Na dit panorama over de menselijke verhoudin
gen volgen thans enkele aanrakingspunten met
de landmeetkundige wereld.
Typenleer
Wanneer men het werken met en door mensen
centraal stelt, zal men in de eerste plaats een
inzicht moeten hebben in de karakterologie.
Vroeger greep men hierbij terug op de kubus
van Heijmans of op de terminologie van Jung
(introvert en extravert e.d.). In het huidige
H.T.S.-leerboek (4) vindt men een meer prag
matische indeling in acht typen (b.v. het zakelijk
zelfverzekerde type, de consciëntieuze, de on
tevredene etc.).
De geodetisch ingenieur heeft hiermede te ma
ken bij de omgang met zijn medewerkers op
kantoor, bij het samenstellen van zijn meetploe-
gen op het terrein, bij het begeleiden en beoor
delen van H.T.S.-praktikanten en andere stu
denten en leerlingen, bij zijn omgang met hoger
geplaatsten in de hiërarchie, bij zijn contacten
met het publiek en eventueel leraarschap.
Welke vragen worden in deze karakterologie (4)
gesteld?
aHoe reageert het type in de specifieke si
tuatie?
b. Welke belevingsachtergrond brengt het type
tot een bepaalde reactie?
c. Welke aanpak is daarbij het meest verant
woord?
Dit wordt door de schrijvers verder onderver
deeld onderscheidenlijk in het gedragsschema
bij meningsverschillen, bij de aanpassing van
nieuwe werkzaamheden, bij kritiek en berisping.
Een typerend voorbeeld uit de landmeetkundige
wereld kan het consciëntieuze type zijn. Vol
gens dit schema dient men bij dit plichttype, de
plichten duidelijk te begrenzen. Zijn persoon
lijkheidsbeeld is meer door de binding aan het
bedrijf dan door de dynamiek gekenmerkt. Hij
heeft een neutrale instelling tegenover de maat
schappij en is weinig op de andere mens ge
richt. Bij nieuwe werkzaamheden moet men
hem vooral niet opjagen en bij kritiek zal zijn
beleving zijn: „hoe kan mij nu zo iets over
komen?". Men dient dan zijn fout in het kader
van de overigens vaak grote prestaties te plaat
sen. Hoe gevaarlijk en generaliserend een der
gelijke standaardaanpak ook is, hoe zeer men
eigenlijk dient te vermijden om psychologisch
te etiketteren (prof. Daniëls), niettemin vormt
dit een praktische handleiding die men in di
verse situaties in de landmeetkundige wereld
kan toepassen.
Prof. van der Graaf (7) stelt soortgelijke vragen.
Hij noemt ze: diagnose, predictie en beïnvloe
ding. Bovendien wordt de mens beïnvloed door
factoren buiten de poort. Hij acht elke beslis
sing die in het bedrijf genomen moet worden in
beginsel onderwerp van psychologische bena
dering.
Wanneer is specialistische hulp hierbij nodig
en wanneer kan men het af met gezond ver
stand en ervaring?
Die vraag moet de geodetisch ingenieur oplos
sen als hij met name te maken heeft met het
ontevredene type. Bij een strenge aanpak zal dit
type een rechtvaardiging van zijn ontevreden
heid vinden (reactie: ergernis en fel verweer).
Een therapie is in bedrijfsverband zelden te rea
liseren, zeggen deze schrijvers (4). Drs. Doeglas
(7) heeft hier een ruimer oordeel over. Het in
dividu moet zelf betrokken worden in de op
lossing van zijn bedrijfsmoeilijkheden. Hij moet
kunnen kiezen uit een aantal mogelijkheden die
het bedrijf hem biedt en voor die oplossing de
verantwoordelijkheid leren dragen. Daarbij
moet men bedacht zijn op mislukkingen, doch
anderzijds geen „onaangepaste oplossing" kie
zen. Het probleem van de onaangepaste werk
nemer is onderwerp geweest van een congres
van de Nederlandse Vereniging voor bedrijfs
psychologie (8). Hierbij zijn door een filmstrip
en door toneelstukken de meningen van de toe
hoorders gepeild. Soortgelijke confrontaties zijn
gedaan in een congres over storend gedrag"
(irrationele achtergronden van bedrijfssituaties),
waarin men de opposant, „het stille protest" en
„de eeuwige concurrent" van psychotherapeuti
sche zijde door toneelspelers liet verduidelijken.
De kathartische werking van dit medium kan
inzicht geven in de typologie van mensen.
Bij het H.T.S. onderwijs wordt gebruik gemaakt
van een landmeetkundig rollenspel, waarvan de
rollen door de deelnemers zijn geschreven op
grond van in de landmeetkundige wereld voor
komende verhoudingen.
Voorts wordt gewezen op de sensitivity training
conferenties (9) van het Nederlands Instituut
voor Praeventieve Geneeskunde te Wassenaar.
Hierbij is een analayse van de bestaande con
dities nodig en het effect is groter naarmate het
proces van advies en begeleiding van de plaats
hebbende mentale veranderingen bij de deel
nemers langer duurt. Er zijn ook gevaren aan
verbonden.
Groepsverbanden
Hoewel de meetgroepen waarmede de geode
tisch ingenieur werkt klein van omvang zijn,
76