fielen zijn getekend. Er kunnen twee, drie of
soms wel meer profielen, even zoveel stadia
van het werk voorstellend, in een berekening
betrokken worden.
Wanneer men tekeningen gebruikt, wordt de
oppervlakte van de figuur tussen de profiel-
lijnen in een aantal stukken verdeeld, corres
ponderend met het aantal „rubrieken" waarin
de te berekenen oppervlaktes moeten worden
opgesplitst, zoals ingraving, eventueel per cunet
en per bermsloot, ophoging, enz.
Er zijn grafische, half grafische en numerische
werkwijzen gangbaar.
Bij de grafische methode wordt een planimeter
gebruikt.
Bij de halfgrafische methode worden de figuren
waarvan de oppervlaktes berekend moeten wor
den opgesplitst in een aantal eenvoudige figuur
tjes als driehoeken en trapezia. De oppervlak
tes daarvan worden stuk voor stuk berekend
en vervolgens gesommeerd. De bases en hoog
ten van de deelfiguurtjes worden voor zover
nodig in de tekeningen afgelezen.
Bij de numerische methode worden geen maten
aan tekeningen ontleend, maar wordt met
de verzamelde meetcijfers gewerkt. Eventueel
wordt de in de landmeetkunde bekende reken
methode van Elling toegepast.
Alle genoemde werkwijzen hebben gemeen
schappelijk dat er, gezien de eentonigheid van
het werk, gemakkelijk fouten worden gemaakt
waarom men de berekening ter controle vaak
voor een tweede maal laat uitvoeren.
Ook voor de berekening van hoeveelheden
wordt de computer gebruikt. In de vorige para
graaf is iets verteld over het met behulp van
rekenautomaat en tekenmachine bepalen en
weergeven van ontwerpdwarsprofielen. Het is
gebruikelijk gelijktijdig volumes te berekenen.
Voor de bepaling van de verrekenbare hoeveel
heden, na realisatie van het wegvak, zijn ook
computerprogramma's ontwikkeld.
8. Perspectieftekeningen
Een wegontwerper legt een uitgewerkt project
vast in de vorm van situatietekeningen en
lengte- en dwarsprofielen. Velen zullen zich bij
bestudering van deze tekeningen niet duidelijk
kunnen voorstellen hoe het ontwerp er na reali
satie uit zal zien. Het is daarom wenselijk dat
er afbeeldingen in enigerlei vorm worden ge
maakt.
De ontwerper zelf heeft soms eveneens behoefte
aan afbeeldingen van (een deel van) het ont
werp. Hij streeft er immers naar een weg te
maken die niet alleen aan hoge verkeerstech
nische eisen voldoet, maar die ook esthetisch
goed is. In twijfelgevallen wil hij zijn werk
beoordelen aan de hand van afbeeldingen van
probleempunten.
Ter voorziening in de genoemde behoeften
worden in voorkomende gevallen maquettes
gemaakt of ook berekende perspectieftekenin
gen.
Een maquette is een driedimensionaal schaal
model, dat heel natuurgetrouw kan zijn afge
werkt. Zowel rijbanen en taluds als ook be
plantingen en kunstwerken worden daarin op
genomen. Het geheel kan in natuurlijke kleuren
zijn geschilderd waarbij met behulp van minia
tuur-autootjes de indruk nog echter kan wor
den gemaakt.
Een perspectieftekening is een op een plat vlak
getekende afbeelding van een driedimensionaal
voorwerp. De vervaardiging kan men zich als
volgt denken. Zie fig. 11. Ergens in de ruimte
bevindt zich een voorwerp, dat wordt bekeken
door een oog elders in die ruimte. Men kan
alle knikpunten van het voorwerp verbonden
denken met het oog en wel door middel van
rechte lijnen. Een willekeurig plat vlak tussen
oog en voorwerp wordt door alle verbindings
lijnen gesneden in evenzoveel punten.
Door de juiste snijpunten met elkaar te verbin
den ontstaat de perspectivische afbeelding. De
beschreven gang van zaken kan men mathema
tisch omschrijven als een centrale projectie.
Het is gezien het vorenstaande duidelijk dat
van een voorwerp dat nog niet bestaat maar
dat in coördinaten bekend is, door berekening
de perspectivische afbeelding kan worden be
paald op een vlak waarvan de ligging in het
zelfde coördinatenstelsel is gegeven.
Het benodigde rekenwerk kost vaak bijzonder
veel tijd.
Gelukkig kan dit werk worden overgenomen
door de computer en de daardoor gestuurde
elektronische tekenmachine. Het handwerk dat
nog nodig blijft, bestaat uit het vastleggen van
de gegevens voor de computerinvoer.
De invoer wordt samengesteld uit twee delen:
de algemene gegevens betreffende het ontwerp
en de specifieke gegevens betreffende elke te
maken tekening. Van alle punten en lijnen die
in enige perspectieftekening moeten worden
afgebeeld dienen de coördinaten in een recht
hoekig coördinatenstelsel bekend te zijn. Het
91