Alle waarnemingen, die in decimale graden
zijn uitgedrukt, hebben gelijk gewicht. De
waarnemingen zijn correlatievrij. Bepaal
door een vereffening de waarde van de hoek
Pg en geef een schatting van de standaard
afwijking van deze uitkomst.
Laat door toetsing zien dat niet mag worden
aangenomen dat er modelfouten zijn.
2. De hoeken van driehoek ABC zijn met een
theodoliet gemeten. De hoofdvariantie van
ieder van de gemeten hoeken is 2p2; er is
geen correlatie.
Leidt de varianties van de hoeken af na ver
effening op de voorwaarde A B C
200 gr.
3. Met behulp van p a cos a moet men het
stuk p zo nauwkeurig bepalen dat av 1,5
cm.
P
64
Gegeven is: a 636,62 m, a„ 2 cm,
a 63,6600 gr; de standaardafwijking van
de enkele gemeten richting mbedraagt 15
dmgr.
Bepaal hoeveel maal de hoek a moet worden
gemeten (bepaal dus hoeveel series er moe
ten worden gemeten) opdat met het gemid
delde van de hoeken aan de gestelde eis kan
worden voldaan.
Landmeten I Tijd: iy2 uur
1. Een normale stalen meetband van 30 m
dient te worden geijkt. Hiervoor is beschik
baar een invardraad, die bij een temperatuur
van 20° de juiste lengte van 30 m heeft.
Vergelijking van de beide banden (waarbij
men dus de eindmaat van de invardraad af
leest op de stalen meetband) levert als uit
komsten:
bij een meettemperatuur van 15° 30,0010 m,
bij een meettemperatuur van 16° 30,0008 m,
bij een meettemperatuur van 18° 30,0004 m.
De drie metingen hebben hetzelfde gewicht.
De uitzettingscoëfficiënt van invar is 1,6 X
io-°.
De uitzettingscoëfficiënt van staal is 11,0 X
10-A
Gevraagd: De ijktemperatuur van de stalen
band op een halve graad nauwkeurig.
2. a. Welke correcties, behalve die voor tem
peratuur, dienen, onder bepaalde omstan
digheden, bij lengtemeting toepassing te
vinden?
b. Vertel iets over de wijze waarop deze
correcties (reducties) kunnen worden be
paald.
Gegeven: Perceel A BCD, waarin schattings-
grenzen voorkomen, die evenwijdig lopen
aan BC.
AB 1 AD en CD 1 AD.
Het perceel is verdeeld in twee delen door de
lijn EF BC.
Gevraagd: Het perceel A BCD te verdelen
door de lijn XY _L AD, zodanig, dat de
waarde van perceelsgedeelte ABYX gelijk is
aan die van ABFE.
Bepaal het meetcijfer bij T op 0,1 m nauw
keurig.