liet (totale uitrusting circa drie maal zo zwaar
als een T2 met statief) kan in een half uur tijd
een azimuth bepaald worden met een nauw
keurigheid van 30" (standaarddeviatie), zonder
referentierichting. Met zo'n gyrotheodoliet
oriënteert men op het astronomische Noorden
(draaiingsas van de aarde) en niet op het mag
netische Noorden.
De gyroscoop wordt ook gebruikt om de rich
ting van een luchtkaarteringskamera te stabili-
zeren tijdens de vlucht [9].
De vizierlijn die zich automatisch richt ten op
zichte van de vertikaal is een optisch-mecha-
nisch hulpmiddel dat veel gebruikt wordt in
waterpasinstrumenten en in oploodapparaten.
Er is ook een theodoliet voor geodetisch-astro-
nomisch werk [20] waarin een dergelijke in
richting ervoor zorgt dat de vizierlijn steeds in
het juiste vertikale vlak blijft, zodat een hang-
of ruiterniveau overbodig is.
Een heel oud mechanisch principe is het hydro
statisch waterpassen, of te wel de flesjeswater-
pas. De laatste decennia is deze methode ont
wikkeld tot de nauwkeurigste vorm van pri
maire waterpassing, althans voor een vlak land
met veel water [21], Ook is een nauwkeurige
automatische methode ontwikkeld voor korte
afstanden [22],
In het voorgaande is het een en ander verteld
over de ontwikkeling van het instrumentarium
voor de landmeetkunde. Velen van ons zijn ge
wend om zulke technische ontwikkelingen zon
der meer positief te beoordelen. Ongetwijfeld
zal deze optimistische zienswijze ook in het
voorgaande te lezen zijn. Toch is er geen enkele
reden om aan te nemen dat zulke ontwikke
lingen steeds tot het welzijn van de mensheid
zullen bijdragen. Duidelijke aspecten van het
tegendeel worden steeds meer zichtbaar. Het
lijkt mij dan ook van het grootste belang dat we
allemaal trachten na te denken en te discus
siëren over zulke vragen. In welke ontwikke
lingen schuilt gevaar voor de arbeidsvreugde,
voor de vrede, voor de samenleving? Hoe moe
ten de ontwikkelingen geleid worden? Waar
moeten niet-technici, zoals juristen, sociologen,
politici met de technische ontwikkelingen ge
confronteerd worden? Wat willen we eigenlijk
met zijn allen?
Het hoopvolle bij al deze vragen is, dat vooral
veel jongeren over de hele wereld pogingen
doen om over deze vragen te denken, of op
zijn minst om zulke vragen met grote nadruk
te stellen.
LITERATUUR
125
[1] J. C. de Munck en J. Lock, Elektronika (diktaat
voor de geodetische studenten). Lab. v. geodesie,
Delft (verschijnt binnenkort).
[2] H. W. Fricke, Digitale Verfahren in der Mel3-
technik, Philips, Eindhoven 1965.
[3] M. J. M. Bogaerts, A self-reducing range-finder
with an automatic registration system. Rijks
commissie voor geodesie, Delft 1969.
[4] I.B.M. General Information Manual. Introduc
tion to IBM Data Processing Systems, I.B.M.
1960.
[5] T. J. Poelstra, Ruimtetriangulatie met behulp
van satellieten. Geodesia 10. A (april 1968) 78-
84.
[6] K. Lambeck, Geodesy and artificial earth satel
lites. Austr. Surv. 22 no. 2 (1968) 113-121.
[7] J. van Mierlo, Nieuwe inzichten in de puntsbe-
paling. Geodesia 10. A (april 1968) 73-77.
[8] Voordrachten gehouden op de geodetische stu
diedag der N.L.F. op 20 mei 1966 te Delft.
Uitgave: Lab. voor geodesie, Delft 1966.
[9] R. Roelofs, Enkele recente ontwikkelingen in de
fotogrammetrie. Tijdschr. Kad. Landm. 85. 4
(febr. 1969) 4-24.
[10] F. L. T. van der Weiden, De toepassing van
reken- en tekenautomaten bij de kaartvervaardi
ging.
[11] G. F. Witt, Onderzoek naar de nauwkeurigheid
van elektronische tekenapparatuur. Geodesia 10
3 (maart 1968) 52-63.
[12] H. Zetsche, Beitrage zur Konstruktion von Geo-
datischen Feldinstrumenten mit digitaler Daten-
ausgabe. Deutsche Geod. Komm., Reihe C. 88
(1966).
[13] J. J. Saastamoinen, A surveyor's guide to elec
tromagnetic distance measurement. Univ. Toron
to Press. 1967.
[14] J. Th. Verstelle, Elektronische plaatsbepaling ten
behoeve van hydrografische kaartering, oceano
grafie, waterstaatswerken en navigatie. Tijdschr.
Kad. Landm. 81 (1965) 47-67.
[15] Elektro-optische afstandsmeters. Geodesia 10.4
(april 1968) 92-93, 11.1 (jan. 1969) 12-17,
11 .2 (febr. 1969) 39.
[16] J. C. de Munck, Aantekeningen over het sym
posium over refractie, gehouden te Wenen op 15
en 16 maart 1967. Tijdschr. Kad. Landm. 83
(dec. 1967) 341-348.
[17] M. H. Cohen, D. L. Jauncy, K. 1. Kellermann
en B. G. Clark, Radio interferometry at one
thousandth second of arc. Science 162 (1968)
88-94.
[18] Q. V. Davis, Lasers and distance measurement.
Surv. Rev. 18 (1966) 194-207, 269-279.
[19] H. Pollmann, Vermessungskreisel. Vermess.
Techn. Rundschau. 31 A (april 1969) 121-138,
143-144 (met zeer uitgebreide literatuurlijst).
[20] W. Feist en G. Hiither, Der neue geodatisch
astronomische universal Theodolit. Theo 002 aus
Jena. Verm. Inform, no. 20 p. 28-33.
[21] A. Waalewijn, Hydrostatic levelling in the Ne
therlands. Surv. Rev. 17 (1964) 214-221, 267-
276.
[22] G. Oostenrijk, Het nieuwe meerpunts precisie
waterpas „De Nivelmatic". Tijdschr. Kad. Land-
m. 84 (1968) 212-238.