Menselijke verhoudingen
in het bedrijf met name bij
landmeetkundige instellingen
door mr. ir. J. M. C. Witvliet docent aan de H.T.S., afdeling landmeetkunde te Utrecht.
Inleiding
Prof. Rutten (1) uit Nijmegen heeft eens gezegd,
dat men door de studie van de wetenschappe
lijke psychologie niet persé een betere mensen
kenner wordt. Deze studie leert echter wel de
juiste vragen te stellen. Terwijl de ervaring van
het toeval afhankelijk is, gaat de wetenschap
stelselmatig te werk, abstraheert één facet uit de
werkelijkheid, onderzoekt achtergronden en re
laties, brengt verfijningen aan of construeert
denkmodellen, werkt in dimensies, zoals prof.
van Leent (2) formuleert. Kortom, de weten
schap verifieert de naïeve opvattingen over de
menselijke verhoudingen.
In deze lezing wordt begonnen met een tour
d'horizon", een terreinverkenning van de aan
rakingspunten met enkele leerstukken uit de
menselijke verhoudingen, die in de landmeet
kundige wereld te onderscheiden zijn. Daarbij
kan men in een enkel geval naar oplossingen
wijzen, waarmede in de industriële psychologie
is geëxperimenteerd. Het experiment, vaak op
basis van een voorafgaande hypothese en de
evaluatie daarvan, is één van de methoden in
deze wetenschap (22).
De betekenis van het experiment ligt volgens
prof. Oldendorff (3) in het zuiver houden en
controleren van de variabelen. Het experiment
in de sociale werkelijkheid is echter nooit geheel
vrij te houden van storende invloeden. Alleen
het experimenteren zelf al, heeft invloed. Van
daar de voorliefde voor het laboratoriumexpe
riment, waarin men de variabelen beter kan be
heersen.
Andere methoden zijn de wetenschappelijke
survey, het onderzoek naar de factoren zoals
men deze in de werkelijkheid aantreft en de
systematische ondervraging van een collectivi-
teit, eventueel door steekproeven, zoals in de
enquête Daniëls (18) is gedaan.
Er bestaat thans een veelheid van toegepaste
(deel)wetenschappen, die als specialisaties van
de „human relations" kunnen worden opgevat.
Behalve de eigenlijke bedrijfsleer en bedrijfs
kunde, onderscheidt men de bedrijfspsychologie,
de bedrijfssociologie, de sociale psychologie, de
bedrijfspedagogiek, de andragogie en nog tal
van andere menswetenschappen. Vaak gebruikt
men ook verzamelbegrippen, zoals organisatie
leer of de termen leiding en organisatie van be
drijven, psychologie van het leiding geven (4) of
van het bedrijf (5).
Prof. Daniëls (6) merkte over de bedrijfspsycho
logie op, dat elke ingenieur zal moeten leiding
geven en zal moeten dienen. De kwantitatieve
verhouding tussen die twee groepen kan in de
loop van zijn carrière verschuiven, maar het
ideaal geen chef te hebben of geen onderge
schikten zal niemand bereiken.
Deze toegepaste wetenschap van het begin van
deze eeuw begon met het psychologisch onder
zoek, dat ook thans nog een onderdeel vormt
van de selectieprocedure voor personeel. Later
kwam de belangstelling voor het functioneren
van de mens in de groep. Er ontstond een be
drijfssociologie, waarover prof. Oldendorff (3)
o.a. schrijft: „De groei van een organisatie gaat
noodzakelijkerwijs gepaard met een toeneming
van de zakelijke voorschriften en reglementerin
gen, met een verlies van persoonlijk contact, een
dreigende verstopping van de communicatie
wegen, een verlamming van het initiatief, een
soort institutionele aderverkalking. De sociaal
psycholoog moet de grenzen van deze institutio
nalisering onderzoeken en de wenselijkheid van
compensatorische regelingen nagaan".
In de groepspsychologie wordt de groep opgevat
als een psychologisch krachtenveld. Aard, rich
ting, intensiteit en verloop van de interactie
processen worden hierbij bestudeerd. Aan deze
groepsdynamica is o.a. de naam van Kurt Lewin
verbonden. Zij heeft o.a. inzicht gegeven in de
leiderschapspatronen.
75
Lezing gehouden op 11 november 1969 voor het
„landmeetkundig gezelschap Snellius" te Delft.
Hoewel de schrijver in dit artikel de nadruk legt
op de geodetisch ingenieur, kan hier onder het
begrip „geodetisch ingenieur" iedere landmeet
kundige worden begrepen die met een leiding
gevende functie is belast. (Red.).