De meest bekende vormen van deze geheugens
zijn wel de ponskaarten en de ponsbanden. De
verlangde gegevens worden hierin geregistreerd
door het al of niet aanbrengen van gaatjes op
bepaalde plaatsen. Met behulp van elektrische
kontakten of met lampjes en fotocellen worden
de gegevens later weer uitgelezen.
Verwant aan deze vormen van geheugen is de
magneetband, waarvan kleine gebiedjes wel of
niet gemagnetiseerd worden. Magneetband
wordt behalve voor digitale registratie ook veel
(zelfs veel meer) gebruikt voor analoge regi
stratie. De gebiedjes worden dan meer of min
der gemagnetiseerd.
Bij al deze geheugens kost het betrekkelijk veel
tijd om de gegevens terug te vinden. Daarom
wordt bij rekentuigen veel gebruik gemaakt van
ringkern geheugens. Deze bestaan uit een matje
van vele ferromagnetische ringetjes, waardoor
in minstens twee richtingen (X en Y) koper
draadjes zijn geregen. Een ringetje kan gemag
netiseerd worden door een stroom te leiden
door zowel de bijpassende X-draad als de bij
passende Y-draad (zie bijvoorbeeld [2] of [4]).
Het uitlezen geschiedt op overeenkomstige
wijze.
Nog sneller werken zuiver elektronische geheu
gens, dat zijn elektronische schakelingen die
door middel van spanningen op zekere punten
gegevens kunnen bewaren. Deze geheugens zijn
per geheugenplaats duurder dan de eerder ge
noemde vormen, bovendien gaat de inhoud van
een zuiver elektronisch geheugen verloren als
de voedingsspanning wegvalt.
Het is de taak van deze geheugens om gegevens,
bijvoorbeeld getallen, woorden, bewerkingen,
in kodevorm te bewaren gedurende lange tijd
(administratie, documentatie) of gedurende kor
te tijd (tussenresultaten van berekeningen). De
elektronische rekentuigen zijn alleen bestaan
baar met verschillende vormen van deze ge
heugens, waarin dikwijls zeer vele gegevens be
waard kunnen blijven, of die zeer snel uitge
lezen kunnen worden.
Rekenen is altijd van zeer groot belang geweest
in de landmeetkunde. De meetgegevens moeten
gekontroleerd worden, en in geschikte vorm
worden gebracht. De berekeningen moeten
meestal uitgevoerd worden in vele decimalen,
vooral in verband met de mogelijkheden tot
kontrole. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
het elektronische rekentuig [4] grote toepassing
heeft gevonden in de landmeetkunde. Als illu
stratie moge gelden dat voor het laboratorium
voor geodesie circa 7 van de werktijd van de
grote centrale rekenmachine van de technische
hogeschool gebruikt wordt, terwijl op dit labo
ratorium slechts 1,5% van het personeel van
de T.H. werkt.
Het gevolg van het gebruik van rekenautomaten
is niet alleen dat de gebruikelijke berekeningen
veel sneller uitgevoerd kunnen worden, maar ook
dat heel andere meetmethodes gebruikt kunnen
worden. Ingewikkelde berekeningen vormen nu
in veel mindere mate dan vroeger een belemme
ring voor een meetopzet. Men denke bijvoor
beeld aan de satellietgeodesie [5], [6], aan het
meten en vereffenen van gesloten geodimeter-
polygonen [7], en aan de voerstraalmethode
voor detailmetingen [8], alle drie methoden die
juist dank zij de rekenautomaten in de praktijk
bruikbaar zijn.
Een ander gebied van de landmeetkunde waar
het digitale rekentuig zeer grote invloed heeft
is de fotogrammetrie [9], Bij de fotogrammetrie
kan men twee aspecten onderscheiden:
le. De analoge uitwerkapparaten worden steeds
meer vervangen door X-Y-comparatoren, waar
bij de gemeten koördinaten verder bewerkt
worden door digitale rekenautomaten.
2e. In de stereomodellen wordt een groot aan
tal punten gemeten in X en Y. Deze gegevens
worden „gedigitaliseerd" en dan tot een kaart
verwerkt in een tekenautomaat.
Zo'n tekenautomaat [10], [11] wordt niet alleen
in de fotogrammetrie gebruikt, maar ook bij
allerlei ander kaarteringswerk. Het is een ma
chine waar men bijvoorbeeld via ponsband,
gegevens invoert zoals koördinaten van punten,
markeringen van punten en andere gegevens.
De machine kan de punten markeren en kan
ook lijnen trekken tussen de punten. Deze lijnen
kunnen rechten zijn maar soms ook tweede of
derde graads krommen door een aantal punten.
Ook kan de machine veelal letters en cijfers
tekenen en andere standaardfiguren. De pons
bandgegevens kunnen vóór het tekenen nog
nader bewerkt worden door een speciale kleine
computer van de tekenmachine of uitwendig
door een rekentuig voor algemeen gebruik. Op
deze manier kunnen de schaal, de oriëntatie en
de plaats ingepast worden. Zo kan bijvoor
beeld een terrestrisch gemeten deelgebiedje in
een fotogrammetrische kaart ingepast worden.
De tekenautomaat is een zeer verfijnde vorm
van automatische registratie. Andere voorbeel
den van automatische registratie zijn: thermo-
grafen, barografen, automatisch fotograferen
van meterstanden, registratie op ponsband of
magneetband, een drukchronograaf. Automa
tische registratie wordt verricht met verschillen
de oogmerken:
le. De verschijnselen zijn te snel voor mense-
121