarnemingen, men heeft gezocht naar instrumenten die automatisch kunnen registreren. De secretaris zou hierdoor overbodig worden en de fouten zouden tot een minimum worden beperkt. De eerste land meetkundige instrumenten met automatische registratie zijn theodolieten. Gebruikmakende van een basisbaak kan men hiermee meten volgens de voerstraalmethode. Uit de waarne mingen op de randen kunnen zowel richtingen als afstanden worden verkregen. Over het wel (en misschien nog meer) wee van deze instru menten zal ik hier niet ingaan. Bij de eerste zelfreducerende optische afstandmeter met registratie wordt, voor het vastleggen en uit- 248

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1969 | | pagina 8