of waar zich speciale omstandigheden voordoen. Omgekeerd, komt het ook voor dat objecten naar bepaalde plaatsen moeten worden gediri geerd. Een boorinstallatie of een produktieplat- form moet op een van tevoren aangegeven plaats komen, pijpleidingen moeten langs be paalde routes komen te liggen, etc. Het aandui den van deze plaats is een landmeetkundige opgave. Het moge dus duidelijk zijn dat het bedrijven van landmeetkunde en het verschaffen van het benodigde kaartmateriaal bij de olie-industrie geen doel op zichzelf is, maar een onmisbaar onderdeel is van het tot stand brengen van een efficiënte exploratie en exploitatie. De nauwkeurigheidseisen zijn over het algemeen minder stringent dan die welke gesteld worden voor b.v. kadasterwerkzaamheden of technische doeleinden in Nederland. Men zal zich wel steeds ervan bewust moeten zijn, dat een onvol doend nauwkeurig uitgevoerde inmeting van een geologisch of geofysisch onderzoek de foutieve plaatsing van een exploratieboring ten gevolge kan hebben, hetgeen altijd zal moeten worden vermeden, omdat er zeer grote bedragen mee gemoeid zijn (500.000 tot 3 miljoen gulden op het land; op zee vaak nog meer). Dit zijn dus puur technische facetten. Een ge heel ander aspect is het feit dat de olieindustrie zeer internationaal is georiënteerd. Men heeft, dan wel krijgt, daardoor de gelegenheid in vele, over de gehele wereld verspreide landen te wer ken, met allerlei volken in aanraking te komen en de landmeetkunde te beoefenen onder de meest uiteenlopende omstandigheden. Men komt in aanraking met praktisch alle onder delen van de landmeetkunde, zoals de diverse typen kaartprojecties, toegepaste astronomie, luchtkaartering, veelhoeksmetingen, waterpas singen enz. Maar ook met onderdelen der hy drografie en wegverkenning of wegaanleg krijgt men te doen. 1 .d. Onderverdeling werkzaamheden De werkzaamheden waarbij de landmeetkunde in belangrijke mate betrokken is, kunnen wor den onderverdeeld in: 1opsporing van aardolie - exploratie 2. winning van aardolie - exploitatie 3. verwerking en transport In hoeverre deze activiteiten in een bepaald ge bied ter hand worden genomen, is van vele factoren afhankelijk. In de hierna volgende be schrijving van de landmeetkundige werkzaam heden, zal bovengenoemde indeling worden aangehouden. 2. Landmeten bij de opsporing van aardolie op het land 2.a. Verzamelen van gegevens Zoals gezegd, zal de geoloog of geofysicus in alle gevallen waarbij tot exploratie wordt over gegaan over goede kaarten moeten beschikken. Vaak liggen de te onderzoeken gebieden in weinig ontwikkelde streken, waarvan geen of slechts zeer beperkt topografisch materiaal aan wezig is. Wat voor werk wacht nu de landmeter? Voor dat een onderzoek begint zal de landmeter zo veel mogelijk topografisch materiaal proberen te vergaren. Hij zal zich op de aanwezige meet kundige grondslag in het betreffende land moe ten oriënteren en contact moeten opnemen met instellingen die zich bezig houden met datgene wat de Duitsers aanduiden met „Landestopo- graphie". Nagegaan zal moeten worden of er voldoende vaste punten in het werkgebied zijn, dan wel of aanvullende metingen op grote schaal moeten worden verricht voordat tot net- puntsverdichting ten behoeve van detailmeting kan worden overgegaan. Hij zal zich moeten verdiepen in de te gebruiken kaartprojectie en de daarbij toegepaste constanten van ellipsoïde centrale meridianen of parallellen, de schaal etc. Ook zal hij moeten nagaan wat de bladindeling van eventueel bestaande topografische bladen is, waarbij dan meestal blijkt dat deze niet ge schikt is. Vaak zijn de topografische kaarten, zoais deze door de diverse overheidsinstellingen worden geleverd, te klein van bladformaat. Voor het bewuste concessiegebied zal dan een aparte, aan de behoefte van het onderzoek aangepaste bladindeling moeten worden ontworpen. Men zal in zo'n geval beginnen met het maken van een indeling voor de kaarten op kleine schaal, dus van overzichtskaarten van het concessie gebied, waarbij getracht zal worden het aantal kaarten tot een minimum te beperken, er wel rekening mee houdend dat een logische en con sequente indeling van bladen op andere schaal toch verkregen kan worden. Dit wordt nogal eens puzzelwerk, want de concessiegebieden hebben vaak grillige vormen. 2.b. Grensbeschrijvingen Een ander, zij het misschien kleiner, maar wel essentieel punt, is het beschrijven van de gren zen van concessiegebieden. Zo'n beschrijving zal altijd eenduidig moeten zijn. Dat dit soms tot nogal ingewikkelde bewoordingen leidt zal geen verwondering wekken, daar als hoekpun ten vaak bepaalde terreinpunten worden geno men die op het moment van beschrijving nog 48

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 12