lijke waarneming (b.v. satellietdoorgangen).
2e. Controle achteraf (b.v. bij de regeling van
een proces).
3e. Men wil zoveel mogelijk menselijke fouten
voorkomen (landmeetkundig werk).
4e. Men wil sneller werken (b.v. bij het uit
werken van luchtfoto's).
5e. De gegevens moeten op verschillende ma
nieren verder verwerkt worden.
De registratie kan analoog zijn, bijvoorbeeld
met een penschrijver. Hierbij is gewoonlijk
slechts een beperkte nauwkeurigheid te berei
ken (b.v. 1%). Voor landmeetkundig werk is
daarom digitale registratie veel aantrekkelijker,
te meer daar de meeste gegevens toch digitaal
bewerkt moeten worden in het rekentuig. Aan
gezien de meeste landmeetkundige metingen van
nature analoog zijn (hoeken, afstanden) heeft
men daarbij een analoog-digitaal omzetter nodig
waarmee de continue meetgrootheid, bijvoor
beeld een hoek, in een aantal digitale gegevens
vertaald wordt.
De eenvoudigste manier is wel de grootheid in
een groot aantal gelijke stukjes te verdelen en
die stukjes te tellen. Zie figuur 2. Bij deze me
thode wordt alleen een verschil gemeten tussen
twee waarden van een grootheid, bijvoorbeeld
de hoek tussen twee richtingen. De apparatuur
moet gedurende de tijd tussen de beide instel
lingen steeds goed blijven werken, ook bij snelle
verandering van de grootheid. Ondanks dit be
zwaar wordt de methode wel toegepast [12].
Een andere analoog-digitaal omzetter, de kode-
schijf (figuur 3), kan in iedere stand uitgelezen
worden, onafhankelijk van de voorgeschiedenis.
Zo'n schijf kan bestaan uit een patroon van
doorzichtige en ondoorzichtige delen die met
een rij fotocellen uitgelezen kunnen worden. Bij
iedere combinatie van licht en donker behoort
een stand van de schuif. De digitale, tweetallige
(licht of donker) signalen uit de fotocellen kun
nen via een elektronische schakeling naar een
magneetband, een ponsband of een ander re
gistratiemedium gestuurd worden. Zie bijvoor
beeld [3].
Een andere ontwikkeling van uit de elektronika
is de kwartsoscillator. Dit is een schakeling die
een wisselspanning afgeeft met een zeer stabiele
frekwentie, dat wil zeggen het aantal periodes
per seconde is zeer goed konstant. De frekwen
tie van een eenvoudige kleine kwartsoscillator
kan gedurende vele maanden konstant blijven
binnen één deel op de miljoen.
Het meest essentiële onderdeel is het kwarts
kristal, een mechanisch onderdeel dat de eigen
schap heeft met een zeer konstante frekwentie
te kunnen trillen. Een soort veredelde stemvork
dus. Het kwartskristal heeft verder de eigen
schap dat zijn trillingen gemakkelijk elektro
nisch aan de gang gehouden kunnen worden.
Met zo'n kwartsoscillator kunnen zeer nauw
keurige klokken (kwartsklokken) gemaakt wor
den, die direct van belang zijn voor de geode
tische astronomie, voor de satellietgeodesie en
voor de plaatsbepaling op zee (nauwkeurige
plaatsbepaling op zee zou men „maridesie"
kunnen noemen).
Een kwartsoscillator is een elektronische scha
keling met een hoge nauwkeurigheid. Het essen
tiële onderdeel is echter meer mechanisch en
geeft een digitaal signaal (een aantal pulsen)
dat dan ook met een digitale schakeling (een
elektronische teller) uitgelezen wordt.
Met behulp van een kwartsoscillator is het ook
mogelijk afstanden te meten als de looptijd van
elektromagnetische golven (licht- of radiogol
ven). Zo zijn de elektronische afstandsmeters
ontwikkeld en de methodes van radio plaats
bepaling. [13], [14].
De bekendste elektronische afstandsmeters zijn
wel de Geodimeter en de Tellurometer, respec
tievelijk werkend met licht en met radiogolven
[13]. Met zulke instrumenten meet men af
standen tot tientallen kilometers met een nauw
keurigheid van enkele delen op de miljoen of
122
Fig. 2. Een analoog-digitaal omzetter volgens het
telprincipe.
Fig. 3. Een kode-schijf met vier sporen (16 posities).