wordt verticaal alignement of lengteprofiel ge noemd. Het lengteprofiel is de verticale door snede in de lengterichting en over de as van de weg. Het lengteprofiel wordt dus niet verkregen door de ruimtelijke as op een verticaal vlak te projecteren, maar door het gekromde verticale oppervlak waarin deze lijn ligt, uit te slaan, als het ware vlak te trekken. Het is noodzakelijk dat beide componenten in coördinaten worden vastgelegd. Gewoonlijk wordt de as in x, y-coördinaten, dus in het R.D.-stelsel, uitgedrukt. Een lengteprofiel wordt vastgelegd in een l, z-coördinatenstelsel, waarin de z de hoogte boven N.A.P. aangeeft en de de lengte gemeten over de as en gere kend vanaf een beginpunt van telling. Er moet nadrukkelijk op gewezen worden dat de ge noemde lengte niet de lengte is van de ruim telijke aslijn, maar die van de geprojecteerde horizontale as, die welbeschouwd systematisch korter is dan de eerstgenoemde. 2.1. De opbouw van een as Een as is een vloeiende lijn die gewoonlijk op gebouwd wordt uit drie traceringselementen: rechtstanden, cirkelbogen en overgangsbogen. Een rechtstand wordt gekenmerkt door een kromtestraal oneindig, de straal van een cirkel boog heeft een bepaalde eindige waarde. Om de overgang van een rechtstand naar een cirkel boog geleidelijk te doen verlopen, en om te voorkomen dat de automobilist die later de weg berijdt zal verongelukken, worden de ge noemde elementen vaak verbonden door tussen- elementen waarin de kromtestraal verloopt van oneindig tot de straal van de cirkel. In de zgn. overgangsboog kan dan de grootte van de dwarshelling geleidelijk worden veranderd van de in de rechtstand gebruikelijke tot de in de cirkelboog noodzakelijke waarde. Er zijn meerdere overgangsbogen in gebruik. De bekendste zijn: de lemniscaat, de kubische parabool en de klotoïde. De ideale kromme is de klotoïde waarvoor geldt dat de kromtestraal in enig punt omgekeerd evenredig is met de langs de boog gemeten af stand tot het beginpunt, of in formule R.L A'1. Hierin is R de kromtestraal in een wille keurig punt, L de afstand over de kromme tot de oorsprong en A de parameter van de klo toïde waardoor die onderscheiden is van alle andere klotoïdes. In fig. 2 is duidelijk zichtbaar dat een klotoïde in de oorsprong recht is, zich geleidelijk kromt en tenslotte spiraalvormig, bij een lengte on eindig, tot een punt nadert. In feite is de kromme een dubbelspiraal want aan de andere zijde van de oorsprong nadert de lijn langs een gespiegelde weg eveneens tot een punt. Een klotoïde wordt evenzeer gekenmerkt door zijn parameter A als een cirkel door zijn straal; beide grootheden zijn namelijk vergrotings factoren. Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat in een wegas uitsluitend het min of meer gestrekte deel van een klotoïde wordt gebruikt. Werd aanvankelijk de overgangsboog uitslui- 84 z X I. Fig. 1. Een ruimtelijke as en z'n componenten. ■71 Fig. 2. Een volledige klotoïde.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 12