De kadastrale boekhouding door M. Rijsdijk, technisch hoofdambtenaar le klas van het kadaster te Rotterdam. Verrassend is het slot van een mededeling van de staatssecretaris van financiën d.d. 7 augustus 1969 (kadaster algemeen 184). Het luidt: De coördinaten van de RD-punten en hoofd punten worden in het vervolg aangegeven in een coördinatenstelsel dat ten opzichte van het huidige stelsel 155 km westwaarts en 463 km zuidwaarts evenwijdig is verschoven. Door de invoering van het nieuwe stelsel is be reikt dat: a. uitsluitend positieve coördinaten worden verkregen; b. voor ieder punt de y-waarde groter is dan de x-waarde; c. het ruitennet van de topografische kaarten kan worden gebruikt. De vlaggen zijn niet uitgestoken, grote koppen in de dagbladen hebben dit feit niet wereld kundig gemaakt en een tv-interview met de staatssecretaris bleef achterwege. Toch ziet het er naar uit, dat deze eenvoudige mededeling een beslissing van betekenis zal blijken te zijn. Zo belangrijk, dat misschien te eniger tijd het NGL eventueel in samenwer king met de NLF opdracht zal geven de juiste plaats van het nulpunt van dit nieuwe coördinatenstelsel op te sporen. Dat nulpunt is nu immers verplaatst van Amersfoort naar een plaats ruim 100 km ten zuidoosten van Parijs. Mogelijk kan daar een boom geplant worden of een andere aan de terreinsomstandigheden aangepaste blijvende herinnering worden aan gebracht. Bij deze coördinaten zijn de tekens overbodig en ook zonder dat x en y genoemd worden, weten we of we met abscissen of met ordinaten te maken hebben. Er zal nog een bericht moeten volgen dat dit stelsel gaat gelden voor alle punten; we hopen dat gelijktijdig besloten wordt om x en y te verwisselen. Aanpassing aan het internationale stelsel ligt voor de hand. Dat dit nieuwe stelsel wordt ingevoerd is daar om een kadastrale gebeurtenis van de eerste orde, omdat het een unieke basis is voor me chanisering en automatisering. Nu zullen de beslissingen, die leiden tot een grondige reorga nisatie van de kadastrale boekhouding, in een snelle opeenvolging worden genomen. Wat er gaat gebeuren, we weten er niets van. We kunnen er slechts naar raden. En mogen we dat even, nu we al zoveel jaren vergeefs hebben uitgezien naar beslissingen in deze rich ting? De kilometrering van dit nieuwe stelsel staat aangegeven op de topografische kaarten van ons land. Deze kaarten worden nu de kadastrale verzamelkaarten. Elke vierkante kilometer vormt een kadastrale sectie. Kadastrale ge meenten bestaan dan niet meer. Zo'n sectie wordt aangeduid naar de kilometrering. Spreken we van sectie 155-463, dan is na het voor gaande reeds duidelijk dat hiermee bedoeld wordt een gedeelte van Amersfoort, gelegen ten noordoosten van de toren, die tot nu toe het nulpunt van het coördinatenstelsel was. Deze sectie, groot 1 km2, wordt als we schaal 1 1000 toepassen afgebeeld op twee kadastrale plans van het formaat 100 x 50 cm. De zuidelijke helft van de sectie staat op blad 155-4630 en de noordelijke helft op blad 155- 4635. Gebruiken we schaal 1 2000, dan bevat een kadastraal plan twee secties, b.v. 192-531 en 193-531. U hebt het al begrepen, dat zijn raamkaarten. De percelen worden hierop in kaart gebracht en genummerd. Nu kunnen we spreken van een huis en erf, gelegen aan de Torenstraat te Amersfoort, dat kadastraal bekend is als sectie 155-463 nummer 948. De percelen worden niet ongewenst versneden, maar ook niet buiten de kaderlijn getekend. Zo ligt de toren van Amersfoort op vier kadastrale plans 1 1000, maar het perceel waartoe hij behoort wordt slechts genummerd in één van de vier secties en alleen op het blad van die sectie. Een afpijling over de kaderlijn verwijst naar de aangrenzende bladen. Gemeentegren zen hebben op de kadastrale indeling geen in vloed. Wijziging van die grenzen dus ook niet. En worden provincies te eniger tijd vervangen 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 21